
De versierde meelzak ‘Dank van Puers’ ken ik, net als de versierde meelzak ‘Dank van Oppuers’, via de website Europeana.
De plaatsen Puurs en Oppuurs maken deel uit van de gemeente Puurs-Sint-Amands en liggen enkele kilometers ten zuiden van de Schelde in de provincie Antwerpen. Brouwerij Moortgat is hier gevestigd, de brouwer van Duvel, Vedett en De Koninck.
Familie Vertongen

De heer Vertongen heeft de versierde meelzak ‘Dank van Puers’ in bezit en doet bij Europeana verslag over zijn familie in WOI. Zijn moeder koesterde de versierde meelzak en schreef er een briefje bij:
“Gedenkenis aan de oorlog van 1914-1918.
De kinderen kregen in de school alle dagen een koek, gebakken van bloem die we kregen van de Canadezen. Veel kinderen kwamen naar school zonder eten”.
De schoolkoek/la couque scolaire, verstrekt door het Nationale Voedingskomiteit, zorgde er in Brussel voor dat álle schoolkinderen, in de ochtend, een koek te eten kregen.
Er werd geen onderscheid gemaakt tussen publieke en privéscholen, het onderwijsniveau, of meisjes- of jongensscholen.
Onderscheid was er wel in de voorwaarden: alleen op de gratis scholen was de koek ook gratis, alle andere leerlingen betaalden voor de koek. De prijs per koek steeg in de loop van de tijd van 5 naar 9 of 10 centimes, terwijl de koek in gewicht afnam van 100 naar 70 gram. Medisch advies was daarom een drank in de vorm van soep, koffie of chocolademelk erbij te serveren. Wetenswaardig daarbij is dat de scholen de koeken geleverd kregen op basis van presentielijsten en leerlingen de koek ter plekke moesten opeten, ze mochten deze niet bewaren. Van misbruik was gebleken: koeken waren doorverkocht en doken op als handelswaar in cafés en bars.
Louis Gille vermeldt op 15 maart 1918[1]:
La couque scolaire
‘Les enfants et jeunes gens des écoles, athénées, collèges, pensionnats, – sans distinction entre établissement officiels et établissements privés ou entre établissements pour filles et établissements pour garçons – jouissent depuis longtemps déjà du bienfait de la couque, – une affriolante couque de farine blanche composée d’une façon particulièrement nutritive, qui leur est remise dans la matinée, généralement à la récréation de 10 heures.

Houssiau en Vreugde vonden aantekeningen over de schoolkoek in het Stadsarchief Brussel[2]:
‘Le corps médical recommande de la manger avec une boisson nutritive, comme le café ou le cacao. Elle diminue considérablement de poids, passant de 100 gr. à 70 gr., à cause des réquisitions de farine et de sucre par l’occupant.’
‘Le contrôle de la distribution de l’alimentation à l’école est de plus en plus réglementé pour éviter tout gaspillage, tout abus et toute dérive. Il s’agit de calculer de manière exacte le nombre de couques à commander par jour, à l’aide de la liste des présences’.

Georges Rency toont in ‘La Vie Matérielle de la Belgique durant la Guerre Mondiale’ een foto met een tafereel op school van kinderen gereed om aan te vallen op de schoolkoek.[3] Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het een promotionele foto is, want de koeken liggen fraai in stapeltjes geëtaleerd op schalen, de tafels zijn schoon gedekt en bovendien staan er bijna evenveel volwassenen op de foto als kinderen, vooral de aanwezigheid van mannen duidt op een officieel ‘persmoment’.

Rency geeft nog meer inkijk op de promotie van de voedselverstrekking in een foto van de maaltijd van mannen, die zijn teruggekeerd van deportatie naar Duitsland. De tafelopstelling en de ornamenten op de muren laten zien dat deze is genomen op exact dezelfde plaats als de schoolkoek foto. Ook twee staande heren rechts herken ik op beide foto’s.

De versierde meelzak ‘Dank van Puers’ heeft een afmeting van 75×50 cm.

De meelzak heeft qua bewerking in alle opzichten verwantschap met de versierde meelzak ‘Dank van Oppuers’. Ik vermeldde dit reeds als bijzonderheid in mijn blog van 30 december 2019.
Beide meelzakken hebben de originele print aan de ene zijde en op de andere zijde het borduurwerk. Beide zijn afgezet met een brede rand kloskant.
Overeenkomende elementen van het borduurwerk zijn: de banier met tekst ‘DANK VAN…’ in hoofdletters, groene takjes met rode bessen in de vier hoeken, het wapenschild van de genoemde gemeente, de vlaggen van België en de VS, de krans in groene en rode twijgen, de naam België en het jaartal 1915.

De meelzak ‘Dank van Puers’ openbaart de functie van de drie knoopsgaten in de ‘Dank van Oppuers’: er is, als patriottisch teken, een rood, geel, zwart sierlint, van boven gestrikt en naar onder door de knoopsgaten getrokken, ter fixering van het lint.
De meelzak van Oppuers mist het sierlint, maar de knoopsgaten zitten er!
De overeenkomst van de borduurwerken is zo frappant, dat mijn vermoeden is, dat de zakken op dezelfde plaats geborduurd zijn. Ik heb hierover gesproken met Jeanne en Jozef De keersmaecker uit Oppuurs en zij vertelden dat kinderen uit Puurs naar school gingen in Oppuurs als deze school voor hen dichterbij huis was. Zo vermoedden wij dat een meisje uit Puurs en een meisje uit Oppuurs als leerlingen tegelijkertijd de borduurwerken hebben uitgevoerd op de school van de zusters Annonciaden uit Veltem.

De originele bedrukking op de andere zijde van ‘Dank van Puers’ luidt: ‘FLOUR. CANADA’S GIFT.’ De herkomst uit Canada maakt de meelzak ‘Dank van Puers’ onderscheidend van de meelzak ‘Dank van Oppuers’ met als herkomst de staat Wyoming in de VS.

‘Flour Canada’s Gift’ is een algemene aanduiding voor een Canadese meelzak. Welke herkomst heeft deze meelzak?
Canada heeft op grote schaal voedselhulp verleend aan België. Canada maakte deel uit van het Britse Rijk en was daarom direct militair betrokken in de oorlog. Het hele land organiseerde hulpacties voor de eigen militairen, hun gezinnen en andere oorlogsgetroffenen, zoals de Belgische bevolking.
In september 1914 vormden de Canadezen een ‘Central Executive Committee of the Relief Work for the Victims of The War in Belgium’ met zetel in Montréal. De Gouverneur-Generaal van Canada was beschermheer van het comité. [4]
President van het comité was de heer Maurice Goor, Belgisch Consul-Generaal in Ottawa, vice-president was C.I. de Sola, Belgisch Consul in Montréal, ere-penningmeester was de heer Henri Prud’homme, bankier.

De oproep aan de Canadese bevolking luidde: “The most suitable contribution in kind would be clothing of every description, new or old, for men, women and children, blankets of wool or cotton, shoes, flour, oatmeal, sugar, dried fruits, dried vegetables, etc.” (De meest geschikte bijdrage in natura is kleding van elk formaat, nieuw of oud, voor mannen, vrouwen en kinderen, dekens van wol of katoen, schoenen, meel, havermout, suiker, gedroogd fruit, gedroogde groenten, enz.)
En over ingezameld geld: “…contributions in money were to be employed for the purchase of goods in Canada…” (‘bijdragen in geld zijn bedoeld voor de aankoop van goederen in Canada.’)

De inzamelingen waren succesvol. De centrale overheid van het Dominion Canada doneerde $50.000; overheden van de provincies deden ook mee: Alberta schonk 5.000 zakken meel; Saskatchewan $5000; Winnipeg $24.400; British Columbia $5.000; Manitoba $5000, ook Nova Scotia en de vele Belgian Relief Committees volgden met aanzienlijke sommen geld of goederen. Verzending van de goederen naar België is gecoördineerd door de Commission for Relief in Belgium (CRB).
De Belgische bevolking associeerde alle hulpverstrekking van de CRB met Amerika, dus ook de Canadese hulp viel daar voor hen onder. Vandaar ook dat de borduursters in hun enthousiasme Amerikaanse vlaggen op Canadese meelzakken borduurden.
Onder de titel ‘Purchase of Goods with the Money received by the Central Executive Committee’ (Aankoop van goederen met het geld ontvangen door het Centraal Uitvoerend Comité) verklaart het Comité een aparte commissie te hebben benoemd onder voorzitterschap van de heer R. Dale, voormalig president van de Handelsraad in Montréal, die verantwoordelijk is voor alle aankopen die gemaakt worden met het ingezamelde geld.
De penningmeester, H. Prud’homme, legt in zijn verslag van 5 februari 1915 verantwoording af over de periode van september 1914 tot 5/2/1915:
Het ingezamelde geldbedrag dat het Centrale Uitvoerende Comité heeft ontvangen is bijna $500.000. Daarvan heeft het inkoopcomité $350.000 aan voedingsmiddelen gekocht: voor $300.000 aan ongemalen tarwe en $18.000 aan meel, verpakt in 7000 zakken.[5]

Waar deze zakken meel gekocht zijn en hoe ze bedrukt zijn, is mij niet bekend. Mijn hypothese is dat de 7000 meelzakken in opdracht van het Centrale Comité bedrukt zijn met de tekst ‘FLOUR. CANADA’S GIFT.’
Volgens het rapport van Prud’homme is het merendeel, namelijk 6000 zakken met meel, verscheept naar Rotterdam met de oceaanstomer SS Dorie: vertrek Halifax op 28 november, aankomst Rotterdam 19 december 1914.
Het schip Tremorvah vervoerde eerder al 500 zakken meel naar Europa, vertrek Halifax op 29 oktober, aankomst Rotterdam op 16 november 1914.

De Canadese meelzakken zullen overgeslagen zijn in de Rotterdamse haven en vóór Kerstmis 1914 gedistribueerd zijn in België.

Toen het versieren van meelzakken in het voorjaar van 1915 in België op gang kwam, zijn er tientallen meelzakken met de bedrukking ‘FLOUR. CANADA’S GIFT.’ uitgekozen om te bewerken.
Nu, honderd jaar later, zijn minimaal 9 versierde meelzakken met deze bedrukking in Belgische collecties te bewonderen, een is onbewerkt, twee zijn geborduurd en 6 zijn beschilderd. Drie meelzakken beschreef ik in het blog ‘Meelzakken in Dendermonde‘.

Het vzw Kantcentrum Brugge is recent verblijdt met de schenking van een versierde meelzak ‘FLOUR. CANADA’S GIFT.’ Het Kantcentrum Brugge toont de meelzak in de bijzondere gelegenheidstentoonstelling ‘War Lace, oorlogskant uit WOI’. Te zien tot 30 september 2020.

Er is een foto van de bedrukking op een zak, geborduurd en getransformeerd tot jurkje, geshowd door een blij meisje met dikke boterham in de sneeuw. Ik ben de heer Daniël Vanacker, auteur van ‘Het 14-18 Boek. De kleine Belgen in de Grote Oorlog’ zeer erkentelijk: hij stuurde me deze foto en gaf informatie over de organisatie van de Canadese hulpverlening.
In de collectie-lijst van het Herbert Hoover Presidential Library-Museum, West-Branch, Iowa, VS, heb ik 18 (!) versierde meelzakken met de bedrukking ‘FLOUR. CANADA’S GIFT.’ geteld.
Bijzonderheid: in Canada zijn tot heden slechts enkele versierde meelzakken in collecties opgedoken!
[1] Gille, Louis, Cinquante Mois d’Occupation Allemande IV 1918. Brussel: Librairie Albert Dewit, 1919: 15 maart 1918, p. 149-150
[2] Houssiau, Jean, Vreugde, Christian, Les écoliers bruxellois pendant la Première Guerre mondiale. Cahiers Bruxellois-Brusselse Cahiers 2014/IF (XLVI) p. 41-54
[3] Rency, Georges (Stassart, Albert), La Belgique et la Guerre. I. La Vie Matérielle de la Belgique durant la Guerre Mondiale. Bruxelles: Henri Bertels, Editeur, 1922
[4] Castell Hopkins, J., Canada at War 1914-1918. A Record of Heroism and Achievement. New York: Georges H. Doran Company, 1919, p. 252, 253
[5] Prud’homme, H., Relief Work for the Victims of the War in Belgium. Report on donations received and shipments made to Belgium since the Work was started up to February 5th, 1915. Montréal, February 5th, 1915