1914
Op 25 en 26 december ontvangt St. Joost-ten-Noode de eerste zakken meel uit Amerika: 200 zakken meel, waarvan 176 zakken meel van 64 kg te verdelen onder de bakkers: ‘L’ ALIMENTATION’. – La commune de St-Josse-ten-Noode, a reçu les 25 et 26 courant, 200 sacs de farine; 176 sacs ont été réparti entre les boulangers de la commune et 24 sacs ont été remis à l’Œuvre de l’alimentation de la commune. Chaque sac était de 64 kilos. (Le Bruxellois, 30 december 1914)
Le Temps Présent
De coverfoto van het Kerstnummer van Le Temps Présent toont een kleuter, een hongerig meisje, happend in een dikke, belegde boterham. Het zou een iconische foto worden. De foto van de etende hummel is tot op de dag van vandaag in gebruik als beeldvorming over de voedselhulp aan België in de Grote Oorlog.

The Chicago Evening Post
In de Amerikaanse krant The Chicago Evening Post was de foto van het meisje al eerder verschenen. Op dinsdag 24 november 1914, de vooravond van Thanksgiving Day, stond deze op de voorpagina van de krant in Chicago: ‘Belgian Mite Gets First Bite in 2 Days’ (‘Belgische hummel neemt haar eerste hap sinds twee dagen’).
De foto blijkt gemaakt door een fotograaf van uitgeverij Doubleday-Page, New York City: ‘Doubleday-Page Photo’. [1]

Het onderschrift is een oproep van de krant om geld te geven voor de voedselhulp aan België.
‘Foto genomen in Nederland toont Belgische wees die haar eerste hap voedsel eet na twee dagen alleen en hongerig te hebben rondgezworven. Het zijn zulke verwaarloosde kinderen die het meelfonds van The Post zal helpen. Verstuur vandaag nog uw cheque.’
War Bread
De journalist Edward Eyre Hunt (1885-1953) schreef in het boek ‘War Bread’ over zijn ervaringen in België toen hij werkte in de provincie Antwerpen voor de Commission for Relief in Belgium (CRB).

In zijn Amerikaanse boek gebruikt Hunt op de titelplaat de foto van het meisje (met het simpele bijschrift “War Bread” (Oorlogsbrood)): de hummel, genietend van een dikke boterham.
Hunt doet verslag van het versieren van meelzakken door dames in Antwerpen. Het bijschrift onder de foto van zes versierde meelzakken is: “FLOUR SACKS. Embroidered and painted by the Belgians as souvenirs for the Americans.” (Meelzakken. Geborduurd en geschilderd door de Belgen als souvenirs voor de Amerikanen). Door mijn onderzoek naar de versierde meelzakken in WOI kan ik hier aan toe voegen dat de Belgen de souvenirs niet alleen voor de Amerikanen, maar zeker ook voor zichzelf maakten.


Nieuwe meesters, magere tijden
Museum Plantin-Moretus in Antwerpen bewaart in het Prentenkabinet een tekening in zwart krijt van tekenaar Louis Ketels, gedateerd 4 september 1917, met titel ‘Vluchtelingenmeisje te Breda‘.
Een afdruk van de tekening met als titel ‘Oorlogskind, kind van de rekening‘ is te vinden op blz. 50 in het boek ‘Nieuwe meesters, magere tijden’ van Diane de Keyzer (2013).
De foto van het “de kleine vluchtelinge” is door Louis Ketels exact nagetekend in spiegelbeeld!
WWI Crusaders

Honderd jaar later is de foto van de Belgische hummel opnieuw actueel. In 2018 verscheen ‘WWI Crusaders’, in 2020 ‘Yanks behind the Lines’ van auteur Jeffrey B. Miller. De hummel siert de cover van beide boeken.
De auteur is een kleinzoon van de Antwerpse Erica Bunge (1892-1986), die trouwde met CRB-medewerker Milton M. Brown (1893-1979). Miller beschrijft de liefdesgeschiedenis van zijn grootouders en het intensieve leven van de jonge mannen en vrouwen die werkten voor de CRB van augustus 1914 tot mei 1917.
Als ik naar de foto’s kijk en de bijschriften lees, vraag ik me af: was ze een Belgische vluchtelinge in Breda, Nederland, of was ze in Diksmuide, België? Was ze een wees? Is dit echt haar eerste hap in twee dagen geweest?
1915
De coverfoto van L’ Evénément Illustré toont een schildering van de kunstenaar Gaston Haustraete.


Met Haustraete (Everbeek, 1878 – Elsene, 1949) heb ik kennis gemaakt door zijn geschilderde meelzak van de Thompson Milling Co., opgenomen in de Moulckers Collection, St. Edwards University, Austin, Texas, VS. Het kinderportretje op de meelzak vertoont een opvallende gelijkenis met het portret van het kindje op de kerstcover. Op beide schilderingen houdt het kindje iets vast in zijn rechterknuistje, op de coverfoto lijkt het een soldaatje, symbool voor vader, vechtend aan het front? De rode bloemetjes op de meelzak staan symbool voor de hoop. Het verhaal van de meelzak staat beschreven in mijn blog over de Moulckers Collection van 30 november 2018.

December oproep in de krant: “Ga kijken naar de Amerikaansche Zakken. Werkstukken gemaakt door arbeidsters. Nieuwstraat 105 in Brussel”.
In Anderlecht, bij Brussel, opende in december 1915 in de veeartsenijschool een tentoonstelling van kunst en toegepaste kunst, waar via een verloting kunstwerken verkregen konden worden. De opbrengst was voor de goede werken van de plaatselijke hulp- en voedingskomiteit.


Ik vermoed dat er versierde meelzakken zullen zijn aangeboden tussen de kunstwerken. In Anderlecht was het instituut van de Sœurs de Notre Dame, een beroepsschool voor meisjes, gevestigd. Zij hebben zeer veel meelzakken tijdens de lessen klassikaal versierd. Het Herbert Hoover Presidential Library and Museum in West Branch, Iowa bezit tientallen werkstukken van de leerlingen uit Anderlecht.

Evariste Carpentier (Kuurne, 1845 – Luik, 1922) beschilderde een meelzak van Preston Milling Co., uit Preston, Idaho, VS. Als vooraanstaand schilder en voormalig directeur van de Academie van Schone Kunsten in Luik, maakte de kerstschildering indruk. Een foto werd vermenigvuldigd als ansichtkaart, die werd verkocht voor het goede doel, de soepbedeling in Luik. De ansichtkaarten zijn nog altijd gewilde verzamelobjecten.
De oud-leerlingen van de Academie in Luik organiseerden in de kerst- en nieuwjaarsperiode de 15e Salon van Kunst en Toegepaste Kunst waarvan de opbrengst onder meer bestemd was voor de ‘Solidarité Artistique’. Het fonds gaf op discrete wijze hulp aan de talrijke armlastige kunstenaars, die getroffen waren door de oorlogs-omstandigheden. In het programmaboekje staan diverse borduurwerken vermeld van de dames Irma Terhell en Nina Kepenne-Delheid, maar ik kan er niet uit opmaken of het versierde meelzakken waren.
1916
Vrouwen en jonge kinderen rond de kerstboom vullen de schildering op de cover van het kerstnummer.

“C’est la fête intime de la famille, qui réunit tous les cœurs en une douce communion de pensées, de souvenirs et de joies. (Het is het intieme familie feest, dat alle harten tesamen brengt in een tedere gemeenschap van gedachten, herinneringen en vreugde).”
1917
In Londen, in de grote hal van het gebouw Criterion, verzamelde zich een elite-gezelschap voor het bijwonen van een thé-concert, georganiseerd door een omvangrijk dames-comité, ten behoeve van de ‘Noël des Petits pauvres d’ Anvers’ (Kerstmis van de Kleine armen van Antwerpen). Het concert begon met een oude dans van dansers in klassieke costuums, daarna zongen enkele solisten prachtige liederen. Het volgende intermezzo bevatte de verkoop bij opbod van een serie geborduurde meelzakken. De veiling bracht 40 Engelse ponden op.

Georges Desplas, die op het programma vermeld stond met de pompeuze titel ‘officiële spreker van het Belgische leger’, … kreeg veel applaus na het zingen van zijn legerliederen. Met een verbluffende energie trad hij, al improviserend, op als veilingmeester, die in België versierde, geborduurde meelzakken van WOI op de veiling zette. Hij haalde bijna veertig pond op, die overgemaakt zal worden aan het goede doel; het resultaat van zijn spraakwaterval …
De Belgische kranten vermelden eind 1916 en eind 1917 weinig berichten over versierde meelzakken. De bevolking had zwaar te lijden onder voedsel- , kleding- en brandstofschaarste en ijskoude winters.
[1] ‘Doubleday-Page Photo’:
Merk op dat de naam Page verwijst naar Walter Hines Page (Cary, North Carolina, 15.08.1855 – Pinehurst, North Carolina, 21.12.1918), de ambassadeur van de Verenigde Staten in Groot-Brittannië tijdens WO I. Page had een imposante carrière als journalist en uitgever voordat hij in maart 1913 tot ambassadeur in Londen werd benoemd door President Wilson. Page was van 1900-1913 partner in de uitgeverij Doubleday, Page & Company.