‘Thanksgiving’-schip ORN vertrok uit Philadelphia

Op deze Thanksgiving Day 2020 vertel ik als dank aan allen die mij inspireren, aanmoedigen en van informatie voorzien bij mijn onderzoek naar de versierde meelzakken het verhaal van het ‘Thanksgiving’-schip ORN dat 106 jaar geleden op 25 november 1914  de havenstad Philadelphia uitvoer, volgeladen met zakken meel op weg naar België, uitgezwaaid door duizenden mensen waaronder een speciale gaste: Madame Lalla Vandervelde.

Inzameling van hulpgoederen
Direct na het uitbreken van de ‘Europese’ oorlog in augustus 1914 ontstonden spontane acties onder de bevolking van Canada en de Verenigde Staten om geld en goederen in te zamelen voor de hulp aan slachtoffers van het geweld.

Het laden van de Thelma in de haven van Philadelphia, ook de kinderen deden mee aan de hulpacties. The Philadelphia Inquirer, 10 november 1914

De acties voor hulp aan de Belgische vluchtelingen en de bevolking in het bezet België stonden onder leiding van Belgen, woonachtig in Canada en de VS: de Belgische Consul Pierre Mali, de Consul-Generaals, zakenmensen, vooraanstaande particulieren en emigranten, op bijzondere wijze ondersteund door Madame Lalla Vandervelde, de vrouw van de Belgische minister van Staat, die door de VS reisde om aandacht te vragen voor de Belgische goede zaak en op te roepen tot Amerikaanse hulpverlening.

Zij vonden gehoor bij lokale dagbladen en tijdschriften, die met grote ijver dringende oproepen aan hun lezers deden om hulp te bieden door geld te storten in speciaal voor het doel opgerichte fondsen.

Het laadruim vol meelzakken van de Thelma in de haven van Philadelphia, The Philadelphia Inquirer, 11 november 1914

Het transport van de hulpgoederen van Amerika naar Europa over de Atlantische Oceaan moest per schip gebeuren, maar dat leverde qua kosten hoofdbrekens op. Niet in Canada, waar de overheid de betaling van het transport voor haar rekening nam. Wel in de VS, want wie wilde dat betalen?

Warenhuismagnaat en filantroop John Wanamaker, Philadelphia. Foto: internet

In de stad Philadelphia, Pennsylvanië, kwam het onmiddellijke antwoord van warenhuismagnaat en filantroop John Wanamaker (Philadelphia 11.07.1838-12.12.1922). Hij nam het initiatief en charterde zelf twee schepen om hulpgoederen naar België te brengen.

Thelma
Het eerste schip gecharterd door Wanamaker was het stoomschip Thelma. Het laden van het schip trok veel belangstelling, de ‘Philadelphia Inquierer’ publiceerde er dagelijks over. *)

Links het laden van de Thelma in de haven van Philadelphia, midden kapitein Hendrickson, rechts Petrus Verhoeven en zijn gezin, Belgische vluchtelingen in Londen. Evening Ledger, 11 november 1914

Op donderdag 12 november 1914 vertrok het schip na een korte officiële plechtigheid waar burgemeester Blankenburg van Philadelphia het woord voerde:
“Medeburgers, tweeëntwintig jaar geleden stuurde Philadelphia een hulpschip, de Indiana, om hulp te bieden aan de lijdende Russische boeren, ver weg van eigen haard en huis. Vandaag stuurt Philadelphia opnieuw een hulpschip, de Thelma, dit keer naar de lijdende mensen, de ongelukkige mensen van België. Het toont de grootsheid van hart van de bewoners van Philadelphia. Het toont de kracht van de dagbladpers, want als de kranten in Philadelphia er niet waren geweest, geloof ik niet dat dit schip vandaag klaar zou zijn om te vertrekken. De dagbladen van Philadelphia hebben er alles aan gedaan om dit schip met hulpgoederen te kunnen laten vertrekken.”
De Girard College band stond op de pier en speelde de ‘Star Spangled Banner’.

Voedsel schip Thelma vertrekt naar België, Philadelphia Inquirer, 13 november 1914

De burgemeester vroeg aan het toegestroomde publiek van honderden mannen, vrouwen en kinderen hulde te brengen aan kapitein Wolff Hendrickson en bemanning middels een driewerf ‘Hoera’. De heer Francis B. Reeves, penningmeester van het Amerikaanse Rode Kruis, nam namens het Rode Kruis de hulpgoederen op de Thelma in ontvangst en bisschop Garland van Philadelphia zegende het schip.

Versierde meelzak Rosabel, geborduurd in Roulers/Roeselare, 12 Lbs. Coll. HIA. Foto: E. McMillan

Daarna overhandigde de heer Wanamaker aan kapitein Hendrickson een brief, gericht aan Dr. Henry Van Dyke, gezant van de Verenigde Staten in Den Haag, Holland: ‘Het stoomschip Thelma vervoert vandaag naar u … de geschenken van de inwoners van Philadelphia en omgeving … De officiële documenten van het schip zullen aantonen dat de lading met een waarde van $ 104.000 volledig bestaat uit meel, maïsmeel, bonen, ingeblikte voedingsmiddelen, zakken aardappelen, enz … allemaal levensmiddelen zoals gevraagd in de verklaring van enkele dagen geleden van de heer Brand Whitlock, gezant in Brussel, die sprak over de grote behoefte aan hulp voor vrouwen en kinderen en oude en zieke mensen in België. …

Meelzak ‘A-Flour’, Millbourne Mills. Coll. KMKG, nr. 2657, foto: auteur

Deze voorname oude stad, die u zo goed kent, de eerste van de Amerikaanse steden en de eerste zetel van de regering van de Verenigde Staten, is – zonder haar plichten ten aanzien van de armen en behoeftigen in Philadelphia te verwaarlozen- als één man opgestaan om medeleven en genegenheid te tonen aan behoeftigen in de wereld, zoals ‘de Stad van Broeder Liefde’ altijd doet.
Ik voeg er voor uw eigen genoegdoening aan toe dat er al bijna voldoende giften zijn binnengestroomd om een volgend schip te laden.’

Advertentie in the Philadelphia Inquirer, 11 november 1914

De Thelma stak de oceaan over in drie weken tijd en meerde op 3 december 1914 met haar kostbare lading veilig aan in de Maashaven van Rotterdam. Het overladen begon direct, aken brachten via de binnenwateren van Holland en België de voedingsmiddelen naar de bestemde plekken.

Le XXe siecle, 17 december 1914

‘Le XXe siècle’ berichtte half december 1914 over de voedingsmiddelen die de Thelma aanvoerdde:
Het stoomschip “Thelma” is in Rotterdam aangekomen met 1.740 ton aan voorraden, bestemd voor de Belgen die in België bleven. De lading bestaat uit 94.600 zakken en 100 vaten meel, 1.600 zakken maïsmeel, 2.000 zakken bonen, 1.600 zakken rijst, 1.200 zakken zout, 500 dozen maïs, 5.000 dozen aardappelen, 1.200 zakken gerst, 2.500 zakken erwten, 600 dozen gecondenseerde melk, 600 dozen geconserveerde perziken, 1.000 kisten sodazout, 1.200 kisten pruimen, 1.000 zakken suiker en 1.250 zakken havermout.’[1]

Inmiddels voer het tweede door Wanamaker gecharterde schip inderdaad met de volgende lading hulpgoederen de oceaan over: de ORN was vertrokken als ‘Thanksgiving’-schip.

Philadelphia Inquirer 26 november 1914

‘Thanksgiving’-schip ORN

Philadelphia Inquirer 26 november 1914

De dag voor Thanksgiving Day, 25 november 1914, vertrok het stoomschip ORN uit de haven van Philadelphia op weg naar Rotterdam, uitgezwaaid door duizenden toeschouwers. De waarde van de lading was $ 173.430 en bestond vooral uit zakken meel plus andere voedingsmiddelen.

De officiële plechtigheid om de ORN behouden vaart te wensen werd bijgewoond door vele hoogwaardigheidsbekleders. Ook nu was de muzikale begeleiding van The Girard College Band.

Lalla Vandervelde. Foto: Mathilde Weil, Philadelphia, 1914. Coll. Library of Congress

Aanwezig waren burgemeester Blankenberg en zijn wethouders met de verantwoordelijke ambtenaren; de heer Wanamaker met collega’s; de Belgische consul-generaal Paul Hagemans. Speciale gaste was Madame Lalla Vandervelde.
Ook aanwezig waren de directies en redacties van de kranten en hun uitgeverijen. De voorgangers in de plechtigheid waren van drie verschillende gezindten: Dr. Russell H. Conwell van de Doopsgezinde kerk; Eerwaarde Henry T. Drumgoole, rector van het St. Charles’ Seminarie, Overbrook; Eerwaarde Joseph Krauskopf, rabbijn van de synagoge ‘Keneseth Israel’.
Het gezelschap hoogwaardigheidsbekleders ging bij aankomst op het schip allereerst op de foto. Ook Madame Vandervelde nam actief deel aan de fotografie: ze stond erop dat ze met haar eigen camera gefotografeerd zou worden, staande tussen de heer Wanamaker en burgemeester Blankenburg.

‘Thanksgiving Ship Orn Sails’, Philadelphia Inquirer 26 november 1914

Thanksgiving Day
De burgemeester sprak de menigte toe: “Ik geloof niet dat Philadelphia een mooiere of betere Thanksgiving zou kunnen vieren dan door dit stoomschip naar België te sturen, tot het uiterste beladen met voedingsmiddelen voor de uitgehongerde bevolking.

Meelzak ‘Southern Star’, Millbourne Mills. Coll. WHI, foto: auteur

Rabbijn Krauskopf kreeg het woord: “… We zijn op de vooravond van onze nationale Thanksgiving-dag bijeengekomen met zowel een vreugdevol als bedroefd hart. We zijn verheugd omdat we in staat zijn onze overvloed te delen met degenen die het nodig hebben aan de andere kant van de oceaan. We zijn bedroefd omdat de behoeften van hen zijn ontstaan door de zondigheid en de dwalingen van de mens.”

Versierde meelzak Rosabel, 1916, 12 Lbs, geborduurd, houten theeblad met glas. Foto en coll. Sara Leroy, coll. Bebop

Dr. Conwell sprak: “… het is prachtig dat we de kans hebben om naar de noodlijdende Belgen een deel te sturen van datgene wat wij hebben, en als ik de geest van Amerika goed begrijp, zouden we, als we hun behoeften kennen, bereid zijn om ons laatste brood te delen met de Belgen, zij die zo dapper hun huizen verdedigden en de wereld een prachtig voorbeeld toonden van hun moed en patriottisme …”
Consul-Generaal Paul Hagemans aanvaardde de scheepslading hulpgoederen namens België: “Voor de tweede keer binnen twee weken sturen Philadelphia en haar goedgeefse bevolking een scheepslading voedingsmiddelen naar de Belgische slachtoffers. Hiermee geven Philadelphia en haar bevolking een prachtig voorbeeld van menselijke solidariteit met de duizenden van mijn mensen die van de hongersnood zullen worden gered; want we maken uit de recente berichten op dat de omstandigheden er verschrikkelijk zijn…. Behouden vaart aan het Thanksgiving-schip![2]

In het midden vlnr. John Wanamaker, Lalla Vandervelde met de Belgische en Amerikaanse vlaggetjes, burgemeester Blankenburg aan boord van de ORN, Philadelphia Inquirer, 26 november 1914.**)

Madame Vandervelde
Toen was de beurt aan Madame Vandervelde. Zij nam twee kleine vlaggen, een Belgische en een Amerikaanse, in haar handen. Ze overhandigde het stokje van de Belgische vlag aan John Wanamaker met de woorden:

Meelzak ‘Rosabel’, geborduurd. Coll. Frankie van Rossem, foto: auteur

“Ik bied deze vlag van België aan de heer Wanamaker aan, als dank voor zijn prachtige geschenk aan België. Ik overhandig eerst deze Belgische vlag als symbool van heldhaftigheid en moed van een klein land dat tegen een verschrikkelijke overmacht vecht. Het staat ook symbool voor de noden van miljoenen van haar mensen.” Vervolgens overhandigde ze hem de kleine Amerikaanse vlag: “Deze Amerikaanse vlag bied ik u aan als het symbool van vrijheid, soevereiniteit en onafhankelijkheid. Deze vlag staat op dit moment ook symbool voor de vrijgevigheid en de sympathie van duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Ik heb het grote genoegen de heer Wanamaker dank te zeggen voor alles wat hij heeft gedaan door hem deze twee vlaggen te overhandigen.”

De heer Wanamaker nam de vlaggetjes aan, strekte zijn armen en hield ze hoog in de lucht. Op dit teken zette de band de tonen in van het Amerikaanse volkslied, dat door de duizenden aanwezigen op schip en kade uit volle borst werd meegezongen.
Pater Drumgoole sprak vervolgens de zegen uit over schip en lading, waarna de gasten de ORN verlieten en het schip zich losmaakte van de kade.

Meelzak ‘Jack Rabbit’. Coll. WHI, foto: auteur

John Wanamaker keerde terug naar kantoor, maar kwam direct teruggereden in een van de bestelauto’s van zijn Wanamaker’s warenhuizen; hij volgde op de pier tot het laatste moment het tweede schip met hulpgoederen waarvan hij de reis had mogelijk gemaakt.

Op 18 december 1914 arriveerde ook de ORN met haar kostbare lading veilig in de Maashaven in Rotterdam. De hulpgoederen werden direct overgeladen in binnenvaartschepen en verder gedistribueerd in België.

 

Meelzak ‘Hed-Ov-All’, Buffalo Flour Milling Co., 1914-1915, Anderlecht, geborduurd door Hélène Coumans, 16 jaar, Auderghem; door tussenkomst van Mme Buelens. Coll. HIA, foto: coll. auteur

Versierde meelzakken uit Pennsylvanië

Meelzak Rosabel, kussenhoes, geborduurd, ‘La Belgique Reconnaissante’, lint, diam. 25 cm. Coll. HIA, foto: coll. auteur

Meelzakken, vervoerd op de THELMA en ORN, zullen afkomstig zijn geweest van maalderijen in de staat Pennsylvanië. Mijn onderzoek laat zien dat enkele tientallen van deze onbewerkte en versierde meelzakken bewaard zijn gebleven in België en de VS. Opmerkelijk is dat alle zakken een klein formaat hebben, de vermelde inhoudsmaat is 12¼ LBS (5,5 kg meel) tot 24½ LBS (11 kg meel). De gebruikelijke maat van meelzakken is 49 of 98 LBS.

Er zijn meelzakken van:

Meelzak ‘Hed-Ov-All’, Buffalo Flour Milling Co. Coll. KMKG, nr. 2658, foto: auteur

– Buffalo Flour Milling Co in Lewisburg, merknaam Hed-Ov-All in de collecties van de Herbert Hoover Presidential Library-Museum, West-Branch, Iowa (HHPLM); Hoover Institution Archives, Stanford University, Californië (HIA); Koninklijk Legermuseum, Brussel (WHI); Koninklijk Museum Kunst & Geschiedenis, Brussel (KMKG).
– Een mij onbekende maalderij leverde een zak met merknaam Jack Rabbit, getoond in het WHI.
Millbourne Mills in Philadelphia, merknamen Rosabel, A-flour, Southern Star in de collecties van HHPLM, HIA, WHI, KMKG en meerdere Belgische particuliere collecties;
– Miner-Hillard Milling Co. in Wilkes-Barre, merknaam M-H 1795 in de collecties van WHI en het ModeMuseum Antwerpen.

Meelzak ‘M-H 1795’, Miner-Hillard Milling Co., verso. Coll. WHI, foto: auteur
Meelzak ‘M-H 1795’, Miner-Hillard Milling Co., recto. Coll. WHI, foto: auteur
Meelzak ‘M-H 1795’, Miner-Hillard Milling Co. Schortje, geborduurd. Coll. MoMu, foto: Europeana

Te weten dat deze versierde meelzakken uit Philadelphia vertrokken zijn rondom Thanksgiving Day 1914 geeft vandaag extra kleur aan mijn dag!

Meelzak ‘Hed-Ov-All’, Buffalo Flour Milling Co., in de museumopstelling. Coll. HHPLM, foto: E.McMillan

Speciale dank aan Marcus Eckhardt, conservator van het Herbert Hoover Presidential Library-Museum, hij maakte me attent op Thanksgiving Day, de nationale feestdag in de VS, gevierd op de vierde donderdag in november, dit jaar op 26 november. Hij noemde het een tijd van reflectie over het afgelopen jaar en alles waar je dankbaar voor bent, onze lange afstand vriendschap is er een van. We zien er beiden naar uit elkaar in het echt te ontmoeten, wanneer de omstandigheden dit zullen toelaten.

Meelzak ‘Hed-Ov-All’, Buffalo Flour Milling Co., geborduurd, kant. Coll. HHPLM, nr. 62.4.363, foto: E.McMillan

*) Philadelphia Inquirer, edities 10, 11, 12, 13, 17, 21, 24, 26 november 1914.

[1] Le XXe siecle: journal d’union et d’action catholique, 17 december 1914.

[2] Hagemans, Paul, niet gepubliceerde biografie, Philadelphia, Penn, ongedateerd. Vermeld in de bibliografie van Carole Austin, From Aid to Art, San Francisco Folk Art Museum, 1987.


**) Aanvulling 8 maart 2023:
In haar boek Madame Lalla Vandervelde. A very exceptional woman’, verwijst  Martine Vermandere, historicus en coördinator publiekswerking bij Amsab-ISG, op bladzijde 54 naar dit blog.
Vermandere, Martine, Madame Lalla Vandervelde. A very exceptional woman. Gent, Amsab-ISG, 2023, p. 54

Translate »