Een kist waardevolle oorlogssouvenirs in het War Heritage Institute

Tijdens mijn Belgische Zakkenreis in september 2023 was ik welkom voor een studiebezoek aan het War Heritage Institute in Brussel, waarbij ik meelzakken kon bekijken en bestuderen.[1] Enkele jaren geleden was een groot aantal meelzakken aangetroffen in een kist in het museumdepot; de zakken waren in slechte staat. Ik was benieuwd naar de voortgang daarmee.
Conservator Ilse Bogaerts informeerde me tevoren dat de inventarisatie van de gevonden zakken nog niet veel verder stond, maar dit sloot niet uit dat het museum de meelzakken zou tonen.

Vier dozen vol zakken
Vier dozen vol zakken stonden gereed voor onderzoek. Ik schrok bij de eerste aanblik van de stapels bloemzakken.

Doos ’70 bloemzakken verrot’, 1914. Coll. WHI. Foto: auteur

Ze zijn kapot, rafelig, afgescheurd, of verrot, hebben waterschade vlekken, sommige zakken zijn wel in betere conditie. Meerdere maalderijmerken zijn verbleekt en onleesbaar; inscripties zijn verdwenen door het vergaan van het katoen.
Alle zakken zijn onbewerkt, het zijn originele katoenen zakken met Amerikaanse en Canadese bedrukkingen; er is geen enkele Belgische versiering van borduurwerk, kant of beschildering.

Doos met bloemzakken, 1914. Coll. WHI, Doos 2. Foto: auteur

De dozen zijn genummerd 2, 10 en 11, plus een ongenummerde doos met etiket ’70 bloemzakken totaal verrot’. Het etiket op doos 2 zegt:
BLOEMZAKKEN
23 ex verrot
16 ex idem
15 ex idem
54

Ik besluit doos 2 en de ongenummerde doos te laten voor wat het is en concentreer me op dozen 10 en 11.

Annelien van Kempen en Evelyn McMillan doen onderzoek naar de bloemzakken in het War Heritage Institute, Brussel, september 2023. Foto: auteur

Honderdvijfenzeventig zakken in vier uur
Bekijken en bestuderen van katoenen zakken in dermate slechte staat is deprimerend. Gelukkig was Evelyn McMillan met mij meegekomen en samen konden we flink doorwerken om alle meelzakken te fotograferen.

We constateerden dat de restauratie-afdeling van het museum een huzarenstuk heeft verricht door de bloemzakken uit de kist in de afgelopen jaren presentabel te maken. Met de grootste voorzichtigheid hebben we het textiel uit de dozen getild om geen verdere scheuren te veroorzaken in de verteerde stoffen.

In vier uur tijd fotografeerde ik circa 175 bloemzakken, een snelheidsrecord! Toch heb ik met gemengde gevoelens het museum verlaten.

Beeldmerken op bloemzakken van Amerikaanse maalderijen, 1914. Coll. WHI, foto: auteur

Honderdvijfenzeventig maalderijen of inscripties
Inmiddels is het enkele weken later. Ik ben bezig met de inventarisatie van de resultaten van mijn studiebezoek en word in weerwil van de slechte conditie van de zakken, steeds enthousiaster over mijn onderzoek.
Want wat blijkt: iedere meelzak is afkomstig van een andere maalderij of hulporganisatie. Alle bedrukkingen op de 175 bloemzakken zijn verschillend, de verzamelaar moet veel tijd hebben besteed aan het samenbrengen van deze meelzakken.

In het boek ‘Dans la Geôle Bruxelloise. Deux années sous le joug allemand‘ van Aline Burls, né Bouquié, is een verwijzing naar het verzamelen van zoveel mogelijk verschillende zakken:
‘…qu’il y avait des personnes qui en faisaient collection, et qu’un amateur en avait actuellement plus de 700 spécimens differents. Le Musée du Cinquantenaire en a rassemblé une collection superbe qui compte actuellement 300 exemplaires artistiquement travaillés.
(Er waren mensen die zakken verzamelden, een liefhebber had inmiddels meer dan 700 verschillende exemplaren verzameld. Het Jubelparkmuseum had een prachtige collectie samengesteld van 300 artistiek bewerkte exemplaren.’)

Bloemzak ‘Gopher Brand’, Cream of West, Red Wing Milling Co., Red Wing, Minnesota, 1914. Coll. WHI, foto: auteur

25 Amerikaanse staten en drie Canadese provincies
De maalderijmerken en inscripties op de zakken tonen dat de bloemzakken afkomstig zijn uit 25 Amerikaanse staten: Californië, Colorado, Delaware, Idaho, Illinois, Iowa, Kansas, Kentucky, Michigan, Minnesota, Missouri, Montana, Nebraska, New York, North Dakota, Ohio, Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, South Dakota, Tennessee, Utah, Virginia, Washington, Wisconsin; en drie Canadese provincies: Alberta, Ontario en Saskatoon.

Ik tel 48 bloemzakken met de inscriptie ‘Belgian Relief Flour’, ieder van een andere Amerikaanse maalderij.

Belgian Relief Flour Sacks van 48 verschillende Amerikaanse maalderijen, WHI collectie, foto’s auteur

De collectie bloemzakken van het War Heritage Institute is veruit de allergrootste in België en qua origine (geografie van Noord-Amerika, de toentertijd gevestigde maalderijen) de meest veelzijdige in de wereld; en dan heb ik de museumcollectie kleding, gemaakt van meelzakken, nog niet eens gezien en meegeteld.

Bloemzak ‘Lyons Best’, Hoch Bros., Lyons Station, Pennsylvania, 1914. Coll. WHI, foto: auteur

‘Reserveer alle zakken met merknamen en inscripties’
Door de diversiteit van maalderijmerken en inscripties leg ik direct verband met de instructies in zomer 1915 van het Nationaal Komiteit voor Verkoop van Zakken uit Amerika:
-Reserveer voor het Werk van de Oorlogswezen alle zakken van 45 en 22 kg, die bijna allemaal kleurrijk zijn bedrukt met merknamen en inscripties, waardoor ze waardevolle oorlogssouvenirs zijn.
(Réserver à l’oeuvre des Orphelins de la Guerre tous les sacs de 45 et de 22 Kgs, lesquels sont presque tous décorés de vignettes et d’inscriptions qui en font de précieux souvenirs de guerre.)[2]

 -Per merk zal een inventarisatie worden opgemaakt, die in kopie zal worden toegezonden aan het Speciaal Komiteit voor Verkoop van Zakken uit Amerika.[3]

Amerikaansche Zakken – Oorlogsgedenkenis – verkocht ten voordeele van de Oorlogswezen. Coll. WHI, foto: auteur

Werk der Oorlogswezen
De WHI-bloemzakken bevestigen dat de instructies om de zakken te reserveren en te inventariseren zijn uitgevoerd. Hoeveel geld de bewaarde zakken als waardevolle oorlogssouvenirs  voor het Werk der Oorlogswezen hebben opgebracht is nog te onderzoeken.

Na de oorlog hield het Werk der Oorlogswezen een verkooptentoonstelling van Amerikaansche Zakken in Brussel.
Mogelijk is de kist met bloemzakken in WHI een overschot van de voorraad die door het Nationaal Komiteit Verkoop van Zakken uit Amerika was aangelegd voor het Werk der Oorlogswezen.

In ieder geval hoop ik maar dat het Werk der Oorlogswezen beter voor de verweesde kinderen zal hebben gezorgd in de naoorlogse jaren, dan ze voor deze kist met bloemzakken heeft gedaan.

Doos met bloemzakken, 1914. Coll. WHI, Doos 10. Foto: auteur

Materiële cultuur
Vanuit het oogpunt van materiële cultuur kunnen we anno 2023 de bloemzakken hoe dan ook beschouwen als waardevolle oorlogssouvenirs; de slechte staat en deprimerende aanblik neem ik voor lief.
Het scharen van de versierde bloemzakken onder de noemer trench art[4] biedt daarvoor de ruimte. Dit is wat Nicholas Saunders bedoelt met ‘Trench art’ (loopgravenkunst): ‘Trench art is oorlogskunst, zintuiglijk en tactiel, het roept herinneringen op.

Bloemzak ‘Pioneer Flour’, 1914. Coll. WHI, foto: auteur

De dozen met bloemzakken in het War Heritage Institute, inclusief de zwaar aangetaste, zijn vervreemdend, ze schuren, zijn ongemakkelijk. De meelzakken roepen een gevoel van ongeloof op.
Saunders noemt dat de kracht van trench art: het bergt spanning in zich, vangt de paradox van oorlog – ze vernietigt en creëert tegelijk.

Conclusie
Mijn studiebezoek aan het War Heritage Institute  heeft de gelegenheid geboden de kist waardevolle oorlogssouvenirs te beschouwen en leverde een cruciale toevoeging aan de kennis over de geschiedenis van de WO I bloemzakken.


Zakken zijn vol herinneringen. Iedere zak koestert een kostbaar en kwetsbaar verhaal.’


Dank
Mijn hartelijke dank aan de medewerkers van het War Heritage Institute in Brussel, in het bijzonder Ilse Bogaerts en Peter de Groot, om mij gastvrijheid te bieden voor mijn zakkenonderzoek en om de voorbereidingen die zij daarvoor getroffen hebben.

Voetnoten:
[1] In december 2018 en februari 2020 bood het WHI mij reeds de gelegenheid om in hun collectie 42 versierde meelzakken te onderzoeken en fotograferen.
Ik schreef er inmiddels drie blogs over:
1) ‘ROSABEL’ in het War Heritage Institute
2) Versierde Meelzakken in het Koninklijk Legermuseum, Brussel 1
3) Versierde Meelzakken in het Koninklijk Legermuseum, Brussel 2

Bloemzak Jack Canuck Flour donated to The Belgians by North Norwich Township manufactured by Wood Flour Mills, Norwich, Canada. Geborduurd kussen. WHI 201600410. Foto: auteur

[2] Brief Georges Pètre, voorzitter CNSA Komiteit voor Verkoop van Zakken uit Amerika, aan het departement Hulp van CNSA/NKHV, 11 augustus 1915. A.R. CNSA/NHVC 1117

[3] Notitie G. Pètre, 5 oktober 1915. A.R. CNSA/NHVC 1117.

[4] De door mij gehanteerde definitie van trench art, toegepast op de versierde meelzakken, is: “items gemaakt door burgers, rechtstreeks uit materiaal dat in tijd en plaats wordt geassocieerd met de gevolgen van gewapend conflict”. Lees ook mijn blog ‘Trench art en de versierde meelzakken’, 23 juni 2023

Translate »