De ontstaansgeschiedenis en de waarde van de ‘Versierde Meelzakken in WOI’ is in boeken, tijdschriften en online vaak beschreven. Ik heb inmiddels vele primaire en secundaire bronnen geraadpleegd, zie mijn bibliografie.
Primaire bronnen zijn geschreven door personen, die zelf in de jaren van WOI en direct erna betrokken zijn geweest bij de Versierde Meelzakken. Secundaire bronnen zijn geschreven door personen die er niet direct bij betrokken zijn geweest, baseren zich op primaire bronnen en zijn in latere jaren gemaakt.

Auteur Daniël Vanacker van Het 14-18 Boek (2006), noemde me twee Belgische primaire bronnen uit 1916 en 1919 met referentie naar versierde meelzakken.
Waar zou ik die boeken kunnen lezen?
Zijn suggestie was de Koninklijke Bibliotheek/Bibliotheque Royale van België (KBR) in Brussel.
Omdat ik in Voorburg bij Den Haag woon, was mijn praktische gedachte: de Koninklijke Bibliotheek van Nederland (KB) in Den Haag.
Eerste actie was dan ook online zoeken op de website WorldCat.org, die tip kreeg ik lang geleden van mijn dochter, promovenda aan de Universiteit Leiden, wetenschappers zoeken zo wereldwijd en vinden hun boeken, artikelen en tijdschriften in de dichtst bij zijnde bibliotheek. Een aanrader voor iedereen die publicaties zoekt.
Mijn actie had resultaat. De serie Belgische boeken waren in de KB in depot en uitleenbaar. Ik vroeg de boeken online aan en de volgende dag fietste ik langs de KB en haalde de boeken op. Boeken van 100 jaar oud zijn meestal alleen in de bibliotheek te raadplegen, gelukkig mochten deze mee naar huis. Saillant detail was dat een deel van de boeken nog niet eerder uitgeleend was door de KB en daarom niet online in de catalogus vindbaar was.

Jean Massart publiceerde in 1916 ‘Comment les Belges résistent à la domination allemande. Contribution au Livre des douleurs de la Belgique’.
Massart, een vooraanstaand Belgisch wetenschapper, doet verslag van hoe hij in zijn land het eerste jaar van de Duitse bezetting heeft beleefd, hij beschrijft vernielingen, opeisingen, tekorten, censuur, beperking van bewegingsvrijheid, gevangennemingen, etc. In augustus 1915 wist hij aan gevangenneming door de Duitsers te ontkomen en vluchtte met zijn gezin naar Frankrijk, waar hij zijn boek uitgaf.
Bijlagen in het boek zijn foto’s. Eén foto toont de etalage van een bakkerij ‘Boulangerie-Patisserie Verviétoise’ met zes geleegde meelzakken geshowed op een rij achter twee Amerikaanse vlaggen en boven de uitstalling van 40 broden. Het onderschrift luidt:

Massart verklaart de uitstalling in de bakkerij als een uiting van Belgisch patriottisme, gericht tegen de Duitse bezetting.
Hubert Bovens uit Wilsele, gespecialiseerd in familieopzoekingen heeft geprobeerd de locatie van de Boulangerie-Pâtisserie Verviétoise te achterhalen, het straatnummer is zichtbaar op de foto, het eindigt op ‘43’. Maar in welke stad of dorp is dit? Daniël Vanacker benadrukt dat de stad Brussel of Luik zal zijn, gelet op de verwijzing van Massart naar p. 204, de paragraaf ‘La gratitude des Belges envers les Etats-Unis’:
“La Belgique sait que c’est aux Etats-Unis qu’elle doit d’être ravitaillée. Sans la charité américaine notre patrie sombrait dans la détresse ou l’avaient plongée les exactions allemandes. Nul ici ne l’oubliera jamais et c’est au nom de la nation entière que le Roi Albert a remercié l’Amérique.
C’est à titre d’hommage, et aussi de reconnaissance, que le 22 février 1915, jour anniversaire de l’Indépendence américaine, les Belges portaient à la boutonnière la médaile avec le drapeau étoilé… ; à Liège, les officiers ont même arraché les insignes américains à des femmes et à des jeunes filles.”
(“België weet dat het aan de Verenigde Staten te danken is dat ze gevoed wordt. Zonder de Amerikaanse liefdadigheid zou ons vaderland op de rand van de afgrond staan ten gevolge van de Duitse wreedheden. Niemand hier zal het ooit vergeten en het is in naam van de hele natie dat koning Albert Amerika heeft bedankt. Het is als eerbetoon en teken van dankbaarheid dat op 22 februari 1915, de verjaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid, de Belgen in hun knoopsgat een versiersel met de stars-and-stripes droegen…; in Luik trokken Duitse officieren zelfs de Amerikaanse versierselen van de kleding van vrouwen en meisjes af.”)
Hubert Bovens ontdekte op internet een hedendaagse bakkerij Boulangerie-Pâtisserie Verviétoise in Sougné-Remouchamps, provincie Luik en pleegde een telefoontje. Jammer, er lijkt geen verband te zijn met de fotobijlage in het boek van Massart. We zouden er zo graag een broodje gaan eten.

‘Cinquante Mois d’Occupation Allemande’ is geschreven door de journalisten Louis Gille, Alphonse Ooms en Paul Delandsheere tijdens de Eerste Wereldoorlog en afgerond in november 1918. In vier delen geven de auteurs vanuit hun woonplaats Brussel hun ooggetuige-verslag van de 50 maanden Duitse bezetting. Het verslag leest als een dagboek en is ingedeeld op jaar, maand en dag. Zaterdag 17 juli 1915 bevat het bericht over de ‘sacs américains’, ze zijn bijzonder geliefd onder de verzamelaars van oorlogssouvenirs:
Zaterdag 17 juli 1915
De Amerikaanse zakken die het tarwemeel hebben bevat voor het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit (NHVK) zijn bijzonder geliefd onder verzamelaars van oorlogssouvenirs. De zakken zijn voorzien van opdrukken en hoe karakteristieker de bedrukking, hoe hoger de verkoopprijs. Een zak van 30 francs is bedrukt met blauwe en rode letters, de tekst luidt in het Engels:
Van de stad Springfield (Ohio)
Als getuigenis van genegenheid
Onze vrienden de Belgen
Aan deze heroïsche natie
God zegene het!

De zakken dragen behalve teksten, ook afbeeldingen in kleur; bijvoorbeeld het profiel van een Indiaan uit het Wilde Westen met verentooi.*) Het Nationaal Komiteit laat een groot aantal van deze zakken borduren, waarop vervolgens in zijden garens kleine Amerikaanse en Belgische vlaggen worden toegevoegd.
De borduursters maken schorten, lampenkappen, centerpieces, rugleuningen van fauteuils, gordijntjes. Meerdere zakken die aldus zijn getransformeerd en verfraaid, keren terug naar de Verenigde Staten als uiting van dankbaarheid van onze natie voor de hulp die we hebben ontvangen” (eigen vertaling).
Het verbaast me steeds met welk gemak ik de meeste publicaties ter beschikking krijg. De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is goed voorzien van Belgische titels, zowel Nederlands- als Franstalige.

Heeft de KB het niet in huis, dan zijn er andere bibliotheken in Nederland om gebruik van te maken.

Zo kwam ik in Amsterdam terecht in enerzijds de prachtige, oude bibliotheek van het Rijksmuseum en anderzijds de moderne bibliotheek van het

Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). De bibliotheek van de Vrije Universiteit staat er nog op mijn wensenlijst.


In Tilburg bezocht ik de bibliotheek van het TextielMuseum en had een zeer interessant gesprek met bibliothecaris Jantiene van Elk. Het TextielMuseum heeft geen kleding of handwerk van versierde meelzakken van WO I in de collectie, noch zijn er boeken of publicaties over het onderwerp aanwezig.


Toch was mijn bezoek aan de bibliotheek buitengewoon waardevol, omdat Jantiene me textielboeken aanreikte met borduurpatronen en -technieken uit begin 1900. Ook gaf ze mij input via hedendaagse boeken over textiel en vrouwen/emancipatie en ’subversief’ werken met textiel.
De adviezen van deze bibliothecaris vormen een afspiegeling van de prettige manier waarop de bibliotheken me wegwijs maken in hun boekenbezit.
*)Zie ook mijn blog ‘Meelzakken in Dendermonde’ van 11 november 2019