Kerstmis 1914-1917

1914

Op 25 en 26 december ontvangt St. Joost-ten-Noode de eerste zakken meel uit Amerika:  200 zakken meel, waarvan 176 zakken meel van 64 kg te verdelen onder de bakkers: ‘L’ ALIMENTATION’. – La commune de St-Josse-ten-Noode, a reçu les 25 et 26 courant, 200 sacs de farine; 176 sacs ont été réparti entre les boulangers de la commune et 24 sacs ont été remis à l’Œuvre de l’alimentation de la commune. Chaque sac était de 64 kilos. (Le Bruxellois, 30 december 1914)

Le Temps Présent
De coverfoto van het Kerstnummer van Le Temps Présent toont een kleuter, een hongerig meisje, happend in een dikke, belegde boterham. Het zou een iconische foto worden. De foto van de etende hummel is tot op de dag van vandaag in gebruik als beeldvorming over de voedselhulp aan België in de Grote Oorlog.

‘”Heureux Age”: Een kleine vluchtelinge uit Diksmuide laat haar eetlust niet bederven door de oorlog’.  Brussel, ‘Le Temps Présent’, 25 december 1914.

The Chicago Evening Post
In de Amerikaanse krant The Chicago Evening Post was de foto van het meisje al eerder verschenen. Op dinsdag 24 november 1914, de vooravond van Thanksgiving Day, stond deze op de voorpagina van de krant in Chicago: ‘Belgian Mite Gets First Bite in 2 Days’ (‘Belgische hummel neemt haar eerste hap sinds twee dagen’).
De foto blijkt gemaakt door een fotograaf van uitgeverij Doubleday-Page, New York City: ‘Doubleday-Page Photo’. [1]

Dinsdag 24 november 1914, The Chicago Evening Post ‘Belgische wees in Holland’. Foto: Doubleday-Page Photo

Het onderschrift is een oproep van de krant om geld te geven voor de voedselhulp aan België.
‘Foto genomen in Nederland toont Belgische wees die haar eerste hap voedsel eet na twee dagen alleen en hongerig te hebben rondgezworven. Het zijn zulke verwaarloosde kinderen die het meelfonds van The Post zal helpen. Verstuur vandaag nog uw cheque.’

War Bread
De journalist Edward Eyre Hunt (1885-1953) schreef in het boek ‘War Bread’  over zijn ervaringen in België toen hij werkte in de provincie Antwerpen voor de Commission for Relief in Belgium (CRB).

“De kleine vluchtelinge”, de titelplaat in het boek “War Bread” van Edward E. Hunt, 1916

In zijn Amerikaanse boek gebruikt Hunt op de titelplaat de foto van het meisje (met het simpele bijschrift “War Bread” (Oorlogsbrood)): de hummel, genietend van een dikke boterham.

Hunt doet verslag van het versieren van meelzakken door dames in Antwerpen. Het bijschrift onder de foto van zes versierde meelzakken is: “FLOUR SACKS. Embroidered and painted by the Belgians as souvenirs for the Americans.” (Meelzakken. Geborduurd en geschilderd door de Belgen als souvenirs voor de Amerikanen). Door mijn onderzoek naar de versierde meelzakken in WOI kan ik hier aan toe voegen dat de Belgen de souvenirs niet alleen voor de Amerikanen, maar zeker ook voor zichzelf maakten.

 

Versierde meelzakken uit Antwerpen, cadeau gedaan aan Edward E. Hunt. Foto in War Bread, 1916
‘Vluchtelingenmeisje te Breda’, zwart krijt tekening van Louis Ketels, 1917. Coll. Museum Plantin-Moretus; foto uit boek Diane De Keyzer

Nieuwe meesters, magere tijden
Museum Plantin-Moretus in Antwerpen bewaart in het Prentenkabinet een tekening in zwart krijt van tekenaar Louis Ketels, gedateerd 4 september 1917, met titel ‘Vluchtelingenmeisje te Breda‘.
Een afdruk van de tekening met als titel ‘Oorlogskind, kind van de rekening‘ is te vinden op blz. 50 in het boek ‘Nieuwe meesters, magere tijden’ van Diane de Keyzer (2013).

De foto van het “de kleine vluchtelinge” is door Louis Ketels exact nagetekend in spiegelbeeld!

WWI Crusaders

“De Belgische hummel” op de backcover van Jeffrey B. Miller, WWI Crusaders, 2018

Honderd jaar later is de foto van de Belgische hummel opnieuw actueel. In 2018 verscheen ‘WWI Crusaders’, in 2020 ‘Yanks behind the Lines’ van auteur Jeffrey B. Miller. De hummel siert de cover van beide boeken.
De auteur is een kleinzoon van de Antwerpse Erica Bunge (1892-1986), die trouwde met CRB-medewerker Milton M. Brown (1893-1979). Miller beschrijft  de liefdesgeschiedenis van zijn grootouders en het intensieve leven van de jonge mannen en vrouwen die werkten voor de CRB van augustus 1914 tot mei 1917.

Als ik naar de foto’s kijk en de bijschriften lees, vraag ik me af: was ze een Belgische vluchtelinge in Breda, Nederland, of was ze in Diksmuide, België? Was ze een wees? Is dit echt haar eerste hap in twee dagen geweest?

1915

De coverfoto van L’ Evénément Illustré toont een schildering van de kunstenaar Gaston Haustraete.

Gaston Haustraete: ‘Noël 1915. Vision…’, L’ Evénément Illustré, 25 december 1915
Gaston Haustrate, Portret op meelzak, 1915, Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Tx, VS

Met Haustraete (Everbeek, 1878 – Elsene, 1949) heb ik kennis gemaakt door zijn geschilderde meelzak van de Thompson Milling Co., opgenomen in de Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Texas, VS. Het kinderportretje op de meelzak vertoont een opvallende gelijkenis met het portret van het kindje op de kerstcover. Op beide schilderingen houdt het kindje iets vast in zijn rechterknuistje, op de coverfoto lijkt het een soldaatje, symbool voor vader, vechtend aan het front? De rode bloemetjes op de meelzak staan symbool voor de hoop. Het verhaal van de meelzak staat beschreven in mijn blog over de Moulckers Collection van 30 november 2018.

 

 

Advertentie in La Belgique, 23 december 1915

December oproep in de krant: “Ga kijken naar de Amerikaansche Zakken. Werkstukken gemaakt door arbeidsters. Nieuwstraat 105 in Brussel”.

 

 

 

 

In Anderlecht, bij Brussel, opende in december 1915 in de veeartsenijschool een tentoonstelling van kunst en toegepaste kunst, waar via een verloting kunstwerken verkregen konden worden. De opbrengst was voor de goede werken van de plaatselijke hulp- en voedingskomiteit.

Tentoonstellingsaffiche gemeente Anderlecht. L’ Evénément Illustré, 1 januari 1916
Slabbetje van meelzak, ‘Bébé, Anderlecht 1914-1915. Collectie HHPLM

Ik vermoed dat er versierde meelzakken zullen zijn aangeboden tussen de kunstwerken. In Anderlecht was het instituut van de Sœurs de Notre Dame, een beroepsschool voor meisjes, gevestigd. Zij hebben zeer veel meelzakken tijdens de lessen klassikaal versierd. Het Herbert Hoover Presidential Library and Museum in West Branch, Iowa bezit tientallen  werkstukken van de leerlingen uit Anderlecht.

 

Evariste Carpentier, Meelzak Preston Milling Co., Noël 1915, ansichtkaart, Luik

Evariste Carpentier (Kuurne, 1845 – Luik, 1922) beschilderde een meelzak van Preston Milling Co., uit Preston, Idaho, VS. Als vooraanstaand schilder en voormalig directeur van de Academie van Schone Kunsten in Luik, maakte de kerstschildering indruk. Een foto werd vermenigvuldigd als ansichtkaart, die werd verkocht voor het goede doel, de soepbedeling in Luik. De ansichtkaarten zijn nog altijd gewilde verzamelobjecten.

De oud-leerlingen van de Academie in Luik organiseerden in de kerst- en nieuwjaarsperiode de 15e Salon van Kunst en Toegepaste Kunst waarvan de opbrengst onder meer bestemd was voor de ‘Solidarité Artistique’. Het fonds gaf op discrete wijze hulp aan de talrijke armlastige  kunstenaars, die getroffen waren door de oorlogs-omstandigheden. In het programmaboekje staan diverse borduurwerken vermeld van de dames Irma Terhell en Nina Kepenne-Delheid, maar ik kan er niet uit opmaken of het versierde meelzakken waren.

 

 

 

 

 

1916

Vrouwen en jonge kinderen rond de kerstboom vullen de schildering op de cover van het kerstnummer.

‘De Kerstboom’, L’Evénément Illustré, 23 december 1916

“C’est la fête intime de la famille, qui réunit tous les cœurs en une douce communion de pensées, de souvenirs et de joies. (Het is het intieme familie feest, dat alle harten tesamen brengt in een tedere gemeenschap van gedachten, herinneringen en vreugde).”

1917

In Londen, in de grote hal van het gebouw Criterion, verzamelde zich een elite-gezelschap voor het bijwonen van een thé-concert, georganiseerd door een omvangrijk dames-comité, ten behoeve van de ‘Noël des Petits pauvres d’ Anvers’ (Kerstmis van de Kleine armen van Antwerpen). Het concert begon met een oude dans van dansers in klassieke costuums, daarna zongen enkele solisten prachtige liederen. Het volgende intermezzo bevatte de verkoop bij opbod van een serie geborduurde meelzakken. De veiling bracht 40 Engelse ponden op.

La Métropole d’Anvers, 25 december 1917

Georges Desplas, die op het programma vermeld stond met de pompeuze titel ‘officiële spreker van het Belgische leger’, … kreeg veel applaus na het zingen van zijn legerliederen. Met een verbluffende energie trad hij, al improviserend, op als veilingmeester, die in België versierde, geborduurde meelzakken van WOI op de veiling zette. Hij haalde bijna veertig pond op, die overgemaakt zal worden aan het goede doel; het resultaat van zijn spraakwaterval …

De Belgische kranten vermelden eind 1916 en eind 1917 weinig berichten over versierde meelzakken. De bevolking had zwaar te lijden onder voedsel- , kleding- en brandstofschaarste en ijskoude winters.

 

[1] ‘Doubleday-Page Photo’:
Merk op dat de naam Page verwijst naar Walter Hines Page (Cary, North Carolina, 15.08.1855 – Pinehurst, North Carolina, 21.12.1918), de ambassadeur van de Verenigde Staten in Groot-Brittannië tijdens WO I. Page had een imposante carrière als journalist en uitgever voordat hij in maart 1913 tot ambassadeur in Londen werd benoemd door President Wilson. Page was van 1900-1913 partner in de uitgeverij Doubleday, Page & Company.

 

 

 

 

Verwondering over een Koene Held

Het nagelaten dagboek en de brieven van een jonge, Belgische militair, gestorven tijdens het slotoffensief van de geallieerden in september 1918, hebben de arts Patrick Loodts vele jaren gemotiveerd om antwoorden te vinden op zijn vraag: “Waarom en hoe accepteerde onze westerse maatschappij in de Eerste Wereldoorlog deze volstrekte holocaust en offerde het zijn complete, jonge en mannelijke generatie op?” Loodts heeft na diepgaand onderzoek, schrijven en publiceren op zijn website ‘Médecins de la Grande Guerre’ de antwoorden op zijn vraag niet kunnen geven en besefte dat het onmogelijk is om als mens de denkwijze van de samenleving meer dan een eeuw her, volledig te begrijpen.

Des te meer weet Loodts één ding onbetwistbaar zeker en benoemt het tot eeuwige waarheid: “WO I was volstrekte waanzin, die jonge Europeanen een ‘Dantesque’-universum oplegde, hen een kosmos instuurde waar de hel was losgebarsten“.

Afscheid van vrouw en kind, foto in Het 14-18 Boek, collectie In Flanders Fields Museum, Ieper

Eind juli, begin augustus 1914 zijn Belgische soldaten gemobiliseerd omdat er oorlog dreigt. Op dat ogenblik is nagenoeg iedereen er van overtuigd dat de oorlog niet lang zal duren. Deze foto van een man, die afscheid neemt van vrouw en kind, toont de standaarduitrusting van de Belgische soldaat.
Ik citeer Daniël Vanacker in ‘Het 14-18 Boek. De kleine Belgen in de Grote Oorlog’, p. 7: “Lange donkerblauwe kapotjas met een dubbele rij knopen, een grijsblauwe broek, leren beenkappen en op zijn buik een leren tas voor zijn patronen en andere benodigdheden. Op zijn hoofd staat een ronde donkerblauwe kwartiermuts met onderaan een rode band. Vooraan ontbreken de kokarde met Belgische kleuren en het nummer van het regiment. In de linkerhand houdt de man zijn pijp en een mausergeweer 7,65 mm (zonder bajonet).”

Tentoonstelling van HeverStam in 2018

Heemkundige Verzamelkring St. Amands HeverStam herdacht met de tentoonstelling ‘Het gezicht van de Groote Oorlog’ in 2018 het einde van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden.

Ze toonden een versierde meelzak waarop in beeld en tekst de verschrikking van de oorlog tot je komt, maar op een wonderlijke wijze van kleur, fragiliteit, schoonheid en idealisme.

 

Versierde meelzak ‘Koene Held van Oppuurs’
“Koene Held Sterf Getroost! Amerika Zorgt voor Gade en Kroost.” staat geborduurd in vlammend rode letters
Stervende soldaat in het groene gras
Blonde engel met zilvergrijze vleugels

Een soldaat, gekleed in donkerblauwe jas, grijsblauwe broek en leren laarzen ligt stervend in het groene gras. Zijn leren tas ondersteunt zijn hoofd, zijn donkerblauwe kwartiermuts met rode rand en letter B ligt naast hem in het gras, in de rechterhand houdt de man zijn geweer. Een blonde vrouwenengel met zilvergrijze vleugels, gekleed in ruim geplooide roze japon, knielt op de nevelen van een blauwgrijze wolk en buigt zich over de soldaat. In de rechterhand houdt zij het Belgische vaandel, in de linkerhand reikt zij een groene lauwerkrans met rode bessen.

Geborduurd klimopblad

Klimopranken omslingeren de geborduurde lijst, waarin de vlaggen van vier geallieerde landen in de hoeken:  het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland; de Derde Franse Republiek; het Koninkrijk Italië; het Keizerrijk Rusland.
Midden bovenin, tussen de jaartallen 1914-1916 een schild/vlag van de Verenigde Staten van Amerika, neutraal tot april 1917 en brenger van de voedselhulp naar bezet België.

Kanten rand met bloemetjes en blaadjes

Een brede rand fijn, transparant, kant vol bloemetjes en blaadjes, omlijst het doek.

Dit is een bijlage met de volledige inventarisatie van deze meelzak.
De versierde meelzak heeft geen zichtbare herkomst bedrukking, geen stempel van een komiteit, geen beschadigingen of gaatjes in het doek: de benodigde kenmerken om het te kunnen vatten onder de typologie van ‘Amerikaanse meelzak’. Toch, door afmeting en de bewerkingen met borduur-, kant- en naaiwerk doet het zich voor als Versierde Meelzak in WO I.

Eendachtig de woorden van Patrick Loodts probeer ik de denkwijze van de borduurster van de meelzak honderd jaar geleden voor te stellen. De tekst is Vlaams, de beeltenis religieus romantisch. Het patroon van het borduurwerk zal zelf ontworpen zijn, bekwaamheid en kennis van zaken spreekt uit de detaillering van de afbeelding. Kennelijk had dit borduurwerk de bedoeling in België te blijven, niet als ‘dank je’ wel’ naar Amerika te worden gezonden.

Het is een Belgisch oorlogssouvenir met troostrijk woord en beeld voor mannen die dreigden hun leven op het slagveld te verliezen en zich erom bekommerden of hun vrouwen en kinderen wel verzorgd achter zouden blijven. Het antwoord was ja, Amerika zorgt voor vrouw en kinderen. Op een manier komt het mij naïef over, als getrouwde vrouw met een man, vechtend in de loopgraven, zou ik dit niet borduren, evenmin als meisje op school met een vader op het slagveld. De enige voorstelling, die ik mij kan maken, is dat dit doek geborduurd is door nonnen in een klooster. Zij waren vaardige borduursters en brengers van zorg en troostende, stichtelijke woorden.

De bewaarders van de versierde meelzak zijn Jeanne en Jozef De keersmaecker-Verbruggen in Oppuurs. Zij vonden het terug in het huis van Jeanne’s vader, Frans Verbruggen. Twee van zijn zussen, Irena en Antoinette Verbruggen, traden in het klooster; ze waren als meisjes op school geweest bij de nonnekes Annonciaden in Oppuurs. Dat was tijdens de Groote Oorlog en zij borduurden zelf ook op meelzakken. Het verhaal van de families De Keersmaecker en Verbruggen is in het boek ‘Geschiedenis van Oppuurs 1311-2003’ uitvoerig opgetekend door Jozef De keersmaecker. Dat is stof voor een volgend blog (zie ‘Dank van Oppuers‘, 30 december 2019).

Voor nu verwonder ik me over het borduur- en kantwerk van de koene held, de verschrikkingen van de oorlog in relatie tot de hulp uit Amerika zag ik niet eerder op een versierde meelzak uitgedrukt.

Over boeken en bibliotheken

De ontstaansgeschiedenis en de waarde van de ‘Versierde Meelzakken in WOI’ is in boeken, tijdschriften en online vaak beschreven. Ik heb inmiddels vele primaire en secundaire bronnen geraadpleegd, zie mijn bibliografie.

Primaire bronnen zijn geschreven door personen, die zelf in de jaren van WOI en direct erna betrokken zijn geweest bij de Versierde Meelzakken. Secundaire bronnen zijn geschreven door personen die er niet direct bij betrokken zijn geweest, baseren zich op primaire bronnen en zijn in latere jaren gemaakt.

Secundaire bron uit 2006: Het 14-18 Boek van Daniël Vanacker. ‘Het bezette land’, p. 316-330 biedt foto’s en geschiedenis over hulp, voeding, bewerking van meelzakken en patriottisme, bibliotheek AvK

Auteur Daniël Vanacker van Het 14-18 Boek (2006), noemde me twee Belgische primaire bronnen uit 1916 en 1919 met referentie naar versierde meelzakken.
Waar zou ik die boeken kunnen lezen?
Zijn suggestie was de Koninklijke Bibliotheek/Bibliotheque Royale van België (KBR) in Brussel.
Omdat ik in Voorburg bij Den Haag woon, was mijn praktische gedachte: de Koninklijke Bibliotheek van Nederland (KB) in Den Haag.

Eerste actie was dan ook online zoeken op de website WorldCat.org, die tip kreeg ik lang geleden van mijn dochter, promovenda aan de Universiteit Leiden, wetenschappers zoeken zo wereldwijd en vinden hun boeken, artikelen en tijdschriften in de dichtst bij zijnde bibliotheek. Een aanrader voor iedereen die publicaties zoekt.

Mijn actie had resultaat. De serie Belgische boeken waren in de KB in depot en uitleenbaar. Ik vroeg de boeken online aan en de volgende dag fietste ik langs de KB en haalde de boeken op. Boeken van 100 jaar oud zijn meestal alleen in de bibliotheek te raadplegen, gelukkig mochten deze mee naar huis. Saillant detail was dat een deel van de boeken nog niet eerder uitgeleend was door de KB en daarom niet online in de catalogus vindbaar was.

Jean Massart, ‘België’s verzet tegen de Duitsche overheersing: bijdrage tot het lijdensboek van België’, 1916, bibliotheek KB

Jean Massart publiceerde in 1916 ‘Comment les Belges résistent à la domination allemande. Contribution au Livre des douleurs de la Belgique’.
Massart, een vooraanstaand Belgisch wetenschapper, doet verslag van hoe hij in zijn land het eerste jaar van de Duitse bezetting heeft beleefd, hij beschrijft vernielingen, opeisingen, tekorten, censuur, beperking van bewegingsvrijheid, gevangennemingen, etc. In augustus 1915 wist hij aan gevangenneming door de Duitsers te ontkomen en vluchtte met zijn gezin naar Frankrijk, waar hij zijn boek uitgaf.

Bijlagen in het boek zijn foto’s. Eén foto toont de etalage van een bakkerij ‘Boulangerie-Patisserie Verviétoise’ met zes geleegde meelzakken geshowed op een rij achter twee Amerikaanse vlaggen en boven de uitstalling van 40 broden. Het onderschrift luidt:

Massart: “Etalage van een bakkerij versierd met zakken waarin de Amerikanen ons bloem sturen. Veel van deze zakken worden teruggestuurd naar de Verenigde Staten, nadat de Belgische dames spreuken hebben geborduurd en bedankt.”

Massart verklaart de uitstalling in de bakkerij als een uiting van Belgisch patriottisme, gericht tegen de Duitse bezetting.

Hubert Bovens uit Wilsele, gespecialiseerd in familieopzoekingen heeft geprobeerd de locatie van de Boulangerie-Pâtisserie Verviétoise te achterhalen, het straatnummer is zichtbaar op de foto, het eindigt op ‘43’. Maar in welke stad of dorp is dit? Daniël Vanacker benadrukt dat de stad Brussel of Luik zal zijn, gelet op de verwijzing van Massart naar p. 204, de paragraaf ‘La gratitude des Belges envers les Etats-Unis’:
“La Belgique sait que c’est aux Etats-Unis qu’elle doit d’être ravitaillée. Sans la charité américaine notre patrie sombrait dans la détresse ou l’avaient plongée les exactions allemandes. Nul ici ne l’oubliera jamais et c’est au nom de la nation entière que le Roi Albert a remercié l’Amérique.
C’est à titre d’hommage, et aussi de reconnaissance, que le 22 février 1915, jour anniversaire de l’Indépendence américaine, les Belges portaient à la boutonnière la médaile avec le drapeau étoilé…
; à Liège, les officiers ont même arraché les insignes américains à des femmes et à des jeunes filles.”
(“België weet dat het aan de Verenigde Staten te danken is dat ze gevoed wordt. Zonder de Amerikaanse liefdadigheid zou ons vaderland op de rand van de afgrond staan ten gevolge van de Duitse wreedheden. Niemand hier zal het ooit vergeten en het is in naam van de hele natie dat koning Albert Amerika heeft bedankt. Het is als eerbetoon en teken van dankbaarheid dat op 22 februari 1915, de verjaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid, de Belgen in hun knoopsgat een versiersel met de stars-and-stripes droegen…; in Luik trokken Duitse officieren zelfs de Amerikaanse versierselen van de kleding van vrouwen en meisjes af.”)

Hubert Bovens ontdekte op internet een hedendaagse bakkerij Boulangerie-Pâtisserie Verviétoise in Sougné-Remouchamps, provincie Luik en pleegde een telefoontje. Jammer, er lijkt geen verband te zijn met de fotobijlage in het boek van Massart. We zouden er zo graag een broodje gaan eten.

Louis Gille, e.a. ‘Vijftig maanden Duitse bezetting’, deel I, 1914-1915,  1919, bibliotheek KB.

‘Cinquante Mois d’Occupation Allemande’ is geschreven door de journalisten Louis Gille, Alphonse Ooms en Paul Delandsheere tijdens de Eerste Wereldoorlog en afgerond in november 1918. In vier delen geven de auteurs vanuit hun woonplaats Brussel hun ooggetuige-verslag van de 50 maanden Duitse bezetting. Het verslag leest als een dagboek en is ingedeeld op jaar, maand en dag. Zaterdag 17 juli 1915 bevat het bericht over de ‘sacs américains’, ze zijn bijzonder geliefd onder de verzamelaars van oorlogssouvenirs:

Zaterdag 17 juli 1915
De Amerikaanse zakken die het tarwemeel hebben bevat voor het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit (NHVK) zijn bijzonder geliefd onder verzamelaars van oorlogssouvenirs. De zakken zijn voorzien van opdrukken en hoe karakteristieker de bedrukking, hoe hoger de verkoopprijs. Een zak van 30 francs is bedrukt met blauwe en rode letters, de tekst luidt in het Engels:

Van de stad Springfield (Ohio)
Als getuigenis van genegenheid
Onze vrienden de Belgen
Aan deze heroïsche natie
God zegene het!

Profiel van een indiaan op een beschilderde en geborduurde meelzak ‘Sperry Mills American Indian’, Sperry Flour Company, Stockton, Californië. Particuliere collectie, België.

De zakken dragen behalve teksten, ook afbeeldingen in kleur; bijvoorbeeld het profiel van een Indiaan uit het Wilde Westen met verentooi.*) Het Nationaal Komiteit laat een groot aantal van deze zakken borduren, waarop vervolgens in zijden garens kleine Amerikaanse en Belgische vlaggen worden toegevoegd.
De borduursters maken schorten, lampenkappen, centerpieces, rugleuningen van fauteuils, gordijntjes. Meerdere zakken die aldus zijn getransformeerd en verfraaid, keren terug naar de Verenigde Staten als uiting van dankbaarheid van onze natie voor de hulp die we hebben ontvangen” (eigen vertaling).

 

Het verbaast me steeds met welk gemak ik de meeste publicaties ter beschikking krijg. De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is goed voorzien van Belgische titels, zowel Nederlands- als Franstalige.

Rijksmuseum, Amsterdam

Heeft de KB het niet in huis, dan zijn er andere bibliotheken in Nederland om gebruik van te maken.

Charlotte Kellogg, ‘Bobbins of Belgium’, 1920, bibliotheek Rijksmuseum

Zo kwam ik in Amsterdam terecht in enerzijds de prachtige, oude bibliotheek van het Rijksmuseum en anderzijds de moderne bibliotheek van het

Lalla Vandervelde, Monarchs and Millionaires, 1925, bibliotheek IISG

Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). De bibliotheek van de Vrije Universiteit staat er nog op mijn wensenlijst.

Thérèse de Dillmont, ‘Encyklopaedie der weiblichen Handarbeiten’, 1890, bibliotheek TextielMuseum
Margaretha Verweij, Borduurpatronen 1908-1912, bibliotheek TextielMuseum

In Tilburg bezocht ik de bibliotheek van het TextielMuseum en had een zeer interessant gesprek met bibliothecaris Jantiene van Elk. Het TextielMuseum heeft geen kleding of handwerk van versierde meelzakken van WO I in de collectie, noch zijn er boeken of publicaties over het onderwerp aanwezig.

Ida van Emsteder-Winkler, ‘De technieken van Kunstnaaldwerk’, 1910, bibliotheek TextielMuseum
Roszika Parker, ‘The Subversive Stitch. Embroidery and the making of the feminine’, 1984, bibliotheek TextielMuseum

Toch was mijn bezoek aan de bibliotheek buitengewoon waardevol, omdat Jantiene me textielboeken aanreikte met borduurpatronen en -technieken uit begin 1900. Ook gaf ze mij input via hedendaagse boeken over textiel en vrouwen/emancipatie en ’subversief’ werken met textiel.

De adviezen van deze bibliothecaris vormen een afspiegeling van de prettige manier waarop de bibliotheken me wegwijs maken in hun boekenbezit.

 

 

 

 

*)Zie ook mijn blog ‘Meelzakken in Dendermonde’ van 11 november 2019

Beschilderde meelzakken in Dendermonde

Stadhuis Dendermonde in de voormalige Lakenhalle met het Belfort

Een week geleden vermaakte ik me online met een speurtocht naar ‘Indianenzakken’, dat zijn meelzakken van ‘Sperry Mills American Indian’ van de Sperry Flour Company in Stockton, Californië. Tot mijn verrassing ontdekte ik zo een beschilderde zak in Dendermonde via een artikel van de heemkundige kring Haaltert.*) Ze brachten me in contact met de verzamelaar en halsoverkop reisde ik af naar België voor nader onderzoek naar deze unieke collectievondst. Een verslag van mijn zakkenreis.

Gérard Hollaert temidden van zijn verzameling versierde meelzakken.

“Op de veiling in Brussel, los verkocht, een bundel textiel, het leek een baal vodden”, zo deed Gérard Hollaert de aankoop van zijn collectie meelzakken bij Galerie Moderne. “Ik heb wel 13 van die bloemzakjes”, vervolgde hij, “in twee keer gekocht op de veiling, tientallen jaren terug.” De bundel meelzakken die tevoorschijn kwam was indrukwekkend, dat waren er méér dan dertien stelde ik vast. Bij inventarisatie telden we totaal 24 meelzakken!

Detail van de geborduurde meelzak ‘Sperry Mills American Indian’
Het sierband met franje is met de hand aangezet

Zijn eerste meelzak was een geschenkje van de buren, ze wilden er van af, een geborduurde lap, ooit een kussentje geweest, nu half vergaan en na wat uitpellen kwam er een geborduurd meelzakje tevoorschijn. De vader van Gérard Hollaert wist hem er het fijne van te vertellen: de voedselhulp in de Groote Oorlog, een indrukwekkend verhaal. Zijn interesse was voor altijd gewekt en leidde hem naar de textiel aankopen in Brussel.
“Wat vond uw vrouw ervan, had zij interesse in de meelzakken?”, vroeg ik me hardop af. “Ze liet me maar begaan”, zeg hij, “Agnes Eeman (1932-1990) geboren in een boerenfamilie met acht kinderen, vier meisjes en vier jongens uit Denterhoutem, Haar oudste zus heette Paula, mijn schoonvader had de bijnaam Pasjaal.”

De serie van vijf beschilderde meelzakken ‘Sperry Mills American Indian’ van Sperry Flour Co, Stockton, Californië
Het naaimachine stiksel loopt naast de gaatjes van het oorspronkelijke stiksel van de meelzak

Een serie van vijf beschilderde meelzakken ‘Sperry Mills American Indian‘ komt tevoorschijn uit de stapel meelzakken.  De gezichten van de indianen hebben ieder een eigen uitdrukking, hun verentooi is kleurrijk in de verf gezet.

Drie zakken hebben geborduurde letters, ze zijn open getornd voor het borduurwerk, daarna opnieuw dichtgenaaid, de stiknaad van de naaimachine is te zien naast de gaatjes van het oorspronkelijke stiksel.  Zouden studenten op school de zakken hebben beschilderd en daarna geborduurd?

Een serie van 9 zakken American Commission
Idyllisch landschap ‘L’Yser entre Nieuport et Dixmude’ met signatuur S. Chotteau 1916 (Sylvia Chotteau, née Moucheron, zie aanvulling op dit blog van oktober 2023)

Een tweede serie van  negen beschilderde zakken draagt de bedrukking ‘American Commission’. Elk exemplaar is voorzien van een landschap (7x), graanschoven (3x) en/of de Vlaamse leeuw (5x).
De patriottische bedoeling krijgt nadruk door de aanduiding van de plek: L’Yser, Nieuport, Dixmude, Dinant Rocher Bayard (in het Frans).

De Vlaamse leeuw verbreekt zijn ketenen

De Vlaamse leeuw ontdoet zich van de ketenen met de vlammende tekst: ‘Zij zullen hem niet temmen, zoolang een Vlaming leeft…’ (in het Nederlands).
Ook twee meelzakken uit Kansas en Kentucky zijn beschilderd met de Vlaamse leeuw. De schildering op een meelzak uit Oregon is een landschap met de IJzer.

Koning Albert I in twee portretten

 

De herkomst van de derde serie blijkt de staat Illinois: Chicago’s Flour Gift van de Star & Crescent Milling Company, verstuurd naar bezet België dankzij de hulpactie van de krant Chicago Evening Post. Het leverde twee kleurrijke portretten op van Koning Albert I.

De vierde serie zijn meelzakken met herkomst uit Canada: ‘Flour. Canada’s Gift.’ Het schilderwerk zijn een allegorische voorstelling van een vrouw met kroon en vaandel en twee Belgische militairen, waarvan een met vaandel.

 

‘Flour. Canada’s Gift.’, drie beschilderde meelzakken
Detail van allegorische schildering op Canadese meelzak

Dan hebben we 24 meelzakken getypeerd en in beeld gebracht. Gérard Hollaert en ik bespreken de plaats waar de zakken met meel in België zijn aangekomen en geleegd.

Stempel ‘CNSA pour le Brabant’

Overduidelijk bewijs voor de beschilderde zakken is aanwezig: dit was in de provincie Brabant, op voor- en achterzijde is gestempeld door het provinciale Comité de Secours et d’Alimentation pour le Brabant.

Gérard Hollaert duidt de schilderingen van koning Albert I met Belgisch vaandel en de Vlaamse leeuw die de ketenen verbreekt.

Wie de schilders zijn geweest, hoeveel en of ze in onderwijs of werkverband de meelzakken hebben beschilderd, blijft voor ons de vraag.

Gérard Hollaert is actief lid van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, hij fungeerde ook als bestuurslid. Hij bewaart een uitgebreide verzameling seriematig beschilderde meelzakken van WO I. Het werk van de Belgische kunstenaars is doordrenkt van vaderlandsliefde in de bezettingstijd 14-18.

Ik ben hem zeer erkentelijk voor de gastvrijheid bij hem thuis en de gedachtenwisseling over zijn collecties.

 


AANVULLING oktober 2023
De signatuur S. Chotteau is van mevrouw Sylvia Chotteau, née Moucheron (°Laken 15-05-1869 +vóór 27-10-1944); zij huwde met Henri Chotteau op 6 juli 1897 te Laken. Het echtpaar kreeg een zoon, Hector Chotteau. Vader en zoon waren beiden advocaat bij het Hof van Beroep. Het gezin woonde in Avenue Galilée in Sint-Joost-ten-Node.
Sylvia Chotteau was 46 jaar toen zij de meelzak(ken) beschilderde.

 

Dank aan Hubert Bovens te Wilsele voor de biografische gegevens van Sylvia Chotteau.

*) Pots, Luc, Beschilderde meelzakken: stille artistieke getuigen van de Amerikaanse voedselhulp tijdens ‘den Grooten Oorlog’. Haaltert: Mededelingen Heemkundige Kring Haaltert en deelgemeenten, 35e jaargang 2015-nr. 4, p. 7-9

The emotions of the flour sack

In June 2019 I did research in the Ypres Salient, Belgium.
The Friends of the In Flanders Fields Museum published this interview in VIFF Magazine no. 70, 2019-3:

“Last summer, artist and researcher Annelien van Kempen, hailing from Voorburg in the Netherlands, did research on the collection of the In Flanders Fields Museum in Ypres, focusing on the decorated flour sacks of Herbert Hoovers Commission for Relief in Belgium with support of the Koen Koch Foundation.
The Koen Koch Foundation raises funds through membership fees and donations to the Friends of the In Flanders Fields Museum to support students and trainees with their studies on WWI in the Ypres Salient or on the IFFM Collection.

The sacks of flour from the USA and Canada were intended as food aid to occupied Belgium in World War I. Generally, you do not assign a backbone or feelings to a flour sack. The Belgian seamstresses, embroiderers, lace workers and painters who artfully worked on the sacks, however, testified to enthusiasm, creativity and ingenuity, as well as patriotism and deep gratitude towards the generous donors. The IFFM already houses a number of masterpieces, which further fueled Annelien van Kempen’s passion for her research subject.”

Interview and photos by Marc Dejonckheere.

You can read the interview here.

My article ” Flour sacks. The art of charity” has been published in the 2020 Yearbook of the In Flanders Fields Museum, Ypres. In the article I describe my discoveries and put Ypres’ collection of flour sacks in their historical context.  Please read my blog here.

De emotie van de meelzak

In juni 2019 ben ik op zakkenreis geweest in de Westhoek in België. Ik deed onderzoek in Ieper*), Veurne, Waregem en Nazareth en verbleef in Zonnebeke.
Marc Dejonckheere interviewde mij voor VIFF Magazine van de Vrienden van het In Flanders Fields Museum. Het tijdschrift plofte gisteren bij me op de mat!

Nederlandse Annelien van Kempen voert onderzoek naar versierde meelzakken uit WO I

Annelien van Kempen onderzoekt de collectie meelzakken van het In Flanders Fields Museum. Foto: Marc Dejonckheere

“De voorbije zomer deed kunstenares en onderzoekster Annelien van Kempen uit het Nederlandse Voorburg met steun van het Koen Kochfonds research naar de versierde meelzakken van Herbert Hoovers Commission for Relief in Belgium in de collectie van het In Flanders Fields Museum in Ieper. De zakken vol meel uit de VS en Canada waren bedoeld als voedselhulp aan het bezette België in WO I.

Annelien van Kempen toont de onbewerkte en bewerkte meelzak ‘Gold Medal’ in de IFFM-collectie. Foto: Marc Dejonckheere

Doorgaans ken je geen ruggengraat of gevoelens toe aan een bloemzak.
De Belgische naaisters, borduursters, kantwerksters en schilders die de zakken kunstig bewerkten, getuigden echter van enthousiasme, creativiteit en vindingrijkheid, evenzeer als patriottisme en diepe dankbaarheid ten aanzien van de gulle schenkers.
Het IFFM herbergt alvast enkele topstukken, die de passie van Annelien van Kempen voor haar onderzoeksobject verder aanwakkerden.”

VIFF Magazine nr. 70, juli-sept. 2019.
De vragen en foto’s zijn van Marc Dejonckheere.

U leest het interview hier.

 

 

*) In het Jaarboek 2020 van het In Flanders Fields Museum is mijn artikel ‘De weldaad van de meelzak’ verschenen. Daarin doe ik verslag van mijn ontdekkingen en schets de context van de collectie versierde meelzakken.

Article in Patakon

Embroidered flour sacks in WW I: Nice souvenirs, serve well as gifts; the profits are worth talking about.
The relic of a heroic people.

My first article about the WW I decorated flour sacks has been published in print!
23 pages with text, photos and a selective bibliography can be found in the September 2019 issue of Patakon, the bakery heritage magazine of the Furnes Bakery Museum.

Summary

The article in Patakon is putting the Furnes Bakery Museum WWI flour sacks in their historical context. Through historical newspaper reports and photographs I broaden and deepen the Belgian perspective on the remembrance culture of the decorated “American” flour sacks.

I present 15 newspaper reports and 8 images from illustrated magazines, published between 1914 and 1918, with flour sacks related quotes.

Ferdine de Wachter is showing proudly her embroidered and decorated flour sack, 1915. Photo courtesy of Rumesta History Circle.

Another 7 images illustrate the relief efforts of women in occupied Belgium, including Madame Vandervelde whose campaign for food aid in the USA resulted in flour sacks, printed with the name of her own Madame Vandervelde Fund.

Embroiderer Ferdine De Wachter, at the age of 18, is proudly standing next to her embroidered flour sack.

My research of the Furnes Bakery Museum flour sack collection led to the discovery of several remarkable details. The detection of similar flour sacks in other collections led to new conclusions through comparative research with the three Furnes decorated flour sacks. In addition, I delved into historical information about the origin of the flour sacks.

These flour sacks are souvenirs that the Furnes Bakery Museum is right to store with care and display with pride.
The article was created in collaboration with Ina Ruckebusch, scientific staff member/collection manager.

The article originally appeared in the Dutch language.
You can read its English translation here.

Artikel in Patakon

‘Geborduurde meelzakken in WO I: Aardige herinneringen, zeer dienstig als geschenk; het overschot is het spreken waard.
 De relikwie van een heldenvolk’.

Mijn eerste gedrukte artikel over de versierde meelzakken in WO I is verschenen!
23 bladzijden met tekst, foto’s en een selectieve bibliografie staan in het 2019-septembernummer van Patakon, het tijdschrift voor bakerfgoed van het Bakkerijmuseum in Veurne.

Samenvatting

Het artikel plaatst de vier meelzakken van WO I in het Bakkerijmuseum Veurne in hun geschiedkundige context.
Via historische krantenberichten en foto’s verbreed en verdiep ik het Belgisch perspectief op de herinneringscultuur van de versierde ‘Amerikaanse’ meelzakken.

Ferdine de Wachter toont haar versierde meelzak, 1915. (afb. Geschiedkundige Kring Rumesta).

Citaten uit 15 krantenberichten en 8 foto’s uit geïllustreerde tijdschriften, verschenen tussen 1914 en 1918, zijn gerelateerd aan de meelzakken.

7 andere foto’s illustreren de inzet van vrouwen, onder meer Madame Vandervelde wiens campagne voor voedselhulp in de VS resulteerde in meelzakken, bedrukt met de naam van haar eigen Madame Vandervelde Fund.

Borduurster Ferdine De Wachter staat als 18-jarige fier naast de door haar versierde meelzak.

Mijn research van de meelzakken in het Bakkerijmuseum leidde tot de ontdekking van opmerkelijke details.  De vondst van gelijkaardige meelzakken in andere collecties leverde via vergelijkend onderzoek met de drie versierde meelzakken in Veurne nieuwe conclusies op.

Versierde meelzak ‘Hunter’s Select’, Hunter Milling Co., Wellington, Kansas, 1915/1916. Coll. en foto Bakkerijmuseum Veurne

Daarnaast diepte ik historische informatie op over de herkomst van de meelzakken.

Het Bakkerijmuseum Veurne houdt vier meelzakken van WO I met zorg in bewaring.  In samenwerking met Ina Ruckebusch, wetenschappelijk medewerker/collectiebeheerder, is het artikel tot stand gekomen.

Je leest het artikel hier.

Detail van meelzak ‘Valleyfield’: Belgische en Franse vlag in verbleekte kleuren op de buitenkant. Coll. Bakkerijmuseum Veurne
Hetzelfde detail aan de binnenkant in frisse kleuren. Coll. Bakkerijmuseum Veurne. Beide afb. Annelien van Kempen.

 

 

Transformation of flour sacks with embroidery, needlework and lace

The aim of my research is, among other things, to unravel the mythical history of the origin of the decorated flour sacks in WWI. Decorated flour sacks in WWI are both embroidered, decorated with needlework and with lace, as though they were painted by artists. Flour sacks have been transformed into clothing.
Who had the idea of reusing the sacks and where and when did that start? Was it a Belgian initiative or did it happen on American suggestion?
To find answers to my questions, I systematically went through a number of Belgian newspapers and illustrated magazines from the end of 1914, beginning of 1915; these have been digitized and are available online.
I had already found some American publications before and combined them with the information from Belgium.
In my first of a series of four blogs, I have discussed the origin of reusing the flour sacks as clothing.

Decorated flour sack embroidered by Germaine Joly, École Moyenne, Saint-Gilles, Bruxelles. Fig. “From Aid to Art”, San Francisco Folk Art Museum, 1987, Hoover Institution Library & Archives Collection, Stanford University, USA.

This second blog discusses the:
Transformation of flour sacks with embroidery, needlework and lace into decorated flour sacks. Belgian sources 1915.
Below are seven Belgian primary sources from 1915 about the origin of the decorated flour sacks.

1) March 1915: “De Kempenaar, Turnhout” (province of Antwerp)

The earliest source discovered until now is a message in the newspaper “De Kempenaar” with a description of the decoration of flour sacks with embroidery, needlework and lace. In ornate words, the decorated flour sacks gave the opportunity for a patriotic “cri-de-coeur” from a journalist in Turnhout, province of Antwerp, under the headline: “The Germans in De Kempen”:
“While all sorts of necessities are coming from the billion-dollar country to help the Belgian population in pressure and distress, our feminine side has sought and found a means of expressing deep gratitude to the Americans with as much fine tact as generosity.
And look at the sacks in which American flour is sent to us and some of which bear the name of the world-famous billionaire Rockefeller, they have displayed their art in beautiful needle and embroidery, on which they picture the maps of Belgium, the province of Antwerp, flowers and figures have been worked out and embroidered, sometimes trimmed with fine real Turnhout edges and which will soon elicit an exclamations of astonishment and admiration in the new world, yes maybe will be sold at the price of hundreds or thousands of dollars.
After all, is it a memento of that small but brave nation, of those heroic Belgians who have fulfilled their patriotic duty so honorably and gloriously? … Is it the work of the mothers, of the sisters of those admirable soldiers, who now want to send a small but meaningful memento with their own art and own manual labor to the protectors of our people and our nation that will be received and preserved there in the large families like the relic of a heroic people, fighting for their rights, their freedom and independence??…”.
(De Kempenaar, March 21, 1915)

2) March 1915: “La farine d’Amérique”

Photo of shop window in L’Actualité Illustrée, March 27, 1915

The second source is a photo in L’Actualité Illustrée of March 27, 1915. The photo with caption “La farine d’Amérique” (“The flour of America”) shows the shop window in which empty flour sacks are displayed. What does this photo reveal?
– the window of a bread bakery that advertises its “hygiène et propreté” and “pétrissage mécanique” (“hygiene and cleanliness” and “mechanical kneading”)
– the presentation of a series of empty flour sacks and many American flags, with a framed, perhaps embroidered flour sack in the center at the top.
All this as proof of the enthusiasm for the reception of the flour, the quality of the bread baked by it, the gratitude to “America” and a gesture of Belgian patriotism including indirect reproach to the German occupier.

3) April 1915: Diary “J. v. d. K”

Embroidery and framed pictures of the Belgian princess and princes by a schoolgirl from Anderlecht, Brussels, 1915. Fig. Herbert Hoover Presidential Library and Museum, Iowa, USA.

The diary of “J.v.d.K.” is an interesting source about embroidery at school. In her diary the girl noted:
Le 26 avril -1915…Mère brode a ma place des sacs d’Am
Le 28 avril – 1915…A l’école nous brodons les sac de farine am… Rien de nouveau sous le soleil (chanson de ma jeunesse)…”(Lucien Karhausen, Le Cahier Perdu…p 103, 104)

Translation:
“April 26, 1915: … Mother embroiders Am sacks in my place…
April 28, 1915: … At school we embroider the am flour sacks … Nothing new under the sun (song of my youth) …”.
The girls were embroidering at (sewing) schools. They must have been bored at times, perhaps this is why this girl’s mother had put in the stitches for her. As the embroidery was performed as part of their education, the girls received no remuneration for their work.

De Belgische Standaard, May 7, 1915

4) May 1915: A letter from Opwijck (province of Flemish Brabant)
“OPWIJCK. From a few letters….
We are still well supplied with food: America takes care of everything. Long live America! We get wholemeal flour and flour every week and if we use a bit of farm flour, we eat the tastiest bread; …
We now show our gratitude to our benefactors, embroider empty flour sacks with tricolor drawings and inscription: “The grateful Opwijck to the United States”, and others. I make a ”milieu-de-table” and so everyone contributes something.
This is how people work in all villages and it seems that our work is being sold for dollars to the billionaires who want souvenirs of deeply ravaged Belgium. The proceeds are for us...”
(De Belgische Standaard (The Belgian Standard), May 7th, 1915).

5) May 1915: “Sale of American sacks”, Brussels

Het Vlaamsche Nieuws, Saturday May 29, 1915

There were reports in the newspaper about the sale of empty flour sacks.
“Sale of American sacks. – The sacks in which the flour of America comes to us have been sold for some time to the benefit of the “Comité National de Secours et d’Alimentation”. The sales take place on Avenue Anspach (Brussels), in the offices where the Red Star Line used to be located. The first sales days gave a result which no one expected. The sacks were then handed over to young girls who manufacture all kinds of very beautiful things from them, all kinds of war souvenirs or expressions of gratitude towards generous America that sent us those sacks filled with the flour that saved us from famine.” Het Vlaamsche Nieuws (Flemish News), May 29th, 1915)

KBR: Postcard online
The shop window of the Red Star Line in ”l’Avenue Anspach”, Brussels. Fig. Exhibition War & Food, Evere, 2016

A postcard in the collection of the Royal Library of Belgium (KBR) in Brussels shows the window of said building on the Avenue Anspach.

This image was on display at the “Food & War” exhibition “A culinary history of the Great War” in Brussels Museum of the Mill and Food in Evere from October 2015-August 2016. When the photo was taken is not mentioned, my estimate would be summer 1915. The shop window is filled with decorated flour sacks: “Sacs de farine Américains brodés et transformés vendus au Profit des Orphelins de la Guerre. (Embroidered and processed American flour sacks sold for the benefit of War Orphans) Marcovici editor, Bruxelles, 27, Av. Stephanie.” The head of the saleswoman is visible in the center of the image, next to the flour sack “Washington Flour”.

6) August 1915: Tribute book Ghent
The 1915 Tribute book of the city of Ghent expressed gratitude to a local committee of ladies with the following text:
Secours Discret, Section D: Aide et protection aux brodeuses (Œuvres des Sacs Américains). Cette section dont s’occupent spécialement:
Mesdames Baronne de Crombrugge, J. Feyerick, E. de Hemptinne, Vande Putte.
A pris l’initiative de transformer en coussins brodés et autres ouvrages artistiques, les sacs à farine (aux marques de fabriques originales) reçus de l’Amérique.
Son siège est situé Marché aux Oiseaux, dans les magasins de M. Robert, mis gracieusement à la disposition de la section.
La vente se fait au profit du Comité Provincial de Secours et l’entreprise assure un salaire à un certain nombre d’ouvrières.”[1]

Translation:
(“Discrete Aid, Section D: Aid and Protection for Embroiderers (Work of American Sacks). This committee, which consists in particular of:
The ladies Baronne de Crombrugge, J. Feyerick, E. de Hemptinne, Vande Putte,
took the initiative to transform the flour sacks (with the marks of original factories) received from America into embroidered cushions and other artistic works.
Its headquarters are located at Marché aux Oiseaux, in Mr. Robert’s stores, which are made available to the section free of charge.
The sale is for the benefit of the Provincial Committee of Relief and the committee provides a salary to a certain number of workers.”)

Decorated flour sack, embroidered in Ghent, 1915. Collection and image: Frankie van Rossem

7) November 1915: “Nice memories, very useful as a gift”, Ghent

The Ghent committee thus identified working on flour sacks as providing employment to unemployed embroiderers and creating sales for charities such as those benefiting orphans and other war victims. Making objects to serve as Saint Nicolas (a local holiday akin to Christmas) gifts turned out to be important! Making gifts for American relief workers was not the aim … In November 1915 we read this announcement in several newspapers:

“The committee of American flour sacks has decided, with the prospect of St. Nicholas gifts, to sell a whole new series, beautifully embroidered sacks and a multitude of items made by means of sacks originating from the United States. Each of these items carries an American factory brand, artfully embroidered! A They are nice memories, very useful as a gift; what is more, the purchase of each of these objects is good work since the proceeds of the sale serve to provide for the maintenance of numerous workers and to increase the income of the “Work of the War Orphans. The sale will start on November 30.” (De Gentenaar. De landwacht, De kleine patriot. (The Land Guard, The Little Patriot, November 17, 1915)) [2]

Conclusion

Photo collage from the delivery of flour to the distribution of bread. Photo SA Phototypie Belge, Collection In Flanders Fields Museum, Ypres

Belgian women have taken the initiative with their commercial spirit to transform empty flour sacks into decorated flour sacks. In the spirit of North American donations, the flour sacks have indeed been reused, but in a surprisingly inventive manner. The approach of the Americans: “utility and thrift” – reusing flour sacks for making underwear and towels – has been deviated from due to Belgian generosity and the desire to create beauty, to make goods that people would like to buy as gifts and souvenirs.

Photo in the magazine “Le Temps Présent”, March 31, 1915

Even empty and unprocessed, the flour sacks with logos from American and Canadian flour mills and texts from the donating people were so beautiful that they formed an attractive souvenir. Together with beautiful cushions, tea cozies, hangers, table runners, sacks decorated with colorful embroidery, elegant needlework and lace, the flour sacks generously filled the Belgian shop windows, sales exhibitions and raffles.

The proceeds were intended for charity. The two underlying motifs for the Belgian inhabitants were
– to provide employment and
– to raise money through sales to help war victims.
Donating the decorated flour sacks as souvenirs, memories of the war, and out of gratitude for food relief was the selling point, it contributed to getting financial support from the wealthy circles in Belgium and the “billionaires” in America.

 

[1] Ville de Gand, Œuvres de Philanthropie…1915,  p. 73, 74
[2] Four newspapers: De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot; Het Volk. Christen Werkmansblad; Vooruit. Socialistisch Dagblad; Journal de Gand, all published November 17th, 1915

Transformatie van Meelzakken met borduur-, naald- en kantwerk

Mijn doelstelling van onderzoek is onder meer de mythische geschiedenis van het ontstaan van de Versierde Meelzakken in WOI te ontwarren.
Versierde Meelzakken in WOI zijn zowel geborduurd, bewerkt met naaldwerk en versierd met kant, als beschilderd door kunstenaars. Bovendien zijn de bloemzakken ook getransformeerd tot kleding.
Wie hebben het idee gehad om de zakken her te gebruiken en waar en wanneer is dat begonnen? Was het een Belgisch initiatief of gebeurde het op Amerikaanse suggestie?
Voor het vinden van antwoorden op mijn vragen heb ik systematisch een aantal Belgische kranten en geïllustreerde tijdschriften van eind 1914, begin 1915 doorgespit, Deze pers is gedigitaliseerd en staat online. Enkele Amerikaanse publicaties had ik al eerder gevonden en combineer ik met de informatie uit België. Mijn eerste blog in de reeks handelt over hergebruik van meelzakken tot kleding.

Versierde Meelzak, geborduurd door Germaine Joly, Ecole Moyenne, Saint-Gilles, Bruxelles. Afb. ‘From Aid tot Art’, San Francisco Folk Art Museum, 1987, collectie Hoover Institution Library & Archives (HILA), Palo Alto, Ca., V.S.

Dit tweede blog bespreekt de:

Transformatie van meelzakken met borduur-, naald- en kantwerk tot Versierde Meelzakken. Belgische bronnen 1915

Hieronder volgen zeven Belgische primaire bronnen uit 1915 over het ontstaan van deze Versierde Meelzakken.

1) Maart 1915: De Kempenaar, Turnhout


Tot heden heb ik in de krant ‘De Kempenaar’ de vroegste bron gevonden met een beschrijving van het versieren van de meelzakken met borduur-, naald- en kantwerk. In bloemrijke woorden gaven de Versierde Meelzakken gelegenheid tot een patriottische ‘cri-de-coeur’ van een journalist in Turnhout, provincie Antwerpen onder de kop: ‘De Duitschers in De Kempen’:
Terwijl ons uit het miljardenland allerlei benodigdheden toekomen om de in druk en nood verkeerende belgische bevolking te helpen, heeft ons vrouwelijk element met zoveel fijnen tact als edelmoedig gevoel een middel gezocht en gevonden om de Amerikanen een blijk te geven van innige dankbaarheid.
En zie op de zakjes waarin ons het Amerikaansch meel wordt toegezonden en waarvan sommige den naam dragen van den wereldberoemden milliardair Rockefeller hebben zij hun kunst uitgespreid in prachtig naald- en borduurwerk, waarop zij de landkaarten van België, van de provincie Antwerpen, bloemen en figuren hebben uitgewerkt en geborduurd, soms met fijne echte Turnhoutse kanten afgezet en welke straks in de nieuwe wereld een uitroep van verbazing en bewondering zullen uitlokken, ja misschein aan den prijs van honderden of duizenden dollars zullen worden verkocht. ’t Is immers een aandenken van dat kleine maar dappere volk, van die heldhaftige Belgen, die zoo eer- en roemvol hunnen vaderlandse plicht hebben vervuld?…

Bloemzak versierd in Turnhout door Th. Verschueren. Coll. HILA, foto: auteur

’t Is het werk van de moeders, van de zusters dier bewonderenswaardige soldaten, die nu met eigen kunst en eigen handenarbeid de beschermers van ons volk en onzer natie een klein maar veelbeteekenend aandenken willen zenden dat ginds in de groote familiën als de reliquie van een heldenvolk, dat strijdt voor zijn recht, zijne vrijheid en onafhankelijkheid, zal ontvangen en bewaard worden??… (De Kempenaar, 21 maart 1915)

2) Maart 1915: ‘La farine d’Amérique’

Foto van winkeletalage in L’Actualité Illustrée, 27 maart 1915

Het tweede bericht is een foto in L’Actualité Illustrée van 27 maart 1915. De foto met onderschrift ‘La farine d’Amérique’ (‘Het meel van Amerika’) toont de etalage van een winkel, waarin Meelzakken zijn uitgestald. Wat zie ik op deze foto?
– de etalage van een broodbakkerij die reclame maakt voor zijn ‘hygiène et propreté’ en ‘pétrissage mécanique’ (‘hygiene en zindelijkheid’ en ‘mechanisch kneden’)
– de presentatie van een serie lege Meelzakken en vele Amerikaanse vlaggetjes, met centraal bovenin waarschijnlijk een ingelijste, misschien wel een geborduurde Meelzak.
Dit alles als bewijs van enthousiasme voor de ontvangst van het meel, de kwaliteit van het daarmee gebakken brood door deze bakker, de dankbaarheid aan ‘Amerika’ en een gebaar van Belgisch patriottisme inclusief indirect verwijt aan de Duitse bezetter.

3) April 1915: Dagboek ‘J. v. d. K’, Jeanne Van de Kerckhof

Bloemzak ‘American Commission/Merci 1914-1915’ geborduurd door Jeanne Van de Kerckhof, Ecole Moyenne Sint-Gillis. Coll. HHPLM 62.4.151. Foto: auteur
Jeanne Van de Kerckhof schreef haar naam op de bloemzak ‘American Commission/Merci 1914-1915’. Coll. HHPLM 62.4.151. Foto: auteur

Het dagboek van ‘J.v.d.K.’ is een interessante bron over het borduren op school. Jeanne Van de Kerckhof (ºHerk-de-stad 24 06 1900 – +Tervuren 30 04 1943) zat op de Ecole Moyenne in Sint-Gillis. Zij was een van de 30 studentes van de school die een bloemzak borduurde en/of beschilderde, nu bewaard in de Herbert Hoover Presidential Library-Museum.

In het dagboek van Jeanne, gepubliceerd door haar zoon Lucien Karhausen, noteerde het meisje:
“Le 26 avril -1915…Mère brode a ma place des sacs d’Am
Le 28 avril – 1915…A l’école nous brodons les sac de farine am… Rien de nouveau sous le soleil (chanson de ma jeunesse)…'(Lucien Karhausen, Le Cahier Perdu…p 103, 104)***)

Vertaling:
“26 april 1915…Moeder borduurt in mijn plaats ‘Am’ zakken
28 april 1915…Op school borduren we de ‘Am’ meelzakken… Niets nieuws onder de zon (lied uit mijn jeugd)…’

Op meisjesscholen waren de leerlingen aan het borduren gezet. Enige verveling zal hen niet vreemd zijn geweest…Omdat het borduren in onderwijsvorm plaats vond, ontvingen de meisjes geen vergoeding voor hun werk.

De Belgische Standaard, 7 mei 1915

4) Mei 1915: Een brief in De Belgische Standaard
‘OPWIJCK. Uit een paar brieven. ………….
Wij zijn nog altijd goed voorzien van eetwaren: Amerika zorgt voor alles. Leve Amerika! We krijgen meel en dons alle weken en als men daarbij wat boeremeel gebruikt, eet men allersmakelijkst brood; … Wij nu om onze dankbaarheid aan onze weldoeners te betoonen, borduren ledige meelzakjes met driekleurige teekeningen en als opschrift: «Het dankbaar Opwijck aan de Vereenigde Staten», en andere. Ik maak een milieu de table en zoo brengt ieder iets bij. Zoo werkt men in alle dorpen en ’t schijnt dat ons werk dollars verkocht wordt aan de milliardairen die gedenkenissen willen van het diep geteisterde België. De opbrengst is voor ons. ………...’ (De Belgische Standaard, 7 mei 1915. De informatie was afkomstig uit een brief van Celine Geeurickx-Moens uit Opwijck (nu: Opwijk, provincie Vlaams-Brabant) aan haar echtgenoot Louis Geeurickx. Hij werkte als brancardier, daarna secretaris hoofdaalmoezenier basis Calais, Frankrijk. Vandaar leverde hij copij aan, aan de Belgische Standaard *)).

Versierde bloemzak ‘From the City of St. Catharines And Vicinity, Ontario, Canada, bewerkt in Opwijck, 1915. Foto: ‘Getuigenissen van de «andere oorlog». Opwijk en Mazenzele (en omstreken) 1914-1918’, HOM, 2004

Originele bloemzakken ‘From the City of St. Catharines And Vicinity, Ontario, Canada’ kwamen gevuld met 98 pond bloem aan in België. Het is een schenking geweest van de Board of Trade, St. Catharines, het bestond uit 410 zakken meel, verscheept met SS Calcutta (v. Halifax 19 december 1914 – a. Rotterdam 8 januari 1915) en 410 zakken meel, verscheept met SS Treneglos (v. Halifax 26 januari 1915).**)

5) Mei 1915: ‘Verkoop van Amerikaansche Zakken’

Het Vlaamsche Nieuws, zaterdag 29 mei 1915

Er verschenen berichten in de krant over de verkoop van lege Meelzakken.
‘Verkoop van Amerikaansche Zakken. – De zakken waarin de bloem van Amerika ons toekomt, werden sedert eenigen tijd verkocht ten voordeele van het Voedingskomiteit. De verkoop heeft plaats op de Anspachlaan (Brussel), in de bureelen waar vroeger de Red Star Line gevestigd was. De eerste verkoopdagen gaven een uitslag waar geen mensch zich verwachtte. De zakken werden dan overgeleverd aan jonge meisjes die er allerlei heel schoone zaken uit vervaardigen, allerlei herinneringen aan den oorlog of uitingen van dankbaarheid jegens het edelmoedige Amerika dat ons die zakken zond, gevuld met de bloem die ons van den hongersnood bevrijdde.’ (Het Vlaamsche Nieuws, 29 mei 1915)

KBR: Ansichtkaart online

Een ansichtkaart, onderdeel van de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel (KBR) toont een foto van de etalage van het genoemde pand aan de Anspachlaan. De foto was te zien op de tentoonstelling ‘Food & War.

De etalage van de Red Star Line in de Anspachlaan, Brussel. Afb. Expositie War & Food, Evere, 2016

Een culinaire geschiedenis van de Groote Oorlog.’ in Brussels Museum van de Molen en de Voeding te Evere van oktober 2015-augustus 2016. Wanneer de foto is gemaakt is onvermeld, mijn inschatting zou zijn voorjaar/zomer 1915. De etalage is gevuld met Versierde Meelzakken: ‘Sacs de farine Américains brodés et transformés vendus au Profit des Orphelins de la Guerre. Marcovici éditeur, Bruxelles, 27, Av. Stéphanie’. Op de foto is middenbovenin, rechts naast de meelzak ‘Washington Flour’ het hoofd te zien van een verkoopster in de winkel.

6) Augustus 1915: Huldeboek Gent


Het Huldeboek van de stad Gent bedankt in 1915 het plaatselijke comité van dames met de volgende tekst: “Secours Discret, Section D: Aide et protection aux brodeuses (Œuvres des Sacs Américains). Cette section dont s’occupent spécialement:
Mesdames Baronne de Crombrugge, J. Feyerick, E. de Hemptinne, Vande Putte.
A pris l’initiative de transformer en coussins brodés et autres ouvrages artistiques, les sacs à farine (aux marques de fabriques originales) reçus de l’Amérique.
Son siège est situé Marché aux Oiseaux, dans les magasins de M. Robert, mis gracieusement à la disposition de la section.
La vente se fait au profit du Comité Provincial de Secours et l’entreprise assure un salaire à un certain nombre d’ouvrières.’[1]

Vertaling:
‘Discrete Hulp, sectie D: Hulp en werkgelegenheid voor borduursters (Werken van de Amerikaanse Zakken). Deze sectie, waar de volgende dames zich speciaal mee bezig houden: de dames Baronne de Crombrugge, J. Feyerick, E. de Hemptinne, Vande Putte heeft het initiatief genomen om geborduurde kussens en andere artistieke werkstukken te maken van de uit Amerika ontvangen meelzakken (met oorspronkelijke merknamen van de meelfabrieken). Het komiteit is gevestigd ‘Marché aux Oiseaux’ in de winkel/magazijnen van meneer Robert, die kosteloos ter beschikking zijn gesteld. De verkoop komt ten goede aan het Provinciale Hulpkomiteit en de onderneming verschaft loon aan een aantal arbeidsters.’

Versierde Meelzak, geborduurd in Gent, 1915. Collectie en afb. Frankie van Rossem

 

7) November 1915: ‘Aardige herinneringen, zeer dienstig als geschenk’


Het komiteit in Gent duidde het werken aan de meelzakken dus aan als werkgelegenheid scheppen voor werkloze borduursters en verkopen voor het goede doel zoals wezen en andere oorlogsslachtoffers. Voorwerpen maken om te dienen als Sinterklaasgeschenken bleek belangrijk! Cadeau’s maken voor de Amerikaanse hulpverleners was niet het doel… In november 1915 lezen we deze mededeling in meerdere kranten:

 

‘Amerikaansche zakken .- Het komiteit der Amerikaansche zakjes, heeft besloten in het vooruitzicht der St. Niklaasgeschenken, over te gaan tot den verkoop van eene gansche nieuwe reeks, prachtig geborduurde zakjes alsook van eene menigte voorwerpen vervaardigd bij middel van zakken, voortkomende van de Vereenigde Staten. Elk dezer voorwerpen draagt een Amerikaansch fabriekmerk, op kunstige wijze geborduurd! ’t Zijn aardige herinneringen, zeer dienstig als geschenk; wat meer is de aankoop van elk dezer voorwerpen is een goed werk aangezien de opbrengst van den verkoop dient om in het onderhoud te voorzien van talrijke werksters en om de inkomsten van het «Werk der Oorlogswezen» te vermeerderen. … De verkoop zal op 30 November aanvangen.’ (De Gentenaar. De landwacht, De kleine patriot, 17 november 1915) [2]

Conclusie

Foto collage van de aanvoer van meel tot uitdelen van het brood. Afb. uit expositie ‘Remembering Herbert Hoover and the Commission for Relief in Belgium’, In Flanders Fields Museum, Ieper, 2013

Belgische vrouwen hebben met hun handelsgeest doortastend het initiatief genomen om lege meelzakken te transformeren tot ‘Versierde Meelzakken’. In de geest van de Amerikaanse hulpverleners zijn de meelzakken inderdaad herbruikt, maar op een verrassend inventieve wijze. De utilitaire en zuinige benadering van de Amerikanen -herbruik de meelzakken voor het maken van ondergoed en handdoeken- is doorbroken door de Belgische vrijgevigheid en de wens om schoonheid te scheppen, artikelen te maken die de mensen graag zouden ontvangen als cadeaus en souvenirs.

Foto in het tijdschrift ‘Le Temps Présent’, 31 maart 1915

Zelfs leeg en onbewerkt waren de meelzakken met logo’s van de meelfabrieken en teksten van de hulpbrengers al zo mooi, dat ze een aantrekkelijk souvenir vormden. Samen met fraaie kussens, theemutsen, hangers, tafellopers, tasjes versierd met kleurrijk borduurwerk, sierlijk naald- en kantwerk, vulden de Meelzakken royaal de Belgische winkeletalages, verkooptentoonstellingen en tombola’s.
De opbrengst was bestemd voor het goede doel. De twee achterliggende drijfveren voor de Belgische bevolking waren
– het scheppen van werkgelegenheid en
– door verkoop geld inzamelen voor hulp aan oorlogsslachtoffers.

Cadeau doen van de Versierde Meelzakken als souvenirs, herinneringen aan de oorlog, en uit dankbaarheid voor de voedselhulp was het verkoopargument, het droeg bij aan het verkrijgen van financiële steun van welgestelden in België en de ‘milliardairs’ in Amerika.

 

Dank aan:
Hubert Bovens te Wilsele voor de opzoeking van biografische gegevens van Jeanne Van De Kerckhof.

*) Heemkring Opwijk-Mazenzele publiceerde in 2004:
Het dagboek 1914-’18 van Louis Geerinckx
Gedachten, brieven en opstellen 1914-’18 van Louis Geerinckx
Uit de bundeling brieven blijkt:
Maria Celina ‘Celine’ Geeurickx-Moens (Dendermonde 03.04.1887 – Opwijk 30.04.1980; x Opwijk 22.05.1912) schreef haar brief in Opwijck op 5 april 1915, zij was toen net 28 jaar geworden.
Karel Lodewijk ‘Louis’ Geeurickx (Opwijk 13.04.1883 – Opwijk 14.08.1952)  ontving de brief in Calais op 20 april, vervolgens schreef hij op 1 mei 1915 zijn brief aan Eerwaarde heer Ildefons Peeters, Villa “Ma Coquille”, De Panne, met artikel voor de Belgische Standaard; de krant plaatste het op 7 mei 1915.

– Het Opwijk frontblaadje ‘De Stem uit Opwijck’.
Het schreef over ‘de zakskens waarmee men het meel moet halen, worden in Amerika duur verkocht als souvenier; ook stikken kinderen en meisjes spreuken op die zakskens b.v. Dank aan Amerika. Groet uit Opwijck- Zij worden dollars verkocht, en dit voor ’t comiteit-. (Nº 12, op 1 mei 1916)

**) Prud’homme, H., Relief Work for the Victims of the War in Belgium. Report on donations received and shipments made to Belgium since the Work was started up to February 5th, 1915.Montréal, February 5th, 1915

***) Karhausen, Lucien, Le Cahier Perdu. La Destinée Tragique de J.v.d.K. Xlibris Corporation USA, 2011, 26, 28 april 1915

[1] Ville de Gand, Œuvres de Philanthropie…1915,  blz. 73, 74
[2] Vier kranten: De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot; Het Volk. Christen Werkmansblad; Vooruit. Socialistisch Dagblad; Journal de Gand, alle gepubliceerd op 17 november 1915

Translate »