Kerstmis 1914. Madame Vandervelde: “België bedankt Amerika”

Lalla Vandervelde. Foto: Mathilde Weil, Philadelphia, 1914. Coll. Library of Congress

Het was Kerstmis 1914. In Minneapolis, Minnesota, opende de ‘Star Tribune’ met het gedicht “België bedankt Amerika” van Mme. Vandervelde.
Madame Emile Vandervelde, née Speyer, op rondreis door de Verenigde Staten en Canada, zou de afzender zijn van deze in versvorm gegoten erkentelijkheid voor de helpende handen die Amerika bood aan België.
Uit haar mémoires blijkt dat niet Lalla Vandervelde zelf, maar Sir Cecil Rice, de Britse ambassadeur in Washington, het vers geschreven had voor Lalla om te reciteren tijdens haar lezingen. Sir Cecil had het gedicht naar de Amerikaanse kranten gestuurd onder naam van Madame Vandervelde om te publiceren op eerste Kerstdag. Lalla ontving vele reacties en complimenten voor het aan haar toegeschreven gedicht. Haar toch al overwerkte secretaresse was dagen bezig om het bericht recht te zetten.

“België bedankt Amerika”
“Vandaag is het Kerstmis; we horen de Kerstklok niet,
Maar toch vertellen we het verhaal dat we eens zo graag vertelden –
“Welwillendheid”, “Welwillendheid” – luidt het: en “Vrede” – klinkt de roep,
We hurken tussen de ruïnes, en kijken naar het wrede vuur,
Horen de kinderen huilen, en wenden onze ogen af
Voor hen is er geen brood of thuis, deze gelukkige Kerstdag.

“Het Kerstkind”: ’tekening van Louis Ketels, 1917. Coll. Museum Plantin-Moretus; foto uit ‘Nieuwe meesters, magere tijden’, Diane De Keyzer (2013)

Maar kijk! een bericht komt van ver over de zee,
Van harten die nog in staat zijn tot medelijden, en ogen die nog kunnen huilen-
Oh kleine hongerige lippen, oh gezichten bleek en wit
Er is ergens, ergens vrede op aarde, ergens welwillendheid voor de mensheid,
In de vage verte van de wateren, duizenden mijlen ver,
Daar zijn mensen die zich herinneren dat het Kerstdag is.

Oh God van Vrede, gedenk, en houd in Uw genade
De harten die nog in staat zijn tot medelijden, de ogen die nog kunnen huilen-
Te midden van vernedering en kwelling, de ruïnes en de graven
Voor hen, de natie van vrijheid; van ons, de natie van slaven,
Welke weerklank kunnen we ze zenden? – we zijn alleen bij machte te knielen en te bidden –
God geve, God geve in ieder geval aan hén een gelukkige Kerstdag.

Mme. Vandervelde, New York, 25 december 1914″

Het aan Madame Vandervelde toegeschreven gedicht op de voorpagina van The Morning Star Tribune, Minneapolis, was geschreven door de Britse ambassadeur in de VS, Sir Cecil Rice. Minnesota, 25 december 1914
Roméo Dumoulin, ‘Knaap met boterham’, 1915; versierde meelzak Madame Vandervelde Fund (recto). Coll. HIA, George I. Gay Papers, coll. nr. XX069; foto: HIA staff

 

Bronnen:
– Vandervelde, Lalla, Monarchs and Millionaires. London, Thornton Butterworth Limited, 1925, p. 84, 85
– Vermandere, Martine, Madame Lalla Vandervelde. A very exceptional woman. Gent, Amsab-ISG, 2023, p. 52, voetnoot 82

 

Translate »