Mijn zakkenreis naar de Vlaams-Brabantse gemeente Overijse is over de digitale snelweg gegaan. De reis verliep via de Amerikaanse stad Urbana in Ohio, VS. Later maakte ik een werkelijke zakkenreis naar Iowa en Californië.
Ik zet de schijnwerper in dit blog op acht objecten, in 1915 beschilderd en geborduurd, voorzien van kant en open naaiwerk in Overijse.
Let op: de oude schrijfwijze van Overijse is ‘Overijssche’.
Twee klassenfoto’s
Twee klassenfoto’s in het decor van landkaarten, vlaggen en geleegde Amerikaanse bloemzakken onder het opschrift ‘1915, De dankbare kinderen van Overijssche (België) aan hunne weldoeners van Amerika‘. De kinderen houden bordjes in hun handen waarop de namen van de ontvangen voedingsmiddelen: spek, rijst, appelen, suiker, bloem, erwten, bonen, enz. Op de tweede foto zijn het Engelse teksten: bacon, rice, dried apples, sugar, flour, peas, beans, enz.
Ook de leden van het Overijse Hulp- en Voedingskomiteit zijn gefotografeerd in hetzelfde decor als de twee klassenfoto’s zijn genomen, zie hieronder. De fotograaf was de Overijse postmeester Louis Rigaux. Hij zal waarschijnlijk ook de klassenfoto’s hebben genomen.



Urbana, Ohio
Het Champaign County Historical Society Museum (CCHSM) in Urbana bewaart een collectie objecten verkregen van het echtpaar Brand Whitlock (Urbana, Ohio, VS 04.03.1869 – Cannes, Frankrijk 24.05.1934) en Ella Brainerd-Whitlock (Springfield, Ill. 25.09.1876 – Brewster, NY 11.07.1942). De diplomaat Brand Whitlock was Amerikaans gevolmachtigd minister in België met zetel in Brussel tijdens WO I; hij was onder meer beschermheer van de Commission for Relief in Belgium (CRB) en het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit (NKHV/CNSA).
Het echtpaar ontving vele geschenken, waaronder versierde meelzakken, als dank voor hun werk in België.
Whitlock-collectie
Alle textielobjecten in de Whitlock-collectie van CCHSM zijn online beschreven, maar foto’s ontbreken meestal. Verschillende omschrijvingen deden mij vermoeden dat de objecten versierde meelzakken zouden kunnen zijn, waarvan twee specifiek uit de gemeente Overijse. Desgevraagd was Cheryl Ogden, directeur van het museum, direct bereid foto’s te maken. Megan, de stagiaire van het museum, stuurde me foto’s toe van twee kussenhoezen.[1]

“Nr. 3999:
32″ x 18” pillow top banner
The banner has the red, yellow, black banner of the Belgian flag. On the lower right hand there is tied an American Flag. The top is composed of a center design where one knight speaks to another on horseback. The knight has on a blue cape. Under them is a blue and yellow shield with a lion on it. There is a wheat design on the cloth. It says in red on it “A Son Excellence/ Brand Whitlock/ 1914/ Souvenir de Reconnaissance/ 1915 La commune d’ Overyssyche.” There are also stamps from its original use on it.”

“Nr. 4002:
18″ x 30” embroidered pillowcase.
There is a card sewn into the front. It has a red, black, and yellow ribbon threaded through it.
The Pillowcase is embroidered with a yellow basket that has red, yellow, balck flowers. The flowers curve down and around the side of the case. Inside the curve are American and Belgian flags. They are tied together by a yellow ribbon. The words Ausc generusc/ etats-unis/ souvenir de reconnaissance/ 1914 (-) 1915/ La commune d’ Fueryssche (?)/ Belgique (?).

The case manufacturer’s stamp is on the bottom.”
Zijn het gebruikte, Amerikaanse bloemzakken?
Door presentatie, afmetingen, dubbele stof en stempels van het Overijse voedingskomiteit lijkt het erop dat de lappen stof van gebruikte, Amerikaanse bloemzakken afkomstig zijn. Maar ik zet er vraagtekens bij. Op de kussenhoezen is geen bedrukking van origine met verwijzing naar Amerikaanse maalderijen of Belgian Relief hulporganisaties te zien. Zouden er gaatjes in het doek zitten, ten bewijze van oude stiksels? Het zou kunnen dat is gewerkt op nieuwe, Belgische lappen stof om een optimaal borduurresultaat te verkrijgen. Zie ook hieronder in de paragraaf ‘Les Réligeuses du Sacré-Coeur de Marie’.
‘La Commune d’Overijssche’ was blijkens de tekst de opdrachtgever van beide borduurwerken; het droeg een werk op aan de heer Brand Whitlock, de ander aan de goedgeefse Verenigde Staten.
‘A son Excellence M. Brand Whitlock’, nr. 3999


Geborduurde tekst: A son Excellence Mr. Brand Whitlock. Souvenir de reconnaissance 1914-1915. La commune d’ Overijssche.
Stempel: Comité local de Secours et d’Alimentation Overijssche (Brabant).
De borduurster gebruikte rood garen voor de tekst.

Slingers gouden graanhalmen, witte margrieten, blauwe korenhalmen en groene klimopbladeren vormen een krans om het wapen van Overijse.

Het officiële wapen van Overijse dateert van 1818: ‘In lazuur een Sint-Maarten te paard, zijn mantel delend met een arme, staande op een grond, alles van goud; in de punt een schildje van lazuur met een dwarsbalk, vergezeld in het schildhoofd van drie lelies en in de schildvoet van een leeuw, alles van goud.’ In het borduurwerk is de mantel van Sint-Maarten blauw, de rest goud.

Sint Maarten te paard komt nog eens terug in het officiële stempel, in zwarte inkt, van de gemeente ‘Overijssche’ op de zak. De randen zijn afgewerkt met band in de kleuren rood, geel, zwart; de bovenrand is afgewerkt met open naaiwerk.
‘Aux généreux Etats-Unis’, nr. 4002


Geborduurde tekst: Aux généreux Etats-Unis 1914-1915. La commune d’Overijssche, Belgique. Stempel: Comité local de Secours et d’Alimentation Overijssche (Brabant).

Kaartje met tekst: Mlle. Marie Brankaer, Malaise-sous-Overijssche, Brabant.
Toegevoegd kaartje van CCHSM: ‘Pillow Case Embroidered. Souvenir de Reconnaissance. Mrs. Brand Whitlock.’

Marie Brankaer (ºMaleizen (Overijse) 22.01.1898 – +1960) was de dochter van beenhouwer Jan Baptiste Brankaer (ºMaleizen 06.01.1863 – +Maleizen 23.11.1949) en Maria Lamal (ºMaleizen 31.08.1860 – +Maleizen 12.04.1941). Zij woonden Steenweg Terhulpen 35. Later is Marie Brankaer getrouwd met Edouard Vankeerbergen (ºWaver 17.12.1896 – +1953).
Marie was 17 jaar toen zij de bloemzak borduurde. Zij borduurde met goudgele en rode garens slingers bloempjes, een mand met bloempjes; het patriottisch element is de Belgische en Amerikaanse vlag, de stokken kruisen elkaar en zijn verbonden met een kloeke, goudgele strik. De bovenrand is afgewerkt met open naaiwerk.
Overijse, Vlaams-Brabant
Welke bekendheid hebben de twee borduurwerken in de Whitlock-collectie in het Belgische Overijse, vroeg ik me af. Ik wendde me tot de Heemkundige Kring De Beierij van IJse. Zij kenden deze meelzakken niet. Piet Van San, bestuurder van De Beierij van IJse, bezorgde me echter een interessant artikel en zeer fraaie foto’s.
Het tijdschrift Zoniën besteedde in 2014 aandacht aan de noden van bezet België. Djamila Timmermans schreef het artikel: ‘Honger, voedsel en hulp in Overijse, WO I’.[2] De fotograaf Louis Rigaux (1887-1954) maakte in 1915 een serie foto’s van het plaatselijke Hulp- en Voedselkomiteit en de werkzaamheden. In het archief van Jean en Isabelle Rigaux zijn de foto’s bewaard, ze staan als illustraties bij het Zoniën-artikel.
Tweeluik in Overijse

De foto op de omslag van Zoniën 2014-2 toont het lokale komiteit met handwerk, gemaakt van een tweeluik van versierde bloemzakken. De zakken zijn afkomstig van
– enerzijds (rechts) de maalderij Thompson Milling Co. in Lockport, New York, met de merknaam ‘Pride of Niagara‘,
– anderzijds (links) de ‘War Relief Donation’ – Chicago’s Flour Gift – Chicago Evening Post, B. A. Eckhart Milling Co., Chicago, Illinois. De krant voerde actie voor inzameling van voedsel voor België van half november tot begin december 1914.


Het is moeilijk te zien op onderstaande foto, maar het lijkt alsof de bedrukte voorzijde van beide zakken is losgeknipt en aan elkaar gezet.
Het borduurwerk van slingers graanhalmen, margrieten, korenbloemen en klimopblad heeft affiniteit met het borduurwerk op de CCHSM-meelzak nr. 3999.


Piet Van San [3] plaatste een foto in Zoniën van een tweeluik versierde bloemzakken. Vergelijking van de bovenstaande twee foto’s uit 1915, resp. 2021 toont aan dat dit hetzelfde object is!
Verrassende conclusie: het tweeluik bloemzakken afgebeeld op Rigaux’s foto is bewaard gebleven. Het bevindt zich in het familie archief Raussens-De Broyer.
Foto’s van Louis Rigaux [4]




Toevoeging 14 november 2022:
Resultaten van mijn Zakkenreis naar Amerika
In mei/juni 2022 was ik op werkelijke zakkenreis in Amerika. De Herbert Hoover Presidential Library-Museum (HHPLM) in West Branch, Iowa, blijkt vier in ‘Overijssche’ en ‘Malaise-La Hulpe’ versierde kussenhoezen/zakken in de collectie te hebben. De Hoover Institution Library Archives (HILA) op Stanford University, Californië, heeft ook zo een versierde bloemzak in de collectie.
Pensionnat du Sacré-Coeur, Overijssche [5]


Dochters van begoede families volgden onderwijs in het Pensionnat du Sacré-Coeur in Overijse [6]. Leerlingen hebben in 1915 bloemzakken beschilderd en geborduurd, waarvan de ‘Belgian Relief Flour from Pelican River Mill Co., Elizabeth, Minnesota’ in de Herbert Hoover Presidential Library-Museum wordt bewaard (inv. nr. HHPLM 62.4.380).



De bloemzak ‘Pride of Niagara’, Thompson Milling Co. Lockport, N.Y. heeft dezelfde Amerikaanse herkomst als het rechterdeel van het tweeluik, bewaard in Overijse. ‘Vive l’Amérique’ is geborduurd in rood, wit, blauw met sterretjes onder een imposante kroon. Klaprozen, margrieten en korenbloemen symboliseren de geallieerde landen. Het heeft een omranding van kloskant en koord in rood, geel, zwart, in de Belgische kleuren ook band in een strik rechtsboven geplaatst. Deze bloemzak wordt bewaard in de Hoover Institution Library Archives.

Les Réligieuses du Sacré-Coeur de Marie, Malaise-La Hulpe


De zusters van de congregatie ‘les Soeurs du Sacré-Coeur de Marie’ hebben hun dankbaarheid voor de voedselhulp tot uiting gebracht in drie fraaie handwerken, wellicht bedoeld als kussenhoes. Zij schilderden en borduurden symbolen als de hoorn des overvloeds, een anker, de negen Belgische provincies, een Belgische wimpel, een zwaluw, vlinders, gecombineerd met veldboeketten en graanhalmen, met lovende teksten aan Amerika: ‘Der Belgen Dank, Liefderijk Amerika’, ‘Noble Amérique, Merci! 1914-15’, ‘Nos neuf provinces remercient la noble et généreuse Amérique! 1914-1915’. Twee bovenranden zijn afgewerkt met open naaiwerk.


Kanttekening bij deze drie handwerken van de zusters is, dat -hoewel deze een zak-vorm hebben (dubbele stof, afmetingen 75×45 cm, drie zijden gesloten, een zijde open) -, de stof waarop is geschilderd en geborduurd geen karakteristieken draagt van een Amerikaanse bloemzak. Er is geen bedrukking van een Amerikaanse maalderij, er zijn geen gaatjes van een gestikte en opengetornde zak, noch staat het stempel van het Overijse komiteit erop.
Mijn konklusie is dat de zusters de voorkeur hebben gegeven om eigen materialen te gebruiken, omdat hun handwerken, waarschijnlijk bedoeld als kussenhoes, daardoor beter tot hun recht zouden komen.

Via mijn onderzoek naar de versierde meelzakken in WO I maakte ik over de digitale snelweg en in werkelijkheid avontuurlijke zakkenreizen van Urbana (Ohio), West Branch (Iowa) en Palo Alto (Ca.) naar Overijse en ontmoette inspirerende mensen. Ik beschreef in dit blog acht objecten, in 1915 beschilderd en geborduurd in Overijse, nu bewaard in drie Amerikaanse, publieke collecties en een in een Belgische, particuliere collectie. Vijf van de handwerken zijn mogelijk niet gemaakt van gebruikte Amerikaanse bloemzakken, drie items zijn dat zeker wel.
Mijn grote dank gaat uit naar:
– Cheryl Ogden en Megan van het Champaign County Historical Society Museum, Urbana, Ohio;
– Piet Van San van de Heemkundige Kring De Beierij van IJse.

– Hubert Bovens en Filip Brankaer voor de opzoeking van biografische gegevens van borduurster Marie Brankaer.
Hubert Bovens bracht een bezoek aan het kerkhof in Maleizen (Overijse) voor onderzoek naar haar overlijdensdatum. Hij vond haar graf en ook de naam van de man waarmee zij huwde. Bijgaand de foto die hij maakte.
[1] Champaign County Historical Society bezit in de Brand Whitlock-collectie meerdere bloemzakken van WO I. Hoeveel het er zijn is in onderzoek. Megan heeft overzichtfoto’s en detailfoto’s gemaakt. Zie ook het blog: Van hulp tot borduurwerk in Ohio, VS
[2] Timmermans, Djamila, Honger, voedsel en hulp in Overijse, WO I. Overijse: Zoniën, kwartaalblad Heemkundige Kring De Beierij van IJse vzw, 2014-2, p. 47-75.
Djamila Timmermans schreef in hetzelfde nummer het artikel ‘Milddadigheid’ van de stad Portland, Oregon, naar aanleiding van de onthulling van een gedenksteen in Overijse in 1930: ‘den gedenksteen, geplaatst aan de Gemeenteschool van ’t Center, uit dankbaarheid aan de milddadigheid van de stad Portland (Oregon) Amerika, tijdens den oorlog 1914-1918’.
[3] Van San, Piet, ‘Tijdloze schoonheid, versierde linnen zakken uit Overijse 1914-1918’ in: Zoniën, kwartaalblad Heemkundige Kring De Beierij van IJse vzw, 2021-02, p. 47-50.
[4] In het boek van Diane De Keyzer ‘Nieuwe meesters, magere tijden. Eten en drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog‘ staan 14 foto’s afgedrukt, gemaakt door Louis Rigaux. Zij citeert op p. 244 uit de verslagen van de vergaderingen van het komiteit van Overijssche, geschreven door de secretaris, notaris Goedhuys: ‘Comité d’alimentation – Procès-verbaux des séances 11.01.1915 – 10.01.1916.’

[5] Stevan-Bathoorn, Hennie, Stevan, Sjoerd, Pronklappen uit Nederlandse en Belgische meisjesscholen. Geschiedenis van de Souvenir de ma jeunesse 1875 – 1935. Museum voor Naaldkunst, Winschoten, 2009, p. 123-125: ‘Institut du Sacré-Coeur, Overijssche’.
[6] Timmermans, Djamila, Het pensionaat ‘des Soeurs du Sacré Coeur de Marie’ in Maleizen en de naburige Heilig Hart school. Overijse: Zoniën, kwartaalblad Heemkundige Kring De Beierij van IJse vzw, 2021-03, p. 93-110.