Dank van Oppuers

De website Europeana Collections 1914-1918 zette me op het spoor van deze unieke foto van twee jonge, Belgische borduursters, plus twee versierde meelzakken in een particuliere collectie [1].

In de bijdrage ‘Octaaf De keersmaecker uit Oppuurs’ vertelt zoon Jozef over de belevenissen van zijn vader als soldaat in WOI en het platbranden van de molen van zijn nonkel in 1914. Het verhaal uit Oppuurs brengt een Belgische molen en een Amerikaanse maalderij bij elkaar.
Jozef De keersmaecker is Ere-Schepen van Oppuurs, ook is hij schrijver van geschiedkundige boeken, onder meer de ‘Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003’.

Zicht op Oppuurs, november 2019

Oppuurs
Oppuurs, deelgemeente van Puurs-Sint-Amands ligt in de provincie Antwerpen. Ik reisde er in november 2019 naar toe, de heer en mevrouw De keersmaecker-Verbruggen waren zo vriendelijk mij thuis te ontvangen, zodat ik de versierde meelzakken kon bestuderen en deelgenoot werd van de bijbehorende familieverhalen.

Herinnering aan de molen van Oppuurs, geschilderd door M. Depaep, 1950. Collectie De keersmaecker-Verbruggen

De molen van Oppuurs was oorspronkelijk een houten graanwindmolen, die voor 1508 was opgericht. In 1887 erfde molenaar Petrus Edmond Verbruggen de molen van zijn overleden vrouw. Verbruggen hertrouwde met Maria Rosalia Van Der Linden, toen hij overleed in 1907 liet hij de molen na aan zijn vrouw en kinderen.

Foto van de molen van Oppuurs, begin 1900. Afb: Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003

Intussen was de standaardmolen tijdens een storm in 1898 omgewaaid, maar was in 1901 herbouwd als een ‘beltmolen’ met een vrij hoog onderstuk, aangeaard met een talud. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog sloeg het noodlot opnieuw toe. Het Belgische leger stak de molen in brand: de molen zou het uitzicht op de oprukkende Duitse troepen vanuit het fort van Bornem belemmeren, en als de Duitsers toch oprukten zou de molen voor hen niet meer kunnen dienen als uitkijkpost.

De molen is ter plekke nooit herbouwd, het enige dat er tegenwoordig aan herinnert, is de molenput.[2]

Familie Verbruggen
De molenaarsfamilie Verbruggen ging met haar tijd mee, in 1917-1918 richtte zij bij het station van Oppuurs een nieuwe stoommaalderij op. Na jarenlang touwtrekken betaalde de Belgische staat uiteindelijk een schadevergoeding voor het vernielen van de molen.

Familiefoto Verbruggen. Afb: Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003

In het gezin van Rosalie Verbruggen-Van Der Linden is heel veel gehandwerkt. De meisjes gingen in Oppuurs op school bij de zusters van Annonciaden uit Veltem, veruit de meeste mensen uit het dorp hebben een stuk van hun opvoeding te danken aan deze zusters.
In 1912 is er een kantschool gesticht.

Leerlingen van de kantschool. Afb: Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003
‘L: Irène Verbruggen, R. Antoinette Verbruggen, zusters, tantes van Jeanneke Verbruggen. Afb. Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003

Antoinette en Irena Verbruggen
Antoinette en Irena Verbruggen maakten op doek van meelzakken een tweeluik met de afbeelding van de familie-molen in operationele en in verwoeste staat: ‘”Hulde en Dank Oppuers 1914” en “Amerika Hulp in Nood 1915” vermeldde het borduurwerk, twee stukken stof aaneengezet en omrand met een brede strook kantwerk en versierd met band en kwasten. Het zal een kleurrijk handwerk zijn geweest.
Op de foto lieten de meisjes trots hun werk zien. Achterop de foto staat geschreven: L: Irène Verbruggen, R. Antoinette Verbruggen, zusters, tantes van Jeanneke Verbruggen. Deze zakjes waren een aandenken als dank voor de Amerikaanse hulp. Het zijn bloemzakjes, en zijn in ’t bezit van de familie Verbruggen.

Helaas is niet bekend waar het handwerk op de foto is gebleven.

Bij de fotosessie is ook de complete familie Verbruggen-Van Der Linden geportretteerd, er waren toen nog 9 kinderen in leven. De twee jongens, Modest en Frans, staan links en rechts van hun moeder Rosalie, zij zullen het bedrijf voortzetten. Irena en Antoinette zullen later als nonnen in het klooster treden.
Zuster Rozalia, dochter van O.L.Vrouw van het H.Hart, Antonia Verbruggen (Oppuurs 27.06.1898 – Rumst 07.07.1989) is geprofest te Opwijk op 25 augustus 1929.
Haar zus Irena Verbruggen (Oppuurs 19.06.1893 – Ternat 09.03.1984) is bij de zusters Ursulinen te Mollem ingetreden op 16 augustus 1917 en legde daar op 21 oktober 1925 de eeuwige geloften af; haar naam was Zuster Edmond.

Twee andere zusjes Verbruggen, Maria en Louise, werden onderwijzeres met vaste benoeming op de lagere school in Oppuurs.

Versierde Meelzak ‘Koene Held’, 1914-1916

Twee versierde meelzakken
Er zijn twee goed bewaarde, versierde meelzakken, die na het overlijden van Frans Verbruggen bij hem thuis gevonden zijn door zijn oudste dochter Jeanne en haar man Jozef De keersmaecker.

Al eerder schreef ik over een van deze versierde meelzakken in het blog ‘Verwondering over een Koene Held’.

Meelzak ‘Belgian Relief Flour, Wheatland, Wyo. met borduurwerk ‘Dank van Oppuers’, omzoomd door een brede kanten rand
Meelzak ‘Belgian Relief Flour, Wheatland Roller Mill Co., Wheatland, Wyoming, VS

Wheatland Roller Mill Co, Wheatland, Wyoming
“Dank van Oppuers” staat in hoofdletters op de meelzak, die afkomstig is van de maalderij Wheatland Roller Mill Co. in Wheatland, Wyoming, VS. De zak ‘Belgian Relief Flour’ kwam aan in België in maart 1915 door de hulpactie ‘The Miller’s Belgian Relief Movement 1914-15’ van de Northwestern Miller, het vakblad van Amerikaanse molenaars in Minneapolis [3].

Wheatland Roller Mill Co. begin 1900. Afb. internet
Muurschildering in het centrum van Wheatland, Wyoming, uitgevoerd door ‘Platte County Art Guild’ in 2017. Afb. internet

De bevolking van de staat Wyoming had in het najaar van 1914 geld ingezameld voor de behoeftige Belgische bevolking en daarmee meel aangekocht bij de Wheatland Roller Mill Co., zo staat vermeld in het verslag van de hulpactie.
De meelfabriek heeft bestaan van 1897 tot 1931 [4]. Wheatland herdenkt de geschiedenis van de maalderij tot de dag van vandaag met een muurschildering, die door het ‘Platte County Art Guild’ in 2017 in het centrum is aangebracht.

De South Point
Het schip de South Point vervoerde een lading van 6200 ton hulpgoederen voor een waarde van $500.000 van Philadelphia naar Rotterdam. De South Point kwam veilig aan in de haven van Rotterdam op 27 februari 1915, daar zijn de zakken meel direct overgeladen in binnenvaartschepen en verscheept naar Belgische havens. Een aantal aken voer naar Antwerpen; vandaar zal het meel gedistribueerd zijn naar Oppuurs.

‘Soepkokers met stoker uit Oppuers voor hulp en voedselvoorziening voor schoolkinderen en vluchtelingen tijdens WOI.’ Afb. Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003
De meelzak ‘Dank van Oppuers’ is omrand met een brede, gekantkloste rand

Geleegde zakken zullen overgedragen zijn aan de kloosterschool van de zusters Annonciaden in Oppuurs, waar de meisjes-leerlingen de meelzakken hebben bewerkt als onderdeel van hun opleiding in naaldvakken.

Detail borduurwerk: het wapenschild van Oppuurs geflankeerd door twee leeuwen, daaronder een knoopsgat

 

 

 

 

 

Op de niet bedrukte kant van de meelzak zal allereerst een ontwerp zijn gemaakt en het patroon getekend, op sommige plaatsen zie je nog blauwe lijntjes op het doek staan. Het borduurwerk is secuur uitgevoerd, evenals de brede kanten rand, zie de bijlage met de volledige inventarisatie van de meelzak.
Opmerkelijk zijn:

Detail borduurwerk ‘Dank van Oppuers’
Jeanne en Jozef De keersmaecker-Verbruggen

Mijn dank gaat uit naar Jozef De keersmaecker en zijn vrouw Jeanne Verbruggen. Zij is de kleindochter van Rosalie Verbruggen-Van Der Linden en heeft haar grootmoeder gekend als een zelfstandige, doortastende vrouw. Jeanne’s tante nonnekes borduurden als schoolmeisjes de meelzakken met de molens. Wie weet hebben zij en de andere dochters Verbruggen ook de twee door broer Frans bewaarde meelzakken bewerkt.


AANVULLING 5 november 2021

In de collectie van de Hoover Institution Library-Archives op Stanford University is in de Ben S. Allen Collection een meelzak ‘Belgian Relief Flour Pillsbury Flour Mills‘ bewaard, geschonken door het plaatselijk hulpkomiteit van Oppuers. De leden van het komiteit hebben hun handtekening geplaatst, onder de foto’s van Koning Albert I en Koningin Elisabeth.

Detail van de handtekeningen, geborduurd, meelzak hulpkomiteit Oppuers/Pillsbury Flour Mills; Coll. HILA
Detail van de leeuw, geborduurd, meelzak hulpkomiteit Oppuers/Pillsbury Flour Mills; Coll. HILA

Tussen hen in een geborduurde leeuw, die wat mistroostig voor zich uit staart.  De vlaggen van de VS en België en het wapen van Oppuers zijn geborduurd; een brede strook kant vormt de randversiering. ‘M.Mees’ is de handtekening van de borduurster. Maria Josepha Isabella Mees ( Oppuurs 08.02.1901 – Beerse 06.12.1976) was 14 jaar toen zij in 1915 de versieringen voor het hulpkomiteit aanbracht op de meelzak. Zij was de dochter van de gemeenteonderwijzer Jan Mees en Maria Van Assche. Later trouwde Maria Mees met Dirk Vancoppenolle (Essen 20.05.1895 – Beerse 21.08.1978); hij was doctor in Germaanse filologie, leraar aan het Koninklijk Atheneum.

Evelyn McMillan meldt over Benjamin S. Allen: ‘he was a Stanford University graduate, a friend of Hoover’s, an American journalist based in London, and helpful in writing about the situation in Belgium during the war to tell the world what was going on and what was needed‘. Allen schreef voor Associated Press, hij was CRB gedelegeerde vanaf oktober 1914 tot het einde van de werkzaamheden van de CRB.

Meelzak (recto) geschonken door de leden van het plaatselijk hulpkomiteit-Oppuers. (Belgian Relief Flour Pillsbury Flour Mills Co). Handtekeningen van Lauwers, M. Verbruggen, J. Mees, Theyskens, J. Van Assche, Fr. Van Damme, E. Willocx, J. Slachmuylders, H. Stevens, J. Hulsbosch. Het handwerk is gemaakt door M. (Maria) Mees. Coll. Hoover Institution Library Archives, Benjamin S. Allen collection. Foto: EMcM through HILA staff

De leden van het hulpkomiteit Oppuurs waren: Frans van Damme, Schepene dienstdoende Burgemeester (voorzitter); Jan Mees, Schepene; E. Lauwers; J. Slachmuylders; J. Hulsbosch; H. Stevens; Ed. Willocx; Alberie Theyskens, onderpastoor in Oppuurs, (secretaris schatbewaarder); Joseph Van Assche, rentenier; Modeste Verbruggen, maalder.

Meelzak (verso) Hulpkomiteit Oppuers/ Belgian Relief Flour Pillsbury Flour Mills Co. Minneapolis, Minn. Coll. HILA. Foto: EMcM through HILA staff

Dank aan:
– Evelyn McMillan voor het beschikbaar krijgen van de foto’s van de meelzak in de Ben S. Allen Collection in HILA;
de leden van de Facebook groep Lizerne Trench Art (LTA), Jorn van Bulck en Ingo Luypaert, voor de hulp bij het identificeren van de namen van het hulpkomiteit Oppuers;
– Bart Palmans van Heverstam, Heemkundige Verzamelkring Sint-Amands;
– Hubert Bovens te Wilsele voor de opzoeking van biografische gegevens;
– Patricia Quaghebeur van KADOC, Leuven voor de biografische gegevens van Zuster Edmond/Irena Verbruggen.

Voetnoten:

[1] De versierde meelzakken ‘Dank van Oppuers’ en ‘Koene Held’ zijn voor het publiek te zien geweest bij Heemkundige Verzamelkring Sint-Amands HeverStam tijdens de tentoonstelling ‘Het gezicht van de Groote Oorlog’ in 2018. Zie ook hun nieuwsbrief waarin dit blog in hoofdstukken wordt gepubliceerd.

[2] De geschiedenis van de molen van Oppuurs staat beschreven in de Molendatabase.EU onder de collectie ‘Verdwenen Belgische Molens’

[3] Zie ook mijn blog/artikel ‘Een Bekende Vlaamse Meelzak in Het Land van Nevele’ van 25 oktober 2018

[4] Meer over de geschiedenis van Wheatland Roller Mill Co. in het boek van Starley Talbott, Platte County. Images of America. Charleston SC: Arcadia Publishing, 2009

Christmas 1914-1917

1914

St-Josse-ten-Noode received the first sacks of flour from America on December 25 and 26: 200 sacks of flour, of which 176 sacks of flour of 64 kg to be distributed to the bakeries during the Christmas season: ‘L’ ALIMENTATION’. – La commune de St-Josse-ten-Noode, a reçu les 25 et 26 courant, 200 sacs de farine; 176 sacs ont été réparti entre les boulangers de la commune et 24 sacs ont été remis à l’Œuvre de l’alimentation de la commune. Chaque sac était de 64 kilos. (“FOOD’. – The municipality of St-Josse-ten-Noode, received the 25th and 26th, 200 sacks of flour; 176 sacks were distributed among the bakers of the commune and 24 sacks were given to l’Œuvre de l’alimentation of the commune. Each sack was 64 kilos (Le Bruxellois, December 30, 1914).

Le Temps Présent
The cover photo of the Christmas issue of the Belgian illustrated magazine Le Temps Présent shows a toddler, a hungry girl, taking a bite of a thick sandwich. It would turn out to be an iconic photo. The photo of the eating mite is still used to this day as a representation of food aid to Belgium during the Great War.

“”Heureux Age”: A small refugee in Dixmude does not spoil her appetite because of the war.” Meaningful photo on the cover of the Christmas issue 1914 of the Brussels magazine “Le Temps Présent”, December 25, 1914

The Chicago Evening Post
The photo of the girl had already appeared in the American newspaper The Chicago Evening Post. On Tuesday, November 24, 1914, close to Thanksgiving Day, it appeared on the front page of the Chicago newspaper: “Belgian Mite Gets First Bite in 2 Days“.
The photographer’s identity is revealed: “Doubleday-Page Photo”, he worked for Doubleday-Page & Company, New York City. [1]

Tuesday November 24, 1914, The Chicago Evening Post “Belgian Mite, Belgian orphan in Holland”. Photo: Doubleday-Page Photo

The caption contained an appeal from the newspaper to give money for food aid to Belgium. “Picture taken in Holland shows Belgian orphan eating her first mouthful of food after wandering two days alone and hungry. It is such waifs as this The Post’s flour fund will aid. Send your check today.”

War Bread
The American Edward Eyre Hunt (1885-1953), author of the book War Bread, published about his life in Belgium when he worked in the province of Antwerp for the Commission for Relief in Belgium (CRB).

“Refugee girl”, image on the frontispiece of “War Bread” by Edward E. Hunt, 1916

In his book Hunt uses the girl’s photo (with the simple caption “War Bread”) on the frontispiece: the mite, enjoying a big sandwich.

Hunt reports on the decorating of flour sacks by ladies in Antwerp. The caption under the photograph of six decorated flour sacks is: FLOUR SACKS. Embroidered and painted by the Belgians as souvenirs for the Americans. Through my research of decorated flour sacks from WWI, I can add that the Belgians made the souvenirs not only for the Americans, but also for themselves.

 

 

Decorated flour sacks from Antwerp, donated to Edward E. Hunt. Image in War Bread, 1916
“Refugee Girl in Breda”, drawing in black chalk by Louis Ketels, 1917. Coll. Museum Plantin-Moretus; photo from book Diane De Keyzer

Nieuwe meesters, magere tijden
The Print Room of the Museum Plantin-Moretus  in Antwerp keeps a drawing in black chalk by the Belgian artist Louis Ketels, dated September 4, 1917, entitled Refugee Girl in Breda.
A printout of the drawing with caption War Child, Child of the Account can be found on page 50 in Diane de Keyzer’s book Nieuwe meesters, magere tijden (New Masters, Lean Times), 2013.

The photo of the refugee girl has been copied exactly in mirror image by Louis Ketels!

The “Belgian Mite ” on the back cover of Jeffrey B. Miller’s “WWI Crusaders”, 2018

A hundred years later, the image of the Belgian mite shows up again. The books WWI Crusaders (2018) and Yanks behind the Lines (2020) were published by author Jeffrey B. Miller from Denver, Colorado. The image of the refugee girl decorates the cover of both books. The author is grandson of Erica Bunge (1892-1986) from Antwerp, Belgium, who married CRB employee Milton M. Brown (1893-1979) from Cincinnati, Ohio. Miller describes the love story of his grandparents and the intense life of the young men and women who worked for the CRB from August 1914 to May 1917.

Looking at the photos, reading the captions, I wonder: was she a Belgian refugee in Breda, Holland or was she in Dixmude, Belgium? Was she an orphan? Has this really been her first bite in two days?

1915

The cover photo of L’Evénément Illustré shows a painting by Belgian artist Gaston Haustraete.

Gaston Haustraete: ‘Noël 1915. Vision…’, L’ Evénément Illustré, December 25, 1915
Gaston Haustrate, Portrait, flour sack Belgian Relief Flour, 1915, Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Tx, USA

I became acquainted with Haustraete (Everbeek, 1878 – Ixelles, 1949) through his painted flour sack from Thompson Milling Co., included in the Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Texas, USA. The child’s portrait on the flour sack shows a striking resemblance to the child’s portrait on the Christmas cover. In both paintings the child holds something in his right fist, on the cover photo it looks like a toy soldier, symbol for father, fighting at the front? The red flowers on the flour sack symbolize hope. The story of the flour sack is described in my (Dutch) blog of November 30, 2018 about the Moulckers Collection.

 

 

Advertisement in La Belgique, December 23, 1915

 

December call in the newspaper: “Go look at the American Sacks. Works made by workers. 105, rue Neuve, Brussels”.

.

 

 

In Anderlecht, near Brussels, an exhibition of art and crafts opened in December 1915 in the veterinary school, where works of art could be obtained through a raffle. The proceeds of the fundraising were intended for the local relief commission.

Exhibition poster, Anderlecht commune. L’ Evénément Illustré, January 1, 1916
Collar made of flour sack, ‘Bébé, Anderlecht 1914-1915. Collection HHPLM

I suspect that decorated flour sacks would have been amongst the displayed artworks. The institute of the Sœurs de Notre Dame, a professional school for girls, was established in Anderlecht. They have decorated a lot of flour sacks in class during their lessons. The Herbert Hoover Presidential Library and Museum in West Branch, Iowa owns dozens of pieces of the students from Anderlecht.

 

Evariste Carpentier, painted flour sack Preston Milling Co., Noël 1915, postcard, Liège

Evariste Carpentier (Kuurne, 1845 – Liège, 1922) painted a flour sack from Preston Milling Co., Preston, Idaho, USA. As a leading painter and former director of the Academy of Fine Arts in Liège, Carpentier’s Christmas painting was photographed. The image was reproduced as a postcard, of which copies were sold for charity: the soup distribution in Liège. The postcards are still sought-after collectables.

During the Christmas and New Year period, the former students of the Academy in Liège organized the 15th Salon of Art and Applied Art, the proceeds of which were intended for, among other things, the “Solidarité Artistique”. The fund provided discreet assistance to the many poor artists who were affected by the war and occupation conditions. The program booklet contains various embroidery items from the ladies Irma Terhell and Nina Kepenne-Delheid, but I cannot tell whether they were decorated flour sacks.

 

 

 

 

 

1916

Women and young children around the Christmas tree make up the painting on the cover of the Christmas edition.

“The Christmas Tree”, L’Evénément Illustré, December 23, 1916

“C’est la fête intime de la famille, qui réunit tous les cœurs en une douce communion de pensées, de souvenirs et de joies. (It is the intimate celebration of the family, which unites all hearts in a sweet communion of thoughts, memories and joy).”

1917

In London, in the great hall of the Criterion building, an elite party gathered to attend a thé concert, organized by an extensive ladies’ committee, for the “Noël des Petits pauvres d ‘Anvers” (Christmas of the Little Poor of Antwerp). The concert started with an old dance of dancers in classical costumes, then some soloists sang beautiful songs. The following interlude included the sale by auction of a series of embroidered flour sacks. The auction raised 40 pounds.

La Métropole d’Anvers, December 25, 1917

Georges Desplas, who was mentioned on the program with the pompous title of “official speaker of the Belgian army”, … received much applause after singing his army songs. With astonishing energy, he acted as an auctioneer, improvising, who auctioned off decorated, in Belgium, embroidered flour sacks from WWI. He raised nearly forty pounds, which will be transferred to charity; the result of his wordsmithing…

At the end of 1916 and the end of 1917, the Belgian newspapers reported few articles about decorated flour sacks. The population suffered greatly from food, clothing and fuel shortages and ice-cold winters.

 

[1] ‘Doubleday-Page Photo’:
Note that the name Page refers to Walter Hines Page (Cary, North Carolina, 15.08.1855 – Pinehurst, North Carolina, 21.12.1918), the United States ambassador to the United Kingdom during WWI. Page had a distinguished career as a journalist and publisher before being appointed Ambassador in London by President Wilson in March 1913. Page was a partner of Doubleday, Page & Company, a major book publisher in New York City, from 1900-1913.

 

 

 

 

 

Kerstmis 1914-1917

1914

Op 25 en 26 december ontvangt St. Joost-ten-Noode de eerste zakken meel uit Amerika:  200 zakken meel, waarvan 176 zakken meel van 64 kg te verdelen onder de bakkers: ‘L’ ALIMENTATION’. – La commune de St-Josse-ten-Noode, a reçu les 25 et 26 courant, 200 sacs de farine; 176 sacs ont été réparti entre les boulangers de la commune et 24 sacs ont été remis à l’Œuvre de l’alimentation de la commune. Chaque sac était de 64 kilos. (Le Bruxellois, 30 december 1914)

Le Temps Présent
De coverfoto van het Kerstnummer van Le Temps Présent toont een kleuter, een hongerig meisje, happend in een dikke, belegde boterham. Het zou een iconische foto worden. De foto van de etende hummel is tot op de dag van vandaag in gebruik als beeldvorming over de voedselhulp aan België in de Grote Oorlog.

‘”Heureux Age”: Een kleine vluchtelinge uit Diksmuide laat haar eetlust niet bederven door de oorlog’.  Brussel, ‘Le Temps Présent’, 25 december 1914.

The Chicago Evening Post
In de Amerikaanse krant The Chicago Evening Post was de foto van het meisje al eerder verschenen. Op dinsdag 24 november 1914, de vooravond van Thanksgiving Day, stond deze op de voorpagina van de krant in Chicago: ‘Belgian Mite Gets First Bite in 2 Days’ (‘Belgische hummel neemt haar eerste hap sinds twee dagen’).
De foto blijkt gemaakt door een fotograaf van uitgeverij Doubleday-Page, New York City: ‘Doubleday-Page Photo’. [1]

Dinsdag 24 november 1914, The Chicago Evening Post ‘Belgische wees in Holland’. Foto: Doubleday-Page Photo

Het onderschrift is een oproep van de krant om geld te geven voor de voedselhulp aan België.
‘Foto genomen in Nederland toont Belgische wees die haar eerste hap voedsel eet na twee dagen alleen en hongerig te hebben rondgezworven. Het zijn zulke verwaarloosde kinderen die het meelfonds van The Post zal helpen. Verstuur vandaag nog uw cheque.’

War Bread
De journalist Edward Eyre Hunt (1885-1953) schreef in het boek ‘War Bread’  over zijn ervaringen in België toen hij werkte in de provincie Antwerpen voor de Commission for Relief in Belgium (CRB).

“De kleine vluchtelinge”, de titelplaat in het boek “War Bread” van Edward E. Hunt, 1916

In zijn Amerikaanse boek gebruikt Hunt op de titelplaat de foto van het meisje (met het simpele bijschrift “War Bread” (Oorlogsbrood)): de hummel, genietend van een dikke boterham.

Hunt doet verslag van het versieren van meelzakken door dames in Antwerpen. Het bijschrift onder de foto van zes versierde meelzakken is: “FLOUR SACKS. Embroidered and painted by the Belgians as souvenirs for the Americans.” (Meelzakken. Geborduurd en geschilderd door de Belgen als souvenirs voor de Amerikanen). Door mijn onderzoek naar de versierde meelzakken in WOI kan ik hier aan toe voegen dat de Belgen de souvenirs niet alleen voor de Amerikanen, maar zeker ook voor zichzelf maakten.

 

Versierde meelzakken uit Antwerpen, cadeau gedaan aan Edward E. Hunt. Foto in War Bread, 1916
‘Vluchtelingenmeisje te Breda’, zwart krijt tekening van Louis Ketels, 1917. Coll. Museum Plantin-Moretus; foto uit boek Diane De Keyzer

Nieuwe meesters, magere tijden
Museum Plantin-Moretus in Antwerpen bewaart in het Prentenkabinet een tekening in zwart krijt van tekenaar Louis Ketels, gedateerd 4 september 1917, met titel ‘Vluchtelingenmeisje te Breda‘.
Een afdruk van de tekening met als titel ‘Oorlogskind, kind van de rekening‘ is te vinden op blz. 50 in het boek ‘Nieuwe meesters, magere tijden’ van Diane de Keyzer (2013).

De foto van het “de kleine vluchtelinge” is door Louis Ketels exact nagetekend in spiegelbeeld!

WWI Crusaders

“De Belgische hummel” op de backcover van Jeffrey B. Miller, WWI Crusaders, 2018

Honderd jaar later is de foto van de Belgische hummel opnieuw actueel. In 2018 verscheen ‘WWI Crusaders’, in 2020 ‘Yanks behind the Lines’ van auteur Jeffrey B. Miller. De hummel siert de cover van beide boeken.
De auteur is een kleinzoon van de Antwerpse Erica Bunge (1892-1986), die trouwde met CRB-medewerker Milton M. Brown (1893-1979). Miller beschrijft  de liefdesgeschiedenis van zijn grootouders en het intensieve leven van de jonge mannen en vrouwen die werkten voor de CRB van augustus 1914 tot mei 1917.

Als ik naar de foto’s kijk en de bijschriften lees, vraag ik me af: was ze een Belgische vluchtelinge in Breda, Nederland, of was ze in Diksmuide, België? Was ze een wees? Is dit echt haar eerste hap in twee dagen geweest?

1915

De coverfoto van L’ Evénément Illustré toont een schildering van de kunstenaar Gaston Haustraete.

Gaston Haustraete: ‘Noël 1915. Vision…’, L’ Evénément Illustré, 25 december 1915
Gaston Haustrate, Portret op meelzak, 1915, Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Tx, VS

Met Haustraete (Everbeek, 1878 – Elsene, 1949) heb ik kennis gemaakt door zijn geschilderde meelzak van de Thompson Milling Co., opgenomen in de Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Texas, VS. Het kinderportretje op de meelzak vertoont een opvallende gelijkenis met het portret van het kindje op de kerstcover. Op beide schilderingen houdt het kindje iets vast in zijn rechterknuistje, op de coverfoto lijkt het een soldaatje, symbool voor vader, vechtend aan het front? De rode bloemetjes op de meelzak staan symbool voor de hoop. Het verhaal van de meelzak staat beschreven in mijn blog over de Moulckers Collection van 30 november 2018.

 

 

Advertentie in La Belgique, 23 december 1915

December oproep in de krant: “Ga kijken naar de Amerikaansche Zakken. Werkstukken gemaakt door arbeidsters. Nieuwstraat 105 in Brussel”.

 

 

 

 

In Anderlecht, bij Brussel, opende in december 1915 in de veeartsenijschool een tentoonstelling van kunst en toegepaste kunst, waar via een verloting kunstwerken verkregen konden worden. De opbrengst was voor de goede werken van de plaatselijke hulp- en voedingskomiteit.

Tentoonstellingsaffiche gemeente Anderlecht. L’ Evénément Illustré, 1 januari 1916
Slabbetje van meelzak, ‘Bébé, Anderlecht 1914-1915. Collectie HHPLM

Ik vermoed dat er versierde meelzakken zullen zijn aangeboden tussen de kunstwerken. In Anderlecht was het instituut van de Sœurs de Notre Dame, een beroepsschool voor meisjes, gevestigd. Zij hebben zeer veel meelzakken tijdens de lessen klassikaal versierd. Het Herbert Hoover Presidential Library and Museum in West Branch, Iowa bezit tientallen  werkstukken van de leerlingen uit Anderlecht.

 

Evariste Carpentier, Meelzak Preston Milling Co., Noël 1915, ansichtkaart, Luik

Evariste Carpentier (Kuurne, 1845 – Luik, 1922) beschilderde een meelzak van Preston Milling Co., uit Preston, Idaho, VS. Als vooraanstaand schilder en voormalig directeur van de Academie van Schone Kunsten in Luik, maakte de kerstschildering indruk. Een foto werd vermenigvuldigd als ansichtkaart, die werd verkocht voor het goede doel, de soepbedeling in Luik. De ansichtkaarten zijn nog altijd gewilde verzamelobjecten.

De oud-leerlingen van de Academie in Luik organiseerden in de kerst- en nieuwjaarsperiode de 15e Salon van Kunst en Toegepaste Kunst waarvan de opbrengst onder meer bestemd was voor de ‘Solidarité Artistique’. Het fonds gaf op discrete wijze hulp aan de talrijke armlastige  kunstenaars, die getroffen waren door de oorlogs-omstandigheden. In het programmaboekje staan diverse borduurwerken vermeld van de dames Irma Terhell en Nina Kepenne-Delheid, maar ik kan er niet uit opmaken of het versierde meelzakken waren.

 

 

 

 

 

1916

Vrouwen en jonge kinderen rond de kerstboom vullen de schildering op de cover van het kerstnummer.

‘De Kerstboom’, L’Evénément Illustré, 23 december 1916

“C’est la fête intime de la famille, qui réunit tous les cœurs en une douce communion de pensées, de souvenirs et de joies. (Het is het intieme familie feest, dat alle harten tesamen brengt in een tedere gemeenschap van gedachten, herinneringen en vreugde).”

1917

In Londen, in de grote hal van het gebouw Criterion, verzamelde zich een elite-gezelschap voor het bijwonen van een thé-concert, georganiseerd door een omvangrijk dames-comité, ten behoeve van de ‘Noël des Petits pauvres d’ Anvers’ (Kerstmis van de Kleine armen van Antwerpen). Het concert begon met een oude dans van dansers in klassieke costuums, daarna zongen enkele solisten prachtige liederen. Het volgende intermezzo bevatte de verkoop bij opbod van een serie geborduurde meelzakken. De veiling bracht 40 Engelse ponden op.

La Métropole d’Anvers, 25 december 1917

Georges Desplas, die op het programma vermeld stond met de pompeuze titel ‘officiële spreker van het Belgische leger’, … kreeg veel applaus na het zingen van zijn legerliederen. Met een verbluffende energie trad hij, al improviserend, op als veilingmeester, die in België versierde, geborduurde meelzakken van WOI op de veiling zette. Hij haalde bijna veertig pond op, die overgemaakt zal worden aan het goede doel; het resultaat van zijn spraakwaterval …

De Belgische kranten vermelden eind 1916 en eind 1917 weinig berichten over versierde meelzakken. De bevolking had zwaar te lijden onder voedsel- , kleding- en brandstofschaarste en ijskoude winters.

 

[1] ‘Doubleday-Page Photo’:
Merk op dat de naam Page verwijst naar Walter Hines Page (Cary, North Carolina, 15.08.1855 – Pinehurst, North Carolina, 21.12.1918), de ambassadeur van de Verenigde Staten in Groot-Brittannië tijdens WO I. Page had een imposante carrière als journalist en uitgever voordat hij in maart 1913 tot ambassadeur in Londen werd benoemd door President Wilson. Page was van 1900-1913 partner in de uitgeverij Doubleday, Page & Company.

 

 

 

 

Verwondering over een Koene Held

Het nagelaten dagboek en de brieven van een jonge, Belgische militair, gestorven tijdens het slotoffensief van de geallieerden in september 1918, hebben de arts Patrick Loodts vele jaren gemotiveerd om antwoorden te vinden op zijn vraag: “Waarom en hoe accepteerde onze westerse maatschappij in de Eerste Wereldoorlog deze volstrekte holocaust en offerde het zijn complete, jonge en mannelijke generatie op?” Loodts heeft na diepgaand onderzoek, schrijven en publiceren op zijn website ‘Médecins de la Grande Guerre’ de antwoorden op zijn vraag niet kunnen geven en besefte dat het onmogelijk is om als mens de denkwijze van de samenleving meer dan een eeuw her, volledig te begrijpen.

Des te meer weet Loodts één ding onbetwistbaar zeker en benoemt het tot eeuwige waarheid: “WO I was volstrekte waanzin, die jonge Europeanen een ‘Dantesque’-universum oplegde, hen een kosmos instuurde waar de hel was losgebarsten“.

Afscheid van vrouw en kind, foto in Het 14-18 Boek, collectie In Flanders Fields Museum, Ieper

Eind juli, begin augustus 1914 zijn Belgische soldaten gemobiliseerd omdat er oorlog dreigt. Op dat ogenblik is nagenoeg iedereen er van overtuigd dat de oorlog niet lang zal duren. Deze foto van een man, die afscheid neemt van vrouw en kind, toont de standaarduitrusting van de Belgische soldaat.
Ik citeer Daniël Vanacker in ‘Het 14-18 Boek. De kleine Belgen in de Grote Oorlog’, p. 7: “Lange donkerblauwe kapotjas met een dubbele rij knopen, een grijsblauwe broek, leren beenkappen en op zijn buik een leren tas voor zijn patronen en andere benodigdheden. Op zijn hoofd staat een ronde donkerblauwe kwartiermuts met onderaan een rode band. Vooraan ontbreken de kokarde met Belgische kleuren en het nummer van het regiment. In de linkerhand houdt de man zijn pijp en een mausergeweer 7,65 mm (zonder bajonet).”

Tentoonstelling van HeverStam in 2018

Heemkundige Verzamelkring St. Amands HeverStam herdacht met de tentoonstelling ‘Het gezicht van de Groote Oorlog’ in 2018 het einde van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden.

Ze toonden een versierde meelzak waarop in beeld en tekst de verschrikking van de oorlog tot je komt, maar op een wonderlijke wijze van kleur, fragiliteit, schoonheid en idealisme.

 

Versierde meelzak ‘Koene Held van Oppuurs’
“Koene Held Sterf Getroost! Amerika Zorgt voor Gade en Kroost.” staat geborduurd in vlammend rode letters
Stervende soldaat in het groene gras
Blonde engel met zilvergrijze vleugels

Een soldaat, gekleed in donkerblauwe jas, grijsblauwe broek en leren laarzen ligt stervend in het groene gras. Zijn leren tas ondersteunt zijn hoofd, zijn donkerblauwe kwartiermuts met rode rand en letter B ligt naast hem in het gras, in de rechterhand houdt de man zijn geweer. Een blonde vrouwenengel met zilvergrijze vleugels, gekleed in ruim geplooide roze japon, knielt op de nevelen van een blauwgrijze wolk en buigt zich over de soldaat. In de rechterhand houdt zij het Belgische vaandel, in de linkerhand reikt zij een groene lauwerkrans met rode bessen.

Geborduurd klimopblad

Klimopranken omslingeren de geborduurde lijst, waarin de vlaggen van vier geallieerde landen in de hoeken:  het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland; de Derde Franse Republiek; het Koninkrijk Italië; het Keizerrijk Rusland.
Midden bovenin, tussen de jaartallen 1914-1916 een schild/vlag van de Verenigde Staten van Amerika, neutraal tot april 1917 en brenger van de voedselhulp naar bezet België.

Kanten rand met bloemetjes en blaadjes

Een brede rand fijn, transparant, kant vol bloemetjes en blaadjes, omlijst het doek.

Dit is een bijlage met de volledige inventarisatie van deze meelzak.
De versierde meelzak heeft geen zichtbare herkomst bedrukking, geen stempel van een komiteit, geen beschadigingen of gaatjes in het doek: de benodigde kenmerken om het te kunnen vatten onder de typologie van ‘Amerikaanse meelzak’. Toch, door afmeting en de bewerkingen met borduur-, kant- en naaiwerk doet het zich voor als Versierde Meelzak in WO I.

Eendachtig de woorden van Patrick Loodts probeer ik de denkwijze van de borduurster van de meelzak honderd jaar geleden voor te stellen. De tekst is Vlaams, de beeltenis religieus romantisch. Het patroon van het borduurwerk zal zelf ontworpen zijn, bekwaamheid en kennis van zaken spreekt uit de detaillering van de afbeelding. Kennelijk had dit borduurwerk de bedoeling in België te blijven, niet als ‘dank je’ wel’ naar Amerika te worden gezonden.

Het is een Belgisch oorlogssouvenir met troostrijk woord en beeld voor mannen die dreigden hun leven op het slagveld te verliezen en zich erom bekommerden of hun vrouwen en kinderen wel verzorgd achter zouden blijven. Het antwoord was ja, Amerika zorgt voor vrouw en kinderen. Op een manier komt het mij naïef over, als getrouwde vrouw met een man, vechtend in de loopgraven, zou ik dit niet borduren, evenmin als meisje op school met een vader op het slagveld. De enige voorstelling, die ik mij kan maken, is dat dit doek geborduurd is door nonnen in een klooster. Zij waren vaardige borduursters en brengers van zorg en troostende, stichtelijke woorden.

De bewaarders van de versierde meelzak zijn Jeanne en Jozef De keersmaecker-Verbruggen in Oppuurs. Zij vonden het terug in het huis van Jeanne’s vader, Frans Verbruggen. Twee van zijn zussen, Irena en Antoinette Verbruggen, traden in het klooster; ze waren als meisjes op school geweest bij de nonnekes Annonciaden in Oppuurs. Dat was tijdens de Groote Oorlog en zij borduurden zelf ook op meelzakken. Het verhaal van de families De Keersmaecker en Verbruggen is in het boek ‘Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003’ uitvoerig opgetekend door Jozef De keersmaecker. Dat is stof voor een volgend blog (zie ‘Dank van Oppuers‘, 30 december 2019).

Voor nu verwonder ik me over het borduur- en kantwerk van de koene held, de verschrikkingen van de oorlog in relatie tot de hulp uit Amerika zag ik niet eerder op een versierde meelzak uitgedrukt.

Over boeken en bibliotheken

De ontstaansgeschiedenis en de waarde van de ‘Versierde Meelzakken in WOI’ is in boeken, tijdschriften en online vaak beschreven. Ik heb inmiddels vele primaire en secundaire bronnen geraadpleegd, zie mijn bibliografie.

Primaire bronnen zijn geschreven door personen, die zelf in de jaren van WOI en direct erna betrokken zijn geweest bij de Versierde Meelzakken. Secundaire bronnen zijn geschreven door personen die er niet direct bij betrokken zijn geweest, baseren zich op primaire bronnen en zijn in latere jaren gemaakt.

Secundaire bron uit 2006: Het 14-18 Boek van Daniël Vanacker. ‘Het bezette land’, p. 316-330 biedt foto’s en geschiedenis over hulp, voeding, bewerking van meelzakken en patriottisme, bibliotheek AvK

Auteur Daniël Vanacker van Het 14-18 Boek (2006), noemde me twee Belgische primaire bronnen uit 1916 en 1919 met referentie naar versierde meelzakken.
Waar zou ik die boeken kunnen lezen?
Zijn suggestie was de Koninklijke Bibliotheek/Bibliotheque Royale van België (KBR) in Brussel.
Omdat ik in Voorburg bij Den Haag woon, was mijn praktische gedachte: de Koninklijke Bibliotheek van Nederland (KB) in Den Haag.

Eerste actie was dan ook online zoeken op de website WorldCat.org, die tip kreeg ik lang geleden van mijn dochter, promovenda aan de Universiteit Leiden, wetenschappers zoeken zo wereldwijd en vinden hun boeken, artikelen en tijdschriften in de dichtst bij zijnde bibliotheek. Een aanrader voor iedereen die publicaties zoekt.

Mijn actie had resultaat. De serie Belgische boeken waren in de KB in depot en uitleenbaar. Ik vroeg de boeken online aan en de volgende dag fietste ik langs de KB en haalde de boeken op. Boeken van 100 jaar oud zijn meestal alleen in de bibliotheek te raadplegen, gelukkig mochten deze mee naar huis. Saillant detail was dat een deel van de boeken nog niet eerder uitgeleend was door de KB en daarom niet online in de catalogus vindbaar was.

Jean Massart, ‘België’s verzet tegen de Duitsche overheersing: bijdrage tot het lijdensboek van België’, 1916, bibliotheek KB

Jean Massart publiceerde in 1916 ‘Comment les Belges résistent à la domination allemande. Contribution au Livre des douleurs de la Belgique’.
Massart, een vooraanstaand Belgisch wetenschapper, doet verslag van hoe hij in zijn land het eerste jaar van de Duitse bezetting heeft beleefd, hij beschrijft vernielingen, opeisingen, tekorten, censuur, beperking van bewegingsvrijheid, gevangennemingen, etc. In augustus 1915 wist hij aan gevangenneming door de Duitsers te ontkomen en vluchtte met zijn gezin naar Frankrijk, waar hij zijn boek uitgaf.

Bijlagen in het boek zijn foto’s. Eén foto toont de etalage van een bakkerij ‘Boulangerie-Patisserie Verviétoise’ met zes geleegde meelzakken geshowed op een rij achter twee Amerikaanse vlaggen en boven de uitstalling van 40 broden. Het onderschrift luidt:

Massart: “Etalage van een bakkerij versierd met zakken waarin de Amerikanen ons bloem sturen. Veel van deze zakken worden teruggestuurd naar de Verenigde Staten, nadat de Belgische dames spreuken hebben geborduurd en bedankt.”

Massart verklaart de uitstalling in de bakkerij als een uiting van Belgisch patriottisme, gericht tegen de Duitse bezetting.

Hubert Bovens uit Wilsele, gespecialiseerd in familieopzoekingen heeft geprobeerd de locatie van de Boulangerie-Pâtisserie Verviétoise te achterhalen, het straatnummer is zichtbaar op de foto, het eindigt op ‘43’. Maar in welke stad of dorp is dit? Daniël Vanacker benadrukt dat de stad Brussel of Luik zal zijn, gelet op de verwijzing van Massart naar p. 204, de paragraaf ‘La gratitude des Belges envers les Etats-Unis’:
“La Belgique sait que c’est aux Etats-Unis qu’elle doit d’être ravitaillée. Sans la charité américaine notre patrie sombrait dans la détresse ou l’avaient plongée les exactions allemandes. Nul ici ne l’oubliera jamais et c’est au nom de la nation entière que le Roi Albert a remercié l’Amérique.
C’est à titre d’hommage, et aussi de reconnaissance, que le 22 février 1915, jour anniversaire de l’Indépendence américaine, les Belges portaient à la boutonnière la médaile avec le drapeau étoilé…
; à Liège, les officiers ont même arraché les insignes américains à des femmes et à des jeunes filles.”
(“België weet dat het aan de Verenigde Staten te danken is dat ze gevoed wordt. Zonder de Amerikaanse liefdadigheid zou ons vaderland op de rand van de afgrond staan ten gevolge van de Duitse wreedheden. Niemand hier zal het ooit vergeten en het is in naam van de hele natie dat koning Albert Amerika heeft bedankt. Het is als eerbetoon en teken van dankbaarheid dat op 22 februari 1915, de verjaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid, de Belgen in hun knoopsgat een versiersel met de stars-and-stripes droegen…; in Luik trokken Duitse officieren zelfs de Amerikaanse versierselen van de kleding van vrouwen en meisjes af.”)

Hubert Bovens ontdekte op internet een hedendaagse bakkerij Boulangerie-Pâtisserie Verviétoise in Sougné-Remouchamps, provincie Luik en pleegde een telefoontje. Jammer, er lijkt geen verband te zijn met de fotobijlage in het boek van Massart. We zouden er zo graag een broodje gaan eten.

Louis Gille, e.a. ‘Vijftig maanden Duitse bezetting’, deel I, 1914-1915,  1919, bibliotheek KB.

‘Cinquante Mois d’Occupation Allemande’ is geschreven door de journalisten Louis Gille, Alphonse Ooms en Paul Delandsheere tijdens de Eerste Wereldoorlog en afgerond in november 1918. In vier delen geven de auteurs vanuit hun woonplaats Brussel hun ooggetuige-verslag van de 50 maanden Duitse bezetting. Het verslag leest als een dagboek en is ingedeeld op jaar, maand en dag. Zaterdag 17 juli 1915 bevat het bericht over de ‘sacs américains’, ze zijn bijzonder geliefd onder de verzamelaars van oorlogssouvenirs:

Zaterdag 17 juli 1915
De Amerikaanse zakken die het tarwemeel hebben bevat voor het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit (NHVK) zijn bijzonder geliefd onder verzamelaars van oorlogssouvenirs. De zakken zijn voorzien van opdrukken en hoe karakteristieker de bedrukking, hoe hoger de verkoopprijs. Een zak van 30 francs is bedrukt met blauwe en rode letters, de tekst luidt in het Engels:

Van de stad Springfield (Ohio)
Als getuigenis van genegenheid
Onze vrienden de Belgen
Aan deze heroïsche natie
God zegene het!

Profiel van een indiaan op een beschilderde en geborduurde meelzak ‘Sperry Mills American Indian’, Sperry Flour Company, Stockton, Californië. Particuliere collectie, België.

De zakken dragen behalve teksten, ook afbeeldingen in kleur; bijvoorbeeld het profiel van een Indiaan uit het Wilde Westen met verentooi.*) Het Nationaal Komiteit laat een groot aantal van deze zakken borduren, waarop vervolgens in zijden garens kleine Amerikaanse en Belgische vlaggen worden toegevoegd.
De borduursters maken schorten, lampenkappen, centerpieces, rugleuningen van fauteuils, gordijntjes. Meerdere zakken die aldus zijn getransformeerd en verfraaid, keren terug naar de Verenigde Staten als uiting van dankbaarheid van onze natie voor de hulp die we hebben ontvangen” (eigen vertaling).

 

Het verbaast me steeds met welk gemak ik de meeste publicaties ter beschikking krijg. De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is goed voorzien van Belgische titels, zowel Nederlands- als Franstalige.

Rijksmuseum, Amsterdam

Heeft de KB het niet in huis, dan zijn er andere bibliotheken in Nederland om gebruik van te maken.

Charlotte Kellogg, ‘Bobbins of Belgium’, 1920, bibliotheek Rijksmuseum

Zo kwam ik in Amsterdam terecht in enerzijds de prachtige, oude bibliotheek van het Rijksmuseum en anderzijds de moderne bibliotheek van het

Lalla Vandervelde, Monarchs and Millionaires, 1925, bibliotheek IISG

Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). De bibliotheek van de Vrije Universiteit staat er nog op mijn wensenlijst.

Thérèse de Dillmont, ‘Encyklopaedie der weiblichen Handarbeiten’, 1890, bibliotheek TextielMuseum
Margaretha Verweij, Borduurpatronen 1908-1912, bibliotheek TextielMuseum

In Tilburg bezocht ik de bibliotheek van het TextielMuseum en had een zeer interessant gesprek met bibliothecaris Jantiene van Elk. Het TextielMuseum heeft geen kleding of handwerk van versierde meelzakken van WO I in de collectie, noch zijn er boeken of publicaties over het onderwerp aanwezig.

Ida van Emsteder-Winkler, ‘De technieken van Kunstnaaldwerk’, 1910, bibliotheek TextielMuseum
Roszika Parker, ‘The Subversive Stitch. Embroidery and the making of the feminine’, 1984, bibliotheek TextielMuseum

Toch was mijn bezoek aan de bibliotheek buitengewoon waardevol, omdat Jantiene me textielboeken aanreikte met borduurpatronen en -technieken uit begin 1900. Ook gaf ze mij input via hedendaagse boeken over textiel en vrouwen/emancipatie en ’subversief’ werken met textiel.

De adviezen van deze bibliothecaris vormen een afspiegeling van de prettige manier waarop de bibliotheken me wegwijs maken in hun boekenbezit.

 

 

 

 

*)Zie ook mijn blog ‘Meelzakken in Dendermonde’ van 11 november 2019

Beschilderde meelzakken in Dendermonde

Stadhuis Dendermonde in de voormalige Lakenhalle met het Belfort

Een week geleden vermaakte ik me online met een speurtocht naar ‘Indianenzakken’, dat zijn meelzakken van ‘Sperry Mills American Indian’ van de Sperry Flour Company in Stockton, Californië. Tot mijn verrassing ontdekte ik zo een beschilderde zak in Dendermonde via een artikel van de heemkundige kring Haaltert.*) Ze brachten me in contact met de verzamelaar en halsoverkop reisde ik af naar België voor nader onderzoek naar deze unieke collectievondst. Een verslag van mijn zakkenreis.

Gérard Hollaert temidden van zijn verzameling versierde meelzakken.

“Op de veiling in Brussel, los verkocht, een bundel textiel, het leek een baal vodden”, zo deed Gérard Hollaert de aankoop van zijn collectie meelzakken bij Galerie Moderne. “Ik heb wel 13 van die bloemzakjes”, vervolgde hij, “in twee keer gekocht op de veiling, tientallen jaren terug.” De bundel meelzakken die tevoorschijn kwam was indrukwekkend, dat waren er méér dan dertien stelde ik vast. Bij inventarisatie telden we totaal 24 meelzakken!

Detail van de geborduurde meelzak ‘Sperry Mills American Indian’
Het sierband met franje is met de hand aangezet

Zijn eerste meelzak was een geschenkje van de buren, ze wilden er van af, een geborduurde lap, ooit een kussentje geweest, nu half vergaan en na wat uitpellen kwam er een geborduurd meelzakje tevoorschijn. De vader van Gérard Hollaert wist hem er het fijne van te vertellen: de voedselhulp in de Groote Oorlog, een indrukwekkend verhaal. Zijn interesse was voor altijd gewekt en leidde hem naar de textiel aankopen in Brussel.
“Wat vond uw vrouw ervan, had zij interesse in de meelzakken?”, vroeg ik me hardop af. “Ze liet me maar begaan”, zeg hij, “Agnes Eeman (1932-1990) geboren in een boerenfamilie met acht kinderen, vier meisjes en vier jongens uit Denterhoutem, Haar oudste zus heette Paula, mijn schoonvader had de bijnaam Pasjaal.”

De serie van vijf beschilderde meelzakken ‘Sperry Mills American Indian’ van Sperry Flour Co, Stockton, Californië
Het naaimachine stiksel loopt naast de gaatjes van het oorspronkelijke stiksel van de meelzak

Een serie van vijf beschilderde meelzakken ‘Sperry Mills American Indian‘ komt tevoorschijn uit de stapel meelzakken.  De gezichten van de indianen hebben ieder een eigen uitdrukking, hun verentooi is kleurrijk in de verf gezet.

Drie zakken hebben geborduurde letters, ze zijn open getornd voor het borduurwerk, daarna opnieuw dichtgenaaid, de stiknaad van de naaimachine is te zien naast de gaatjes van het oorspronkelijke stiksel.  Zouden studenten op school de zakken hebben beschilderd en daarna geborduurd?

Een serie van 9 zakken American Commission
Idyllisch landschap ‘L’Yser entre Nieuport et Dixmude’ met signatuur S. Chotteau 1916 (Sylvia Chotteau, née Moucheron, zie aanvulling op dit blog van oktober 2023)

Een tweede serie van  negen beschilderde zakken draagt de bedrukking ‘American Commission’. Elk exemplaar is voorzien van een landschap (7x), graanschoven (3x) en/of de Vlaamse leeuw (5x).
De patriottische bedoeling krijgt nadruk door de aanduiding van de plek: L’Yser, Nieuport, Dixmude, Dinant Rocher Bayard (in het Frans).

De Vlaamse leeuw verbreekt zijn ketenen

De Vlaamse leeuw ontdoet zich van de ketenen met de vlammende tekst: ‘Zij zullen hem niet temmen, zoolang een Vlaming leeft…’ (in het Nederlands).
Ook twee meelzakken uit Kansas en Kentucky zijn beschilderd met de Vlaamse leeuw. De schildering op een meelzak uit Oregon is een landschap met de IJzer.

Koning Albert I in twee portretten

 

De herkomst van de derde serie blijkt de staat Illinois: Chicago’s Flour Gift van de Star & Crescent Milling Company, verstuurd naar bezet België dankzij de hulpactie van de krant Chicago Evening Post. Het leverde twee kleurrijke portretten op van Koning Albert I.

De vierde serie zijn meelzakken met herkomst uit Canada: ‘Flour. Canada’s Gift.’ Het schilderwerk zijn een allegorische voorstelling van een vrouw met kroon en vaandel en twee Belgische militairen, waarvan een met vaandel.

 

‘Flour. Canada’s Gift.’, drie beschilderde meelzakken
Detail van allegorische schildering op Canadese meelzak

Dan hebben we 24 meelzakken getypeerd en in beeld gebracht. Gérard Hollaert en ik bespreken de plaats waar de zakken met meel in België zijn aangekomen en geleegd.

Stempel ‘CNSA pour le Brabant’

Overduidelijk bewijs voor de beschilderde zakken is aanwezig: dit was in de provincie Brabant, op voor- en achterzijde is gestempeld door het provinciale Comité de Secours et d’Alimentation pour le Brabant.

Gérard Hollaert duidt de schilderingen van koning Albert I met Belgisch vaandel en de Vlaamse leeuw die de ketenen verbreekt.

Wie de schilders zijn geweest, hoeveel en of ze in onderwijs of werkverband de meelzakken hebben beschilderd, blijft voor ons de vraag.

Gérard Hollaert is actief lid van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, hij fungeerde ook als bestuurslid. Hij bewaart een uitgebreide verzameling seriematig beschilderde meelzakken van WO I. Het werk van de Belgische kunstenaars is doordrenkt van vaderlandsliefde in de bezettingstijd 14-18.

Ik ben hem zeer erkentelijk voor de gastvrijheid bij hem thuis en de gedachtenwisseling over zijn collecties.

 


AANVULLING oktober 2023
De signatuur S. Chotteau is van mevrouw Sylvia Chotteau, née Moucheron (°Laken 15-05-1869 +vóór 27-10-1944); zij huwde met Henri Chotteau op 6 juli 1897 te Laken. Het echtpaar kreeg een zoon, Hector Chotteau. Vader en zoon waren beiden advocaat bij het Hof van Beroep. Het gezin woonde in Avenue Galilée in Sint-Joost-ten-Node.
Sylvia Chotteau was 46 jaar toen zij de meelzak(ken) beschilderde.

 

Dank aan Hubert Bovens te Wilsele voor de biografische gegevens van Sylvia Chotteau.

*) Pots, Luc, Beschilderde meelzakken: stille artistieke getuigen van de Amerikaanse voedselhulp tijdens ‘den Grooten Oorlog’. Haaltert: Mededelingen Heemkundige Kring Haaltert en deelgemeenten, 35e jaargang 2015-nr. 4, p. 7-9

The emotions of the flour sack

In June 2019 I did research in the Ypres Salient, Belgium.
The Friends of the In Flanders Fields Museum published this interview in VIFF Magazine no. 70, 2019-3:

“Last summer, artist and researcher Annelien van Kempen, hailing from Voorburg in the Netherlands, did research on the collection of the In Flanders Fields Museum in Ypres, focusing on the decorated flour sacks of Herbert Hoovers Commission for Relief in Belgium with support of the Koen Koch Foundation.
The Koen Koch Foundation raises funds through membership fees and donations to the Friends of the In Flanders Fields Museum to support students and trainees with their studies on WWI in the Ypres Salient or on the IFFM Collection.

The sacks of flour from the USA and Canada were intended as food aid to occupied Belgium in World War I. Generally, you do not assign a backbone or feelings to a flour sack. The Belgian seamstresses, embroiderers, lace workers and painters who artfully worked on the sacks, however, testified to enthusiasm, creativity and ingenuity, as well as patriotism and deep gratitude towards the generous donors. The IFFM already houses a number of masterpieces, which further fueled Annelien van Kempen’s passion for her research subject.”

Interview and photos by Marc Dejonckheere.

You can read the interview here.

My article ” Flour sacks. The art of charity” has been published in the 2020 Yearbook of the In Flanders Fields Museum, Ypres. In the article I describe my discoveries and put Ypres’ collection of flour sacks in their historical context.  Please read my blog here.

De emotie van de meelzak

In juni 2019 ben ik op zakkenreis geweest in de Westhoek in België. Ik deed onderzoek in Ieper*), Veurne, Waregem en Nazareth en verbleef in Zonnebeke.
Marc Dejonckheere interviewde mij voor VIFF Magazine van de Vrienden van het In Flanders Fields Museum. Het tijdschrift plofte gisteren bij me op de mat!

Nederlandse Annelien van Kempen voert onderzoek naar versierde meelzakken uit WO I

Annelien van Kempen onderzoekt de collectie meelzakken van het In Flanders Fields Museum. Foto: Marc Dejonckheere

“De voorbije zomer deed kunstenares en onderzoekster Annelien van Kempen uit het Nederlandse Voorburg met steun van het Koen Kochfonds research naar de versierde meelzakken van Herbert Hoovers Commission for Relief in Belgium in de collectie van het In Flanders Fields Museum in Ieper. De zakken vol meel uit de VS en Canada waren bedoeld als voedselhulp aan het bezette België in WO I.

Annelien van Kempen toont de onbewerkte en bewerkte meelzak ‘Gold Medal’ in de IFFM-collectie. Foto: Marc Dejonckheere

Doorgaans ken je geen ruggengraat of gevoelens toe aan een bloemzak.
De Belgische naaisters, borduursters, kantwerksters en schilders die de zakken kunstig bewerkten, getuigden echter van enthousiasme, creativiteit en vindingrijkheid, evenzeer als patriottisme en diepe dankbaarheid ten aanzien van de gulle schenkers.
Het IFFM herbergt alvast enkele topstukken, die de passie van Annelien van Kempen voor haar onderzoeksobject verder aanwakkerden.”

VIFF Magazine nr. 70, juli-sept. 2019.
De vragen en foto’s zijn van Marc Dejonckheere.

U leest het interview hier.

 

 

*) In het Jaarboek 2020 van het In Flanders Fields Museum is mijn artikel ‘De weldaad van de meelzak’ verschenen. Daarin doe ik verslag van mijn ontdekkingen en schets de context van de collectie versierde meelzakken.

Article in Patakon

Embroidered flour sacks in WW I: Nice souvenirs, serve well as gifts; the profits are worth talking about.
The relic of a heroic people.

My first article about the WW I decorated flour sacks has been published in print!
23 pages with text, photos and a selective bibliography can be found in the September 2019 issue of Patakon, the bakery heritage magazine of the Furnes Bakery Museum.

Summary

The article in Patakon is putting the Furnes Bakery Museum WWI flour sacks in their historical context. Through historical newspaper reports and photographs I broaden and deepen the Belgian perspective on the remembrance culture of the decorated “American” flour sacks.

I present 15 newspaper reports and 8 images from illustrated magazines, published between 1914 and 1918, with flour sacks related quotes.

Ferdine de Wachter is showing proudly her embroidered and decorated flour sack, 1915. Photo courtesy of Rumesta History Circle.

Another 7 images illustrate the relief efforts of women in occupied Belgium, including Madame Vandervelde whose campaign for food aid in the USA resulted in flour sacks, printed with the name of her own Madame Vandervelde Fund.

Embroiderer Ferdine De Wachter, at the age of 18, is proudly standing next to her embroidered flour sack.

My research of the Furnes Bakery Museum flour sack collection led to the discovery of several remarkable details. The detection of similar flour sacks in other collections led to new conclusions through comparative research with the three Furnes decorated flour sacks. In addition, I delved into historical information about the origin of the flour sacks.

These flour sacks are souvenirs that the Furnes Bakery Museum is right to store with care and display with pride.
The article was created in collaboration with Ina Ruckebusch, scientific staff member/collection manager.

The article originally appeared in the Dutch language.
You can read its English translation here.

Artikel in Patakon

‘Geborduurde meelzakken in WO I: Aardige herinneringen, zeer dienstig als geschenk; het overschot is het spreken waard.
 De relikwie van een heldenvolk’.

Mijn eerste gedrukte artikel over de versierde meelzakken in WO I is verschenen!
23 bladzijden met tekst, foto’s en een selectieve bibliografie staan in het 2019-septembernummer van Patakon, het tijdschrift voor bakerfgoed van het Bakkerijmuseum in Veurne.

Samenvatting

Het artikel plaatst de vier meelzakken van WO I in het Bakkerijmuseum Veurne in hun geschiedkundige context.
Via historische krantenberichten en foto’s verbreed en verdiep ik het Belgisch perspectief op de herinneringscultuur van de versierde ‘Amerikaanse’ meelzakken.

Ferdine de Wachter toont haar versierde meelzak, 1915. (afb. Geschiedkundige Kring Rumesta).

Citaten uit 15 krantenberichten en 8 foto’s uit geïllustreerde tijdschriften, verschenen tussen 1914 en 1918, zijn gerelateerd aan de meelzakken.

7 andere foto’s illustreren de inzet van vrouwen, onder meer Madame Vandervelde wiens campagne voor voedselhulp in de VS resulteerde in meelzakken, bedrukt met de naam van haar eigen Madame Vandervelde Fund.

Borduurster Ferdine De Wachter staat als 18-jarige fier naast de door haar versierde meelzak.

Mijn research van de meelzakken in het Bakkerijmuseum leidde tot de ontdekking van opmerkelijke details.  De vondst van gelijkaardige meelzakken in andere collecties leverde via vergelijkend onderzoek met de drie versierde meelzakken in Veurne nieuwe conclusies op.

Versierde meelzak ‘Hunter’s Select’, Hunter Milling Co., Wellington, Kansas, 1915/1916. Coll. en foto Bakkerijmuseum Veurne

Daarnaast diepte ik historische informatie op over de herkomst van de meelzakken.

Het Bakkerijmuseum Veurne houdt vier meelzakken van WO I met zorg in bewaring.  In samenwerking met Ina Ruckebusch, wetenschappelijk medewerker/collectiebeheerder, is het artikel tot stand gekomen.

Je leest het artikel hier.

Detail van meelzak ‘Valleyfield’: Belgische en Franse vlag in verbleekte kleuren op de buitenkant. Coll. Bakkerijmuseum Veurne
Hetzelfde detail aan de binnenkant in frisse kleuren. Coll. Bakkerijmuseum Veurne. Beide afb. Annelien van Kempen.

 

 

Translate »